Vluchtelingen met een verblijfsvergunning moeten van Ahmed Marcouch veel meer leren en weten over de Nederlandse identiteit. Dat lijkt mij een prima uitgangspunt. We hebben nieuwe Nederlanders te lang in alle vrijblijvendheid onze maatschappij in geslingerd.
Het project is bedacht door Ahmed Marcouch, misschien wel het best Kamerlid van Nederland. Iemand die daadwerkelijk met zijn poten in de achterstandswijken heeft gestaan en bespuugd en beschimpt is, maar ondanks dat toch nog altijd gelooft in verbinding. Als ‘Sheriff van de Slotervaart’ maakte hij zich hard voor homorechten en hij wilde criminele jongeren met slechts een verblijfsvergunning het land uit kunnen zetten. Kortom, geen watje en toch een bruggenbouwer.
Deze Marcouch wil nu dus dat vluchtelingen met een verblijfsvergunning veel meer weten over de historie en waarden van ons land. Hij stelt voor om ze langs de Deltawerken te sturen en langs een afdeling van het COC. Ik zou willen voorstellen om ze ook De Vierde Man van Gerard Reve te laten lezen. En een compilatie laten zien van Keek op de Week. Verder moeten ze natuurlijk weten dat Ernie, van Bert, ooit een pindakaasvloer heeft gemaakt; de Nederlandse tegenhanger van de wc-pot van Duchamp. Het Rijksmuseum en het Mauritshuis mogen natuurlijk niet ontbreken. Evenals de Wallen en bitterballen met een biertje in het Heineken museum. Alles beter dan Madurodam en de Zaanse Schans.
Maar het belangrijkste is nog wel dat er geen nieuw log ambtenarenapparaat omheen wordt gebouwd. Geen gesubsidieerde instelling die hier een miljoenenindustrie van gaat maken. Gewoon een dagkaart van de NS, een digitale stempelkaart en een handgeschreven opstel over wat men heeft geleerd over Nederland.
En als daar niet binnen een vooraf bepaalde tijd aan is voldaan moet men drie maanden zien te overleven op Rottumerplaat met als proviand slechts balkenbrij en brandewijn. En als enig meubilair een spartaans bed, gemaakt van boeken van Bomans en Wolkers.