Soms komen onderwerpen gewoon in je schoot gevallen. Zo was ik vorige week wederom een poging aan het wagen om A Quiet Darkness van Houses in de tips paal van Sounds in Tilburg te plaatsen in plaats van de nieuwe Queens Of The Stone Age, toen vertegenwoordiger van een aantal grote platenlabels en de grootste distributeur van Nederland binnenkwam lopen.
In mijn betoog naar Maarten Koehorst (mijn platenpusher) viel hij mij meteen bij, want ook hij vond dat een erg sterke en duistere elektronische singer-songwriter plaat. Maar of ik dan ook Cloud Boat kende en het debuut Book Of Hours al had gehoord? Schoorvoetend mompelde ik dat ik dit niet kende, noch gehoord had (het een een logisch gevolg van het ander), het is niet fijn te moeten toegeven dat je iets gemist hebt (zeker niet als je er met je neus bovenop probeert te zitten).
Zijn koffer vloog open, zijn eigen exemplaar zei hij, maar hij had nog een finished exemplaar thuis. Uiteraard niet zonder dat ik Caro Emerald nog even snel vervangen had met A Quiet Darkness van Houses, hopende dat dit Maarten minder snel zou opvallen, liep ik tien minuten later naar buiten met een promo van Cloud Boat.
Thuis aangekomen ging de cd direct de speler in, waardoor meteen een kille wolk van duisternis over het huis trok. “Het is wel moeilijke muziek”, had de aardige man nog gezegd, maar dit was niet zozeer moeilijk als wel zwaar. Trage postdubstep die klinkt alsof deze wordt geboren uit de diepste depressie van James Blake, waarin een zoektocht naar ‘de kern’ (wat dat ook moge zijn) weerklinkt.
Het meest nog verwant aan Ark van Halls, die een bijna kerkelijke laag aan zijn grauwe postdubstep toevoegt, lijkt Cloud Boat even eens op zoek naar een cerebrale dimensie.
Hiervoor kijkt het duo ook verder dan de (post)dubstep. Onder de dromerige falset stem van Tom Clarke legt Sam Ricketts gitaarpatronen die het ene moment lijken terug te vallen op de zwaardere postrock om dan weer te bogen op folk of meer zweverige droompop.
Diepe bassen die samen komen met de donkerste golven uit de darkwave en de diepste krochten van de postrock, resulterend in een duistere onaardse sfeer. Soms haast totaal verstild, want net als bij The XX, James Blake en het eerder genoemde Halls zijn stilte, afwezigheid en vertraging krachtige wapens die in de spaarzame arrangementen sterk worden ingezet. En stilte vindt het duo, stilte en een haast sublieme rust, in een overweldigend en betoverend debuut. Snel maar eens terug naar Sounds om deze stiekem in de tips paal te zetten.