Er is een grote rot in het Openbaar Ministerie getreden. De grootste. Want wat wil het geval? Hoofdofficier van Justitie Bart Nieuwenhuizen heeft het in zijn vrijheidshatende hoofd gehaald een buitengemeen sinistere verwensing te uiten aan het adres van GeenStijl, die wat hem betreft geofferd mag worden op het altaar van het “fatsoen”, of- in zijn eigen woorden: “GeenStijl heeft geen recht op leven op internet”.
Uit dit soort teksten, ongetwijfeld ingegeven door misplaatste behaagzucht aan de kant van de Hoofdofficier, spreekt een zodanig vrijheidsvijandelijk gestemdheid, een zodanige ten hemel schreiende lafheid bovendien, dat ontzetting van deze heer uit zijn eerbiedwaardig ambt niet alleen gewenst maar vereist is, althans als het ambt met behoud van enige geloofwaardigheid in deze rechtsstaat wil blijven voortbestaan. Niet alleen dient de beste Hoofdofficier voor deze uitspraak per omgaande uit zijn functie te worden ontheven, hij dient voor de rechter gesleept vanwege ambtsmisbruik, al was het maar om de geloofwaardigheid van het Openbaar Ministerie ook voor toekomstige generaties te waarborgen.
De talloze beleidsmakers die nu in de fatsoensstuip schieten naar aanleiding van praat waarover men in de kroeg de schouders ophaalt, zouden zich beter kunnen beijveren voor- ik noem maar wat- de formatie van een levensvatbaar landsbestuur in plaats van mee te doen aan het jachtseizoen zoals onlangs geopend door de lange lijst maandstondelijk uitgedaagden onder aanvoering van het flesje levertraan van de vaderlandse deugapotheek, mevr. Rosanne Hertzberger.
Daarom heeft elke min of meer democratisch georiënteerde rechtsstaat een grondwet, met garanties enzo, juist ter voorkoming van dit soort willekeur en politiek gemotiveerde vervolgingszucht. Men mag zich een slag in de rondte procederen, het hoofdhaar van de vrijheid uitpluizen op wettelijke overtredingen tot men een ons weegt, maar nooit mag men een onafhankelijk mediaal platform op grond van welk fatsoensargument dan ook de mond snoeren, ook al opereert zij in de onfatsoenlijke of als onfatsoenlijk ervaren marges van het maatschappelijke debat. Dit is niet één maar drie bruggen te ver, en dient met de grootste voortvarendheid te worden afgestraft, snel en met inzet van alle juridische middelen die ons ter beschikking staan, want laat men deze grove veronachtzaming van de rechtsgang onbestraft, dan staat de toekomst van de rechtsstaat zélf op het spel.
Een woord tot besluit aan een ieder binnen de journalistiek/media, eigenlijk aan überhaupt iedereen met een internetverbinding die zich wel kan vinden in de woorden van onze Hoofdofficier: ik zou niet te hard juichen als ik jullie was, want de normalisering van dit soort rechtsstaatondermijnende opvattingen heeft implicaties die verder strekken, veel verder strekken, dan alleen GeenStijl. Inherent aan willekeur is dat zij per definitie niemand uitzondert van rechtsvervolging in de toekomst, dus ook niet de LINDA, Vrij Nederland, NRC, Volkskrant en elk ander medium dat vandaag misschien als welgevallig te boek staat, maar morgen met een zwaai van de paardenstaart met hetzelfde gemak voor vervolging in aanmerking komt, op grond van dezelfde arbitraire deug-of-ik-schiet-politiek.