Jonge moslims die worden geronseld voor de gewapende strijd in Syrië. Wijken rondom salafistische moskeeën waar meisjes niet meer rustig over straat kunnen. Een groep jonge moslims dreigt zich tegen onze samenleving te keren. De PvdA zegt nu de groei van radicale moslimenclaves in Den Haag te willen aanpakken. Maar het was ook deze partij die de aanpak van moslimextremisme jarenlang heeft geblokkeerd.
Nederland heeft geen moslimprobleem, maar we hebben wel problemen met een bepaalde groep moslims: salafisten, die zich keren tegen onze samenleving, onze rechtsstaat en onze democratie. Die naar buiten toe uiterst netjes zijn en netjes meewerken, maar intern gelovigen isoleren een aanzetten tot geweld. We weten wie ze zijn, we weten waar ze zitten. We weten waar ze jongeren ronselen voor de jihad.
In november 2007 nam de Tweede Kamer een voorstel van mij aan om gemeenten te helpen salafisme op te sporen en bestrijden. PvdA-minister Ter Horst moest dat plan uitvoeren. Dat werd een drama. In de ‘Wegwijzer Façadepolitiek’ uit 2009 werd salafisme niet bestreden, maar gedoogd. Gemeenten en organisaties moesten toch vooral in gesprek blijven, vooral subsidie blijven geven en vooral niet de confrontatie zoeken.
In april 2009 diende ik twee moties in om deze politiek aan te passen, maar twee keer stemde de PvdA tegen. De partij ging liever voort met subsidiëren van salafisten. Meer dan eens trof ik in een moskee verkiezingsposters aan van de PvdA. Nu komt de partij alsnog met een actieplan tegen salafisme, waarin gemeenten een belangrijke rol spelen. Heel goed, maar zes jaar te laat. Waarom heeft de PvdA het zover laten komen?
Ronald van Raak is Tweede Kamerlid voor de SP.