Echt veel wordt er over de Anjerrevolutie niet geleerd tijdens de geschiedenislessen. Maar ook Portugal heeft onder een streng bewind geleefd, dat van António Salazar welteverstaan. Wat als je een boek vindt, geschreven tijdens het bewind van deze man, met een treinticket naar Lissabon? Dan laat je alles vallen en pak je de trein. Night Train to Lisbon legt persoonlijke verhalen tijdens het verzet voor de Anjerrevolutie bloot.
De geliefde Zwitserse Latijndocent Raimund Gregorius is op weg naar school als hij een dame op de rand van een brug ziet. Prompt laat hij alles vallen en redt hij haar van zelfmoord. Het enige wat de jongedame uiteindelijk achterlaat is haar rode jas met daarin een boek. In het boek vindt Gregorius een treinticket naar Lissabon. Hij rent naar het station om de vrouw haar ticket terug te geven. Als ze niet op het station blijkt, besluit hij impulsief en zonder enige bagage de trein te pakken en op zoek te gaan naar het verhaal achter het boek.
Een interessante zoektocht is begonnen. Door verschillende toevalligheden ontmoet Raimund de hoofdpersonen uit de aantekeningen. De film doet denken aan een grote mensen-versie van Letters to Juliet. Al is het verhaal ouder: het werd in 2004 uitgegeven als roman, geschreven door Pascal Mercier. Dat het originele verhaal een roman is, is ook wel te merken. Sommige scenes gaan te snel, en sommige personages komen te weinig aan bod. Dat is niet vreemd, aangezien het boek bijna 450 pagina’s telt.
Het is mooi dat er terug wordt geblikt door middel van flashbacks. Terwijl Gregorius de verschillende personen bezoekt, vertellen zij om de beurt een steeds een stukje van het verhaal. Aan de kijker om alle puzzelstukjes uiteindelijk in elkaar te zetten. Daar is regisseur Bille August prima in geslaagd.
Het is alleen jammer dat Raimund Gregorius (Jeremy Irons) het enige personage is dat echt goed is uitgewerkt. De rest lijkt slechts een bijrol te spelen, terwijl het verhaal uiteindelijk om hen draait. Waar Gregorius veel eigenaardigheden heeft, wordt de rest onderbelicht tijdens het vertellen van de bijzondere geschiedenis. Waar Gregorius moet functioneren als verteller en onderzoeker, wordt zijn rol enorm uitgelicht. Daardoor komt de hele geschiedenis waar hij naar op zoek is, niet heel goed tot zijn recht.
Helaas is het plot weinig verrassend en komt het ook nog eens vrij ineens uit de lucht vallen. Een open einde kan goed zijn, maar hier is de film nog lang niet ten einde terwijl de aftiteling in beeld komt. Het gevoel dat je bij het verhaal krijgt maakt gelukkig een boel goed: het feel good-gehalte staat ongeveer gelijk aan Le Fabuleux Destin de Amélie Poulain.
Het gaat over de goedheid in de mens, de beslissingen die je soms maakt, hoe egocentrisch de mens soms kan zijn en hoe eenzaam tegelijk. Over waardering. En Gregorius laat zien dat het niet altijd nodig is te pronken met wat je hebt gevonden: hij gaat naar Portugal uit interesse voor de schrijver van het boek dat hij heeft gevonden. Die oprechte interesse is fascinerend.
Hoe dan ook, met een ongelukkig gevoel zul je de bioscoop niet uitgaan. Een gokje is dat het verstandig is het boek pas ná het zien van de film te lezen.