Afgelopen donderdag was het de internationale Dag tegen de Vrouwenbesnijdenis, en de Volkskrant dacht een primeur te hebben. Er worden veel meer vrouwen besneden dan de VN wil weten. Geen 125 miljoen, maar véél meer. Niks nieuws onder de zon, helaas. De VN is nu eenmaal een bange organisatie. Niet bedoeld om rotzooi te trappen. Dus als landen weigeren om gegevens te verzamelen over vrouwenbesnijdenis, dan legt de VN (in dit geval, UNICEF) zich daar braaf bij neer.
Dan rapporteert die organisatie jaarlijks heel veel over vrouwenbesnijdenis, maar dan vooral in Afrika, waarover wél gegevens beschikbaar zijn, terwijl de miljoenen meisjes en vrouwen die elders onder het mes gaan (Saoedi Arabië, de Golfstaten, Afghanistan, Pakistan, Maleisië, Indonesië) ongeteld blijven en dus keurig weggestopt worden in een vage schatting ergens in een voetnoot.
En dus blijven we met z’n allen braaf de officiële UNICEF-schatting van ‘meer dan 125 miljoen’ slachtoffers herhalen. Terwijl het er gemakkelijk 200 miljoen zouden kunnen zijn. Met dank aan een groot aantal landen dat weigert om het schandaal onder ogen te zien. Uit angst voor fundamentalistisch oproer. En dan zijn er natuurlijk ook landen waar men het verminken van vrouwen heel gewoon vindt.
Het ‘zwarte gat’ in de UNICEF-cijfers maskeert een belangrijk probleem. Namelijk dat vrouwenbesnijdenis toch vooral een islamitische gewoonte is. Ontwikkelingswerkers praten zich de blaren op de tong om duidelijk te maken dat het niks met geloof te maken heeft, dat er ook christenen zijn die hun vrouwen verminken en dat er moslims bestaan die het een wrede, verouderde gewoonte vinden – allemaal waar. Maar wie de verborgen cijfers meeweegt, moet constateren dat het aandeel van de islamitische landen en volken niet helaas overwegend is, maar simpelweg overweldigend. En geen wonder. De islam is de enige religie waarbij vrouwenbesnijdenis diep in de bronnen verankerd ligt.
Nee, de Koran zegt er niks over. Wat waarschijnlijk betekent dat God vrouwenbesnijdenis geen probleem vindt. Het islamitisch venijn zit ‘m ook niet in die ene hadieth (overgeleverde vertelling) uit duizenden, waarin verteld wordt dat Mohammed besnijdenis goedgekeurd zou hebben, mits met mate uitgevoerd. De betreffende hadieth geldt als onbetrouwbaar, wat betekent dat de herkomst ervan voor de eerste moslimgeleerden al duister was. Maar ja, wie weet heeft Moh het echt gezegd. Nee, het ware venijn zit ‘m in de sharia, het islamitisch recht dat gebaseerd is op de Koran en de hadieth. Dat recht kent vier scholen, en al die scholen achten besnijdenis een prima zaak; een van de vier acht deze verminking zelfs een religieuze plicht. En niet de Koran, maar de sharia is het fundament onder de islamitische praktijk. De Koran bevat nauwelijks religieuze plichten of normen. De gelovige moet in God geloven, bidden en de zakaat geven. En verder eerlijk zijn, de wezen beschermen en zo wat voor de hand liggende normen en waarden – en o ja, een man mag alleen zijn vrouwen neuken én zijn slavinnen. Voor alle verdere normen en waarden, moet de moslim te rade gaan bij de sharia.
Gewone moslims lezen geen Koran, en dat valt ze niet kwalijk te nemen. De Koran is praktisch onleesbaar (naar moderne maatstaven). Misschien is dat wel de reden dat er over ‘De Koran en de vrouw’ allerlei misverstanden blijken te bestaan. Alsof Mohammed stiekem een strijder voor vrouwenrechten zou zijn geweest. Neem VU-hoogleraar Maurice Crul. Onlangs hield hij een lezing in Antwerpen, waarvan een samenvatting verscheen in de NRC van 25 januari. Hij sprak over populisme, Geert W en de emancipatie van de jonge moslima’s. Ik citeer:
‘In de kantine van de Hogeschool van Amsterdam op de drukke Wibautstraat zijn de dochters van de arbeidsmigranten niet te missen. Een niet gering deel van hen draagt een hoofddoek. Zij hebben echter, anders dan hun moeder, de Koran zelf bestudeerd. Ze betogen huis op hoge toon tegenover hun ouders dat de profeet onderwijs voor vrouwen van groot belang achtte. Volgens het SER-rapport (….)’
