Dinsdagavond speelt Oranje tegen Duitsland. Hoewel iedereen doet geloven dat die wedstrijd de nodige lading met zich meebrengt valt de spanning tegenwoordig mee. We spelen gewoon tegen de Duitsers. En dat is op zijn best een aardige burenruzie. Hoe anders was dat in het verleden. Toen ging het vooral tegen de koningen van de schwalbe en de schuldigen van de Tweede Wereldoorlog. Mannen als Lothar Matthäus en Rudi Völler waren de meeste gehate mensen van Nederland. En die Franz Beckenbauer die langs de kant stond was ook fout geweest in de oorlog.
Schande
Die dingen klinken vandaag de dag overdreven maar eisten in vroeger tijden een belangrijke plaats op in de beleving van de mensen. In 1974 was daar natuurlijk die WK finale. Oranje speelde het hele toernooi de sterren van de hemel en trof in de finale het veel minder sterk geachte West-Duitsland. Onze jongens begonnen te arrogant aan die finale. Nog voordat de tegenstander een bal aangeraakt had kwamen ze via een penalty op voorsprong. Vanwege die snelle voorsprong nam men het te makkelijk op tegen de ontketende Duitsers en verloor met 2-1. De schande van München was geboren en nestelde zich als litteken van formaat in het geheugen van de voetbalfan.
Veertien jaar later op het EK van 1988 stond Oranje opnieuw tegenover West-Duitsland. Dit keer was het een halve finale. Niet alleen kon het verlies van de jaren zeventig worden uitgewist, het leek erop dat de Tweede Wereldoorlog nog eens dunnetjes werd overgedaan. Zo verscheen Willem van Hanegem in bijna elk programma om uit te leggen hoe rot die moffen wel niet waren. De kromme verloor in de oorlog tijdens een bombardement zijn vader, broer en zus en hield daar een levenslange bloedhekel aan Duitsers aan over. De mensen op straat trokken de ene Godwin na de andere uit de kast. Fietsendieven waren het. Rotmoffen. En als je die Matthäus en Völler de kans gaf reden de treinen morgen weer op tijd en spraken we overmorgen allemaal Duits.
Gaskamers
Nadat Nederland via een niet terechte penalty op achterstand kwam was ons land te klein. “Zie je wel”, riep men in de huiskamers, “uiteindelijk zijn het allemaal nazi’s”. Het telefoonverkeer in heel Nederland viel uit. Op het veld sprak doelman Van Breukelen Lothar Matthäus toe. Ich hoffe dass du fokking sterbst. In het stadion riepen de fans massaal dat de gaskamers weer open moesten. Nadat Ronald Koeman voor een even zo onterecht gegeven penalty gelijk maakte stond het land weer op. De schande van 1974 zou worden uitgewist. Inderdaad. Het was Marco van Basten die de bal twee minuten voor tijd achter de Duitse goalie werkte. Nederland ontplofte. Men was bevrijd. De schande was uitgewist. Mensen gingen massaal de straat op alsof de finale een paar dagen later niet gespeeld hoefde te worden. Bondscoach Rinus Michels stak zijn middelvinger op naar het Duitse publiek. En Ronald Koeman veegde voor datzelfde publiek zijn hol af met een Duits shirt.
Daarmee vergeleken is die wedstrijd van dinsdag een normale wedstrijd. De sentimenten zijn weg. De schande van 1974 is uitgewist en de Tweede Wereldoorlog werd in 1988 alsnog gewonnen. De moeder aller overwinningen was geboren. Om met Jules Deelder te spreken:
O hoe vergeefs
des doelmans hand
zich strekte naar de bal
die een minuut
voor tijd de Duitse
doellijn kruiste
Zij die vielen
rezen juichend
uit hun graf