Minister Jeanine Hennis van Defensie heeft op advies van haar ambtenaren niet eerder contact gezocht met de nabestaanden van de door het mortierongeluk in Mali omgekomen militairen. Advocaat Michael Ruperti heeft dat van de nabestaanden begrepen nadat Hennis afgelopen weekeinde alsnog met hen had gebeld.
Ruperti, die de nabestaanden vertegenwoordigt, zei tegen het ANP van hen te hebben gehoord dat Hennis graag eerder had willen bellen, maar dat dit haar was afgeraden door haar ambtelijke staf. Het advies zou volgens Ruperti hebben geluid dat nabestaanden er in de fase rond de publicatie van het OVV-rapport niet op zouden zitten te wachten.
Een woordvoerder van Defensie zegt in een reactie. “De minister wordt geadviseerd over het contact met nabestaanden. Ook in dit geval is de minister afgegaan op dit advies”.
In het gesprek met de nabestaanden bood Hennis excuses aan. Ook heeft de minister gezegd dat het haar speet dat alles zo was gelopen en uitgelegd waarom ze geen contact had opgenomen. Wat die uitleg was, was tot nu toe niet bekend.
Volgens Ruperti heeft het contact met Hennis de nabestaanden goed gedaan. Dat weerhoudt ze er niet van om juridische procedures tegen Defensie door te zetten. Het gaat om een claim voor schadevergoeding en aangifte vanwege dood door schuld.
Hennis heeft gebeld met de moeder van de omgekomen Henry Hoving (29) en met de vader van Kevin Roggeveld (24). Volgens Ruperti heeft Defensie inmiddels ook contact opgenomen met de weduwe van Hoving. Hennis zal ook met haar persoonlijk spreken.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) concludeerde vorige week donderdag dat Defensie “ernstig tekortgeschoten” is in de zorg voor de veiligheid van Nederlandse militairen in Mali. Zowel de veiligheid van de mortiergranaten als de medische hulp was niet op orde.
Anp