De situatie in Deurne kan het begin zijn van meer spanningen tussen bevolkingsgroepen. Maar een demonstratieverbod gaat heel ver in de beteugeling van etnische spanningen, stelt Otto Adang, lector Openbare orde en gevaarbeheersing aan de Politieacademie in Apeldoorn.
“De dynamiek is aanwezig voor meer problemen, maar dat wil niet zeggen dat je het grondrecht om te demonstreren opzij kunt zetten. Dat is een groot goed”, aldus Adang. “Het opleggen van beperkingen is begrijpelijk, een algemeen verbod vergaand.”
Volgens Adang, maker van een rapport (Zijn wij anders?) over de vraag waarom Nederland geen grote etnische rellen kent, is het merkwaardig dat geen andere maatregelen zijn genomen. De gemeente had bijvoorbeeld een speciale plaats voor demonstraties kunnen aanwijzen. “Dat gebeurde tijdens de NSS-top in Den Haag ook.”
De politiewetenschapper meent “dat je boos mag zijn in Nederland en dat bevolkingsgroepen daar uiting aan mogen geven’’.
“De behoefte om zich over gebeurtenissen te uiten, druk je nu de kop in. Je kunt voorwaarden aan demonstraties verbinden en daarmee een tussenstap zetten.’’
De gemeente Deurne vaardigde afgelopen weekeinde een noodverordening uit, inclusief een demonstratieverbod. Dat houdt verband met de dood van twee overvallers in een juwelierszaak en de Marokkaanse achtergrond van ten minste een van de overvallers. De identiteit van de tweede overvaller staat nog niet vast.
Volgens burgemeester Hilko Mak kunnen confrontaties tussen de groepen demonstranten leiden tot ordeverstoringen. Michiel van Emmerik, hoofddocent staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Leiden, zegt dat de burgemeester een lastige afweging heeft gemaakt. “Het recht op demonstratie en de vrees voor ernstige wanordelijkheden botsen hier met elkaar”, zegt hij.
Van Emmerik onderzocht in 2012 de mogelijkheden voor een algemeen demonstratieverbod in de nabijheid van het monument op de Dam. Dit naar aanleiding van een manifestatie van Sharia4Holland. Zijn conclusie was dat een dergelijk verbod niet mogelijk was.
“Maar die situatie is niet helemaal vergelijkbaar met Deurne”, stelt Van Emmerik.
“Daar is in verband met de plaatselijke omstandigheden sprake van serieuze vrees voor ernstige onrust. Dat lag in Amsterdam anders.”
Het is volgens hem wel de vraag of de burgemeester geen minder vergaande middelen had kunnen inzetten. Toch heeft hij ondanks deze juridische bezwaren wel enig begrip voor de burgemeester in Deurne.
Van Emmerik: “De burgemeester verwijst in zijn overwegingen naar ProjectX in Haren, waar zijn collega achteraf het verwijt kreeg te weinig te hebben gedaan. Aan de andere kant is het wel de meest vergaande maatregel die hij heeft kunnen treffen.”
Anp