Met Everything Is Dancing leverde de Britse Fair Ohs precies dat wat het in de titel beloofde, alles werd in beweging gezet. Zelfs de meest verstokte niet-danser kreeg bij de rammelende DIY afropunk het zweet in de handen en de kriebels in de voeten. Een exotische punkwandeling door het muzikale landschap van Afrika, met kleine Oosterse uitstapjes, vergelijkbaar met de wijze waarop The Ex de muzikale erfenis van het driehoekige continent heeft omarmd.
Op Jungle Cats blijft Fair Ohs in karavaan door de Sahara trekken, laat het zich inspireren door de duimpiano’s van Konono No1 en andere zand en zon door drenkte geluiden. Maar ook wordt de rijke muziekgeschiedenis van het armoedige Haïti aangesproken. Calypso-punk, warme ritmes, repetitieve staccato gitaar-riffjes badend in lofi echo en punkdistortion en zangpartijen die zo ruim op de galm worden ingezongen dat het lijkt alsof de hele plaat al wordt meegezongen.
Een aanstekelijke combinatie van Caribische ritmes, Fela Kuti staccato gitaren en een algehele punk esthetiek en ethiek vult Jungle Cats. Gruizig en grijpend, hier en daar aangevuld met riet- en koperblazers om het wereldse geluid verder uit te bouwen. En met een paar heerlijke weerhaakjes, vooral Ya Mustafa neurie je uren later (of je het nu wil of niet) nog. Niet veel anders dan op Everything Is Dancing, maar wel verder en beter uitgewerkt.