Geloof moet wel netjes blijven. Je moet erover kunnen praten, bijvoorbeeld. Geloof moet een bron van inspiratie zijn. En nee, je mag elkaar niet de hersens inslaan vanwege het geloof. Dat mag niet in Nederland. We zijn iets verleerd, vrees ik. Geloof is geen halszaak meer. Geloof, dat is een zaak voor lokale verenigingen die in donkere zaaltjes samenkomen om te bidden en veel te zingen, en elkaar mooie verhalen te vertellen – maar elkaar te lijf gaan vanwege het geloof, dat kan niet meer. Dat is zo ongeveer een eeuw streng verboden, hier. En het aardige is, we zijn collectief gaan geloven dat zoiets écht niet kan. Dat je mag sterven voor het vaderland, voor de vrijheid desnoods. Maar voor je geloof… nee, da’s niet netjes. Da’s niet normaal. Zo serieus mag iemand zijn geloof niet nemen.
Vandaag beschrijft Elma Drayer op de site van trouw ene ‘Khadija’, een 24-jarige Amsterdamse van Marokkaanse komaf. Volgens Draijer een ‘dwaallicht’ want ze vertrok naar Aleppo om een Isis-strijder te trouwen. Die ze kende van het internet. Drayers slotconclusie: ‘Ik begrijp het niet. Ik geloof dat ik het niet eens wil begrijpen.’
Kijk, dat is nou het probleem met die keurige Nederlandse gelovigen van nu. Ze hebben zich keurig burgerlijk in laten kapselen; ze weten dat ze vanwege het woord Gods niet meer rampokkend rond mogen gaan, dat de staat dat liever niet zien – en ze hebben die staatsnorm ‘verinnerlijkt’. Geweld vanwege het geloof is gewoon slecht. Je leven opofferen vanwege het geloof: ze zouden wel tien keer nadenken.
Nee, ik ben niet van het fundamentalistische soennitische soort. En ik heb geen reisplannen. Waar het om gaat is het ontstellende westerse gebrek aan voorstellingsvermogen. Hier in het Westen denken we écht te weten wat ‘goed’ geloven en wat ‘slecht’ geloven is. Elkaar de hersens inslaan vanwege God is ‘slecht’. Ook al roept diezelfde God de gelovigen regelmatig op om dat vooral wél te doen (in de Koran én de Bijbel), de gelovigen hier hebben geleerd om God op dat soort momenten te negeren, en snel door te lezen naar de leuke passages. God had gewoon even Zijn dag niet.
Zo werkt dat misschien hier, sinds een eeuw – maar de rest van de wereld neemt God nog steeds bloedserieus. En trekt er desnoods met ontbloot zwaard en goed gevulde kalasjnikov op uit wanneer hun geloof ‘bedreigd’ wordt. Kijk, dat is het geloof zoals we dat als vanouds kennen. En voor het overgrote deel van de mensheid hóórt het ook zo. Vergis u niet; gelovigen leven op héél veel plaatsen op deze aarde net zo lang vriendelijk naast elkaar tot het misgaat. Dan slaan ze gewoon aan het moorden omdat God het wil. Alleen in Europa stelt het geloof zo weinig voor dat ze daar de illusie zijn gaan koesteren dat geloof een hobby moet zijn, een spirituele bezigheid, een goed gesprek. Elders op de wereld weet men beter. Daar begrijpt men die Khadija héél goed. Daar noemen ze ISIS-strijders en aanhangend volk (zoals Khadija) geen ‘dwaallichtjes’, daar weten ze dat geloof een bloedserieuze zaak is.
Het klinkt zo veilig, dat soort mensen dwaallichtjes noemen. Alsof het er maar weinig zijn. Alsof ze van onze keurige burgerlijke waarden zijn ‘afgedwaald’. Alsof dat fanatisme wel weer over zal waaien wanneer die gekken daar ons tolerante licht gaan zien. Maar de werkelijkheid is andersom. Religieus fanatisme is geen ‘dwaalverschijnsel’, het is de kern van de zaak. Alleen heeft niet iedereen daar de kracht voor. Denken dat religie per definitie geweldloos hoort te zijn, dát is (wereldwijd) pas een maf standpunt. Nee, het ergste moet nog komen. Zoals Schopenhauer al zei.