President Obama heeft zich met zijn recente toespraak over IS de woede op de hals gehaald van islam-dreiging-dekundige Daniel Pipes. Nu is dat niet zo moeilijk. Pipes is een redelijk opgewonden heerschap, die liever vandaag dan morgen een nieuwe kruistocht zou willen starten. Maar de aanleiding is interessant. Pipes is boos op Obama omdat de president IS ‘niet-islamitisch’ heeft genoemd. Op National Review Online spreekt Pipes van een ‘idiotie’, die ‘nog overtroffen wordt door de Council on American-Islamic Relations, die het lef heeft de Islamitische staat anti-islamitisch te noemen.’ Volgens Pipes is IS ‘honderd procent islamitisch‘. Het kan dus ook in procenten uitgedrukt.
Vervelend voor iemand als Pipes, als mensen IS niet islamitisch gaan noemen. Sta je daar met je mooie verhaal over de islamitische dreiging. Moet je ineens een mening hebben over de ware aard van de islam. Maar politici moeten zich natuurlijk niet uitlaten over wat de islam is en wat niet. Obama’s uitspraak is bedoeld om Amerikaanse moslims gerust te stellen dat zij niet het doelwit zijn, maar ze doet vooral denken aan de malle theologische uitspraken van minister Asscher een week geleden bij de presentatie van het Actieprogramma tegen het Jihadisme. Een actieprogramma dat een paar dagen later in de Tweede Kamer spontaan explodeerde en daarbij ook nog een slachtoffer maakte, minister Ivo Opstelten. Voor zijn politieke leven wordt nu ernstig gevreesd. Politici doen dat natuurlijk graag. Praten over het geloof. Jammer dat ze daarbij niet kiezen voor meer voor de hand liggende zaken, zoals de vraag wat nu het ware christendom is. Zou toch mooi zijn als Asscher in Nieuwspoort kwam vertellen dat de protestanten geen echte christenen zijn.
Is IS islamitisch? Uiteraard. Niet omdat Pipes dat zegt. Dat zeggen ze zelf. En dat is het enige legitieme criterium. Zij menen dat hun daden gerechtvaardigd worden door de heilige teksten en tradities van de islam. En de enigen die daar bezwaar tegen kunnen maken, zijn andere moslims. De VS mogen IS gaan bestrijden omdat die club de neiging heeft Amerikanen een kopje kleiner te maken, maar de vraag of IS islamitisch is of niet, heeft daar niets mee te maken. Dat had Obama moeten zeggen. Sterker, het is uiterst onverstandig om de vraag ‘islamitisch of niet’ aan te roeren, want dat betekent alleen maar dat allerlei dolende Arabische jongeren zullen constateren er blijkbaar een door de Amerikanen goedgekeurde vorm van islam bestaat, en een islam die door de Amerikanen wordt verafschuwd. Dat maakt het kopen van een enkeltje IS een stuk aantrekkelijker. Obama had er beter aan gedaan de islamitische wereld op te roepen om nu eens goed en hard na te denken over de vraag wat de islam nu écht is. Hoe de islam zich werkelijk wil verhouden tot zaken als mensenrechten, vrouwenrechten, democratie en ga zo maar door.
Niet dat daarover ooit consensus zou kunnen ontstaan. En al helemaal niet door theologische discussies. Nee, als het gaat om de toekomst van de islam zal het slagveld beslissen – net als in Europa in de zestiende eeuw, toen het ging om het ‘ware’ christendom. De islam staat te wachten wat wij al achter de rug hebben: een eeuw (hopelijk korter maar het kan langer duren) van bittere godsdienstoorlogen. Het eindresultaat zal waarschijnlijk hetzelfde zijn als toen in Europa. Er zal geen enkele winnaar zijn, maar wél een grondige afkeer van alle theologische haarkloverij, een enorme vraag naar muilkorven voor alle fanatiekelingen en de geboorte van de overtuiging dat de staat de godsdienst moet indammen. Geen staatsgodsdienst (dat ging mis in Frankrijk), maar voortaan moet de staat de grenzen bepalen waarbinnen de religies mogen opereren. Iedereen mag van alles beweren, maar geweld prediken, haat zaaien, en opruiende taal worden streng gestraft. Dat systeem bood de burger rust en welvaart, terwijl de religies zelf als vreedzame verenigingen tot rust te komen en langzaam maar zeker in de marge te verdwijnen. Maar daar moeten de geesten rijp voor gebeukt zijn, en dan zijn we weer een eeuw verder.
Dat hele proces moet in het Midden-Oosten nog plaatsvinden. Eerst is er die bloedige confrontatie. Die is in feite na de val van de Shah begonnen. Toen gingen de poorten van de hel open. Shiiet en Soenniet kwamen weer tegenover elkaar te staan, en in de slipstream van dat conflict explodeerde het islamitisch fundamentalisme en terrorisme. Het kan wel even duren voordat men genoeg heeft van elkaars bloed, en de nutteloosheid inziet van theologisch gehakketak. Hier in het Westen wordt het de kunst om dat conflict beperkt te houden tot de islamitische wereld. Ook al zullen alle deelnemers dolgraag zien dat het Westen (met zijn wapens) er bij betrokken raakt. Dit is een zaak die de islam onderling moet uitvechten. Moslims moeten weten dat de toekomst van de islam uitsluitend hun zaak is. Dat het hun eigen vuile was die ze moeten opruimen. Daarom moeten het Westen géén oordeel uitspreken over welke vechtjassen al dan niet voor 30, 70 of 100 procent islamitisch zijn. Laten ze dat zelf maar uitmaken. Iedereen die zegt dat hij namens de islam vecht, is welkom de komende eeuw. Hoe meer moordende zielen, hoe groter de kans dat de islamitische wereld ooit tot het juiste inzicht komt. En er een toekomstbestendige islam ontstaat.