Lodewijk Asscher neemt het woord: “het was vandaag een heel bijzondere bijeenkomst hier in het hart van de democratie”. Het is het begin van de afsluitende persconferentie na een middag in de Ridderzaal over de oplopende religieuze spanningen in Nederland. De hele middag hebben christenen, moslims, joden en humanisten met elkaar gepraat. Asscher spreekt een twintigtal journalisten toe.
“Het gesprek van vanmiddag is nodig,” doceert Asscher. Er zijn onderzoeken waaruit blijkt dat veel mensen negatief over moslims denken. De conflicten in de rest van de wereld hebben de neiging over te slaan naar Nederland, zoals die in Syrië, Irak en Israël. Gelukkig hebben de mensen elkaar vanmiddag intensief gesproken, meldt Asscher: “nu hebben ze elkaars telefoonnummer”.
Asscher wil dat mensen bij elkaar over de vloer komen en suggereert dat hier vanmiddag een eerste start mee is gemaakt door jongeren en religieuze leiders met elkaar te laten praten. Zou het helpen?
Deze vraag ligt erg voor de hand, maar wordt hier niet gesteld. Klaas van der Kamp van de Raad van Kerken houdt een verhaal over diepgang in het leven, bezieling en verdraagzaamheid. Hij vindt het erg dat uit onderzoek blijkt dat een op de zeven christenen moslims niet als hun naaste beschouwt.
Rabbijn Soetendorp zegt dat de ruimte vanmiddag gevuld was met compassie. Mensen hebben volgens Soetendorp angst om zich in het openbaar te uiten. Maar vandaag werkten generaties samen om elkaar te leren kennen en Soetendorp is Asscher dankbaar dat hij dit idee tot wasdom heeft laten komen. Er was vanmiddag namelijk helemaal geen schroom.
Een imam heeft vanmiddag ook veel geleerd. De uitdaging is om moslimhaat, homohaat en antisemitisme tegen te gaan. Hij wil dat ook moskeegangers daarmee aan de slag gaan. Radicalisering moet worden uitgeroeid. Ook zijn er ‘partnerships’ nodig.
Tenslotte spreekt ook een mevrouw van het Humanistisch Verbond enige zalvende woorden. We moeten iedereen als individu zien en onze gemeenschappelijke zorgen onderling bespreken. Gelovigen en seculieren maken zich zorgen dat men niet meer anders mag zijn. De bijeenkomst was ook volgens haar “heel bijzonder”.
De religieuze leiders zijn beschikbaar voor vragen, vertelt de persvoorlichter. Wat de middag precies heeft opgeleverd blijft ook in deze interviews onhelder. De imam babbelt over “ketenpartners” en de man van de Raad van Kerken vindt het goed dat er “recht wordt gedaan aan het maatschappelijk belang van religies”. Ook racisme op sociale media is besproken, zo weet een van de jongeren te melden.
De opbrengsten zijn al met al vaag. Iedereen vindt ontmoeting en verdraagzaamheid belangrijk, maar niemand heeft dat ooit ontkend. De vraag is: waarom was er hier een ontmoeting met Asscher voor nodig?
Niemand lijkt antwoord te hebben op deze vraag. Een jongen met een keppeltje is goed getraind om te melden dat de dialoog heel belangrijk is, maar hij erkent al snel dat zijn keppeltje in Amsterdam Nieuw-West een probleem is en dat dat vanmiddag niet is opgelost. Dit laat het kernprobleem van de middag zien: de verkeerde mensen zitten aan tafel.
Er zijn soms problemen met de acceptatie van moslims. Groepen moslims worden aangesproken op radicalisering terwijl ze daar niets mee van doen hebben en goed geïntegreerd zijn. De mensen die hen ten onrechte beschuldigen, zijn