Nou, dan staan die dochters daar op hoge toon wel mooi keihard tegen hun ouders te liegen, want zoiets is nergens in de Koran te lezen. En dan hebben diezelfde dochters blijkbaar over enkele andere verzen heen gelezen, zoals het recht van de man om een dreigend opstandige vrouw een mep te geven (soera 4 vers 34), of die krachtige omschrijving van de vrouw als een akker waar de man zijn zaad in mag strooien wanneer hij daar toevallig zin in heeft (2:223). Maar goed, dat hele beeld van zelfbewuste HvA-meisjes die de Koran lezen is überhaupt kolder. Ze hebben écht wel wat beters te doen.
Nog een voorbeeld, uit de Volkskrant van dezelfde dag. Shelley Belhaj, masterstudent ‘religies in de hedendaagse samenleving’ te Utrecht, ergert zich aan westerse feministen die moslima’s vertellen wat ze moeten doen (namelijk, hun geloof loslaten). Westerse feministen zouden een voorbeeld moeten nemen aan de islamitische feministe Amina Wadud:
‘die als eerste vrouw publiekelijk voorging in een gemengd gebed. Zij zegt dat de islam in essentie gelijkaardigheid tussen man en vrouw propageert. (…) De mannelijk machthebbers hebben misogyne hadieths gebruikt om vrouwonvriendelijke regels op te stellen. [Islamitische] Feministes protesteren tegen deze regels, omdat zij geloven dat ongelijkheid tussen man en vrouw niet strookt met de Koran en de levensstijl van de Profeet. Hoofddoek en gescheiden zwemmen stellen vrouwen juist in staat deel te nemen aan de maatschappij. Daar protesteren islamitische feministes dus niet tegen.’
Ach natuurlijk, en hetzelfde geldt ook voor de besnijdenis. Ook dat zorgt ervoor dat vrouwen kunnen deelnemen aan de maatschappij. Aanpassen is ook een manier om te overleven. Maar Shelley, het is natuurlijk wel aardig dat er vrouwen zijn die ‘geloven’ dat Moh een voorstander was van vrouwenemancipatie, en dat zijn vele vrouwen ook een eigen carrière mochten hebben, maar tegenover dat ‘geloven’ dat nergens op stoelt, staat dan dertien eeuwen islamitisch recht, onverbiddelijk afgeleid uit Koran en hadieth.
Maar Shelley is nog niet klaar. De islamitische feministen zijn fundamentalisten, zo blijkt:
‘Als fundamentalisme het terugkeren naar de bronnen is, in het geval van de islam: terug de Koran en de overleveringen van de Profeet, is dat precies wat islamitische feministes doen. Zij gebruiken die bronnen juist om te laten zien dat feminisme en islam samengaan.’
Zeker, die twee kunnen samengaan. Net zoals er christelijke feministes bestaan, ondanks Efeziërs 5:22. Een vrouw kan geëmancipeerd zijn én gelovig – zo lang ze maar niét teruggaat naar de bron. Want of het nu om de Bijbel gaat of de Koran, ze dateren uit een andere tijd – en dat was in beide gevallen voor vrouwen geen fijne tijd. We weten inmiddels beter.
Masterstudente ‘religies in de hedendaagse samenleving’ Shelley heeft de Koran duidelijk nooit gelezen. Dat zou ze als masterstudent eigenlijk wel moeten doen – maar als moslima die voor haar eigen mening wil uitkomen, kan ze dat beter laten. Dat feministes in islamitische landen zich indekken door net te doen alsof ze recht in de leer zijn, daarvan kan iedereen de wijsheid inzien. Echte feministes, in landen zonder dictators en fanatieke imams, hebben die uitvlucht niet nodig. Ze horen beter te weten. Geloof wat je wilt, maar terug naar de Koran is terug naar het aanrecht.