Op maandag 4 november begint het proces tegen de Egyptische Moslimbroederpresident Mohammed Morsi. Als er beelden worden getoond, zal het de eerste keer zijn dat Morsi weer te zien zal zijn nadat hij in de recente juni-coup door het leger was afgezet. Datzelfde leger heeft de laatste maanden niet stil gezeten. Het is een klopjacht begonnen om vrijwel alle moslimbroederleidslieden op te pakken. De Moslimbroederschap is inmiddels –weer- een illegale organisatie.
Tegelijkertijd wordt er in de Egyptische media een grootscheepse campagne gevoerd om de bevolking rijp te maken voor het aanstaande presidentschap van generaal Abdulfatah al Sisi. Allerwegen worden zijn persoon en zijn leiderschap geprezen en met de door het leger voorgestelde democratische roadmap en de daarin voorziene verkiezingen voor parlement en president kan hem het presidentschap nauwelijks meer ontgaan.
Wordt de roadmap realiteit zoals het leger dat bedacht had, dan is de situatie weer zoals vroeger onder Moebarak. Het leger heerst achter een democratische façade, de moslimbroeders functioneren weer in de illegaliteit en de media klappen en juichen voor de president.
De democratie heeft dan dus definitief verloren.
Het overgrote deel van de Egyptenaren, en met name de Kopten, lijken heel blij te zijn met deze ontwikkelingen. Ze zijn opgelucht dat het partijprogramma waar Mohamed Morsi op gekozen was, en dat voorzag in een graduele islamisering van het land, geen realiteit werd. Morsi had van zijn beloften om Kopten en vrouwen te benoemen op belangrijke posten niets waar gemaakt. Hij meende dat hij met zijn 51,7 procent van de stemmen niet of nauwelijks meer hoefde te luisteren naar de mensen die niet op hem gestemd hadden. Dat bleek een kapitale politieke fout, naast het feit dat de Moslimbroederschap, zoals mijn goede Egyptische vriend Bakr het uitdrukte, ‘weinig verstand heeft van het besturen van een land’ en dan bedoelde deze zakenman vooral de economische politiek, die niets substantieels had opgeleverd.
De Moslimbroederpresident was evenwel gekozen in een van de meest democratische verkiezingen ooit in het land. Democratie en islam bleken dus prima samen te gaan. Maar diezelfde islam deed hem de das om.
Het westen bestempelde de Morsi-coup allerwegen als geen coup, en ook nu zwijgt het westen grotendeels. Natuurlijk roepen regeringsleiders uit Europa en Amerika op dat het democratisch proces moet worden voortgezet, maar dat zeiden ze indertijd ook tegen Moebarak die dan minzaam het hoofd knikte: ‘natuurlijk zijn we daarmee bezig’.
Het heeft weinig zin na te praten over dingen die gebeurd zijn. Maar vanuit het belang dat gehecht wordt aan democratie, had Morsi beter weggestemd hebben kunnen worden middels al of niet vervroegde verkiezingen. Immers, een democratie wordt pas echt gevestigd bij het plaatsvinden van de tweede verkiezingen. Als die in het nadeel uitvallen van een eerder gekozen parlement of president, en deze respecteren de uitslag, dan pas komt de democratie tot bloei.
Het westen en alle liefhebbers van de democratie dienen derhalve eerder te rouwen dan te juichen over de ontwikkelingen in het land. Want wanneer dienen zich weer nieuwe kansen aan?
Toch wil ik niet in mineur eindigen. Het democratische spel is slecht gespeeld, door de Rebelbeweging, door de militairen, door de moslimbroederschap en de seculiere partijen. Maar de eisen van Tahrir: een einde aan de corruptie, een eerlijk rechtssysteem, brood op de plank en banen, die eisen staan nog steeds als een huis. De militairen zullen met hun roadmap geen oplossingen bieden voor deze problemen. Dat heeft het verleden wel bewezen en dus zullen we een nieuwe Arabische Lente gaan meemaken. Want in Egypte en ook in de andere Arabische landen dienen zich de ‘Tahrirgeneraties’ aan, die nu tijdelijk met stilte en stomheid geslagen zijn, maar uiteindelijk zullen zij de weg naar de macht weten te vinden, zelf zullen zij de handen ineen slaan en zelf zullen zij middels de democratie proberen hun ideale samenleving te realiseren.