De Stiltecoupé van de NS is bedoeld om de trein iets minder tot een rijdende (nouja…) versie van de Hel te maken, vol andere mensen met hun andere luchtjes, andere rochelblafhoest, andere etenswaren, andere (telefoon)gesprekken, andere kinderen en nouja, alles wat de De Hel, de Ander maakt. Op zich een goed idee, houjebek-wagons maken het vervoer een stuk minder ondraaglijk dan in de treinstellen waar groepjes Dagjeweg-vrouwen, collega’s die elkaar maar matig mogen, schorre studenten, kinderen en/of telefoonverslaafden hun geestdodende gewauwel vrijelijk laten galmen.
Maargoed, dit is Nederland dus een bordje Stiltecoupé is niet voldoende om Dikke Ik-burgers voor de duur van 1 treinreis hun waffel te laten houden. Want hee ze betalen er toch voor en dat maken zij zelf wel uit en andere verschrikkelijke dooddoeners die een assertiviteit suggereren die in geen velden of wegen te bekennen is als bijvoorbeeld een conducteur wordt belaagd door een agressieve zwartrijder.
Want dat is nog altijd DE manier om iedereen in de trein zoet zijn muil te laten houden en strak naar zijn telefoon te laten turen, kilometer na kilometer: een gek, een groepje kutmarokkanen (altijd meervoud) of een junk die herrie schoppen. Maarja, dat schiet het doel van een Stiltecoupé weer aardig voorbij, als je eerst een onaangepast stuk tuig aan het schreeuwen moet krijgen om iedereen stil te houden.
Bovendien worden mensen die praten in Stiltecoupé’s altijd gecorrigeerd door babyboomers. (M: vouwfiets, windjack/trui/overhemd, smartphone met toetsen-aanslaggeluid AAN, appel-etend. V: overgangskapsel, rood of zwart/paarse plukjes, bril aan een kettinkje, veel wijde kleren in laagjes, smartphone met toetsen-aanslaggeluid AAN, zelfhulp- of detective boek, rijstwafel-etend.) De babyboomer in kwestie gaat dan heeeeeeel hard zuchten. En na elke enorm luidruchtige verplaatsing van lucht uit de oude, zure longen ostentatief om zich heen kijken. En als iemand terugkijkt, dan maken ze zo’n geërgerd gezicht waarbij ze met hun ogen naar de lawaaimaker wijzen en dan hoofdschudden.
En als ze daar zo’n beetje mee klaar zijn en minstens twee mensen hebben gevonden die instemmend-oogrollend terugkeken na het zuchten, dan gaan ze Er Iets Van Zeggen. En dat is altijd een beleefd geformuleerde vermaning met nauw verholen triomf: “Zeg, meneer/mevrouw. Dit is een Stiltecoupé, HOOR.” En dat zeggen ze dan zo dat ook als je ze niet kan zien, je gewoon zeker weet dat ze hun rimpelige handjes in hun verzakkende zij hebben gezet. En dat is irritant want ja, de lawaaimaker is vervelend maar je had toch muziek in je oortjes dus dat gaf niet, en nou ben je gedwongen het wel soortvan met een intens vervelende babyboomer eens te zijn. Want stel, je moet kiezen: laat je een telefoneertokkie óf een babyboomer met zijn hoofd uit het stortgat van de treinWC kedeng kedeng, elke biels koppen, ja dan toch echt de telefoneertokkie. Zo is het ook, principes mensen.
Bovendien moet je dan ook je muziek uitzetten want je wil de onvermijdelijke fittie horen waarbij de Dikke Ik dus gaat zeggen “ik heb betaald om hier te zitten” of “waar bemoei jij je mee”, aangevuld met het noemen van ziektes, seksuele handelingen en/of familieleden. EN DAAR GAAT JE RUST.
De NS weet dit ook, en de NS geniet hier van omdat de NS haar klanten intens haat. Maar nu komen ze met een dui-de-lijk-er aanduiding van de Stiltecoupé’s: grote labels op de zitplaatsen die het maken van stiltefitties moeten bevorderen. Dat wordt smullen. Oh en gratis tip voor NS Stiltecoupe Handhaving: zet automatisch een stoel waar meer dan een bepaald aantal decibellen vanaf komen, onder stroom. Dat gekrijs als er 220 door een telefoneertokkie jast, maakt best veel lawaai, maar dat nemen de vermanende babyboomers wel voor lief.