‘Vizier vooruit’. Zo heet een studie naar de toekomst van de universiteiten uitgevoerd door de VSNU en het Rathenau Instituut. Maar wat ‘vooruit’ is, dat willen de universiteiten eigenlijk niet weten. Uitdagingen genoeg. Denk alleen al aan China, leven-lang-leren of aan MOOCs (digitale colleges vanuit topuniversiteiten). Alle reden dus om eens goed na te denken over de toekomst van de Nederlandse universiteiten.
Het vorig jaar gestarte onderzoeksproject ‘Toekomststrategie Nederlandse Universiteiten’ heeft nu een eersteling opgeleverd, ‘Vizier Vooruit’, met daarin vier toekomstscenario’s voor de Nederlandse universiteiten. Bescheiden, en zeer terecht, stellen de makers dat die universiteiten overgeleverd zijn aan grootschalige internationale ontwikkelingen. Het rapport kiest daarom voor scenario’s. Vier merkwaardige scenario’s. En wat ook interessant, is wat er aan deze scenario’s ontbreekt. Waar men blijkbaar niet naar wil kijken. Zoals de échte motor achter de veranderingen de komende jaren. Een motor die de Nederlandse uni’s straks bij verrassing volledig omver gaat kegelen.
Eerst die merkwaardigheid. De scenario’s vertonen een vast schema: eerst wordt een grote geopolitieke toekomst geschetst, met ofwel een sterke of verzwakte VS (of Rusland), ofwel een sterke of uiteengevallen EU, en dat alles naast, of beter: tegenover de rest van de planeet. Zo wordt de indruk gewekt dat de toekomst der universiteiten vooral afhankelijk is van de internationale politieke ontwikkelingen. Aardig voor de borreltafel, klinkt heel gewichtig, aardig ook als excuus wellicht om voorlopig niks te doen, maar niet bepaald realistisch.
Tweede merkwaardigheid. Al de scenario’s zijn opgebouwd volgens het schema geopolitiek-onderzoek-onderwijs. Dus volgens de gedachtegang: de politieke situatie bepaalt de structuur en richting van het onderzoek, en beide bepalen weer de structuur van het onderwijs. Scenario twee bijvoorbeeld verloopt als volgt: de EU is mislukt en geregionaliseerd; de onderzoeksagenda wordt regionaal bepaald (vreselijk!); dus regio-universiteiten en bedrijven organiseren het onderzoek. Studenten vinden daar opleidingen voor werk in de regio. Resultaat, het staat er letterlijk: een ‘wildgroei’ aan opleidingen. (De makers waarschuwen alvast maar even.)
Omdat ze de realiteit op zijn kop zet. De juiste volgorde waarin actoren de komende decennia op elkaar zullen ingrijpen is exact andersom: studenten wereldwijd bepalen straks (via internet) wat ze willen studeren, en waar ze dat doen. Ze stellen hun eigen studie samen, in voortdurend overleg met prominente studie-aanbieders en het bedrijfsleven waarmee ze contact houden. Universiteiten moeten straks MOOCs accepteren en honoreren, of studenten (en prestige) verliezen. Het bedrijfsleven zal deze trend toejuichen en stimuleren,. Daar is men immers steeds mindere mate onder de indruk van historische gebouwen en kleurige toga’s. Die willen werknemers die iets kunnen, die onderwijs op maat hebben gehad.
Vroeger kon dat niet; dan kregen ze groentjes volgepropt met nodeloze kennis (Bildung heet deze plechtige nutteloosheid), en ze konden alleen maar hopen dat ze die theoreten via interne opleidingen alsnog wat praktijkervaring konden bijbrengen; voortdurende druk op overheden om het onderwijs te vernieuwen leverde de afgelopen decennia ook niks op, want de overheid bleek helemaal geen grip te hebben op de inhoud van het onderwijs. En dus breekt nu een nieuwe fase aan; studenten én bedrijven organiseren hun eigen opleidingen. Je ziet het nu al overal, wereldwijd. Nog even en de universiteiten zijn voor het gros der slimmen nog slechts marginaal interessant, Dié trend, en niet de mondiale geopolitiek, bepaalt de toekomst van de universiteiten. Want universiteiten zijn opleidingsinstituten. En als ze dat vergeten zijn, zal de boze buitenwereld hen daar de komende jaren keihard aan herinneren.
De toekomst van de EU zal ongetwijfeld gevolgen hebben voor de structuur van het Europese onderzoeksbeleid (waar Nederland de komende tijd steeds strakker bij zal moeten aansluiten). Interessant voor wetenschappers, vast wel, maar he! Wat heb je aan onderzoek dat niet of nauwelijks bijdraagt aan de kwaliteit van het onderwijs? (Zoals nu het geval is) Het overgrote deel der studenten én hun toekomstige werkgevers kunnen gemakkelijk zonder. Maar de universiteiten zijn helaas in een hopeloze prestigestrijd op dat terrein verwikkeld geraakt, en weigeren die harde waarheid (die ze zélf hebben veroorzaakt) onder ogen te zien. Daar staat men zich blind op de EU en het onderzoeksgeld dat in toenemende mate uit de kant komt aanrollen. Vizier? Zeg maar oogkleppen.
Hoe kiezen studenten straks hun studie? Die toekomst is al zichtbaar. De MOOC’s (en varianten daarop) gaan het onderwijslandschap volkomen overhoop halen. In ‘Vizier vooruit’ wordt deze ontwikkeling steeds achterin elk scenario effe genoemd, als iets dat ook nog bestaat. Iets dat nog voor verwarring gaat zorgen. Maar waarom zou ik als student naar een derderangs prof in Groningen gaan, en luisteren, als ik dezelfde lesstof virtueel in Stanford kan studeren? En Stanford kan mij ook van een (deel)diploma voorzien. Wat doet een Nederlandse universiteit dan? Hetzelfde, maar slechter? Internationale papieren afwijzen want Bei Uns ist Alles besser? Binnenkort kan iedere slimme (ja!Die verlies je als eerste!) student overal op aarde zijn studie wereldwijd verzamelen. Andere instellingen en bedrijven sluiten daarbij aan, en bieden inmiddels samengestelde pakketten, internationaal erkende toetsen en praktische opleidingen, overal ter wereld. En dat vaak in samenwerking met topbedrijven. Kijk, daar heb je wat aan. Het woordje ‘Cambridge’ deed vroeger deuren opengaan, maar daarna most zo’n verwaande kwast zich wél bewijzen. Straks, en dat duurt écht niet lang meer, hebben bedrijven al héél vroeg de eerste keus, uit studenten met een gegarandeerd goede (want door het bedrijf mede opgezette) opleidingen én de zekerheid van praktische ervaring. Wat zegt u? Dat soort opleidingen moeten wél geaccrediteerd worden? Slaap rustig verder op je berg ambtelijke rapportjes.
En dan is er dat andere zwarte gat in ‘Vizier’. Het kiest niet. Het draait om de hete brei. Het negeert de écht pijnlijke vragen. Geen enkele universiteit wordt met name genoemd. Ze zijn blijkbaar allemaal hetzelfde, allemaal geholpen met dezelfde vier scenario’s – allemaal even geweldig. Maar is er in Nederland een kans om een universiteit op te zetten die net als de écht grote jongens de grootste intellectuelen weten aan te trekken? (Nee! dat zijn géén onderzoekers godbetert, maar mensen met een visie, met een stem, intellectuele zwaargewichten.) Kan hier ten minste één ‘hofleverancier’ van internationaal vooraanstaand (digitaal) onderwijs worden opgezet? En welke universiteiten zullen zich erop moeten voorbereiden dat ze straks slechts ‘regionaal afgestemde bijlessen bij de beste MOOcs’ kunnen leveren? Welke universiteiten zouden een scherpe keuze maken: voor werkelijk digitaal en op de internationale vraag afgestemd onderwijs? Wie durft te kiezen voor het regio-perspectief, en het daarbij horende maatwerk op het gebied van ‘leven-lang-leren’? Welke uni maakt een scherpe inhoudelijke wetenschappelijke keuze (want ook daar liggen natuurlijk unieke kansen).
Niks van dat al. Vizier Vooruit is als de Duitse en Franse aanvalsplannen in de zomer van 1914. Gebaseerd op oude oorlogen, oude principes en zelfoverschatting, en gericht op het vermijden van interne conflicten. Vier scenario’s klinkt veel, maar als de universitaire vizier op deze richtingen gericht blijven, zal de kogel van achteren komen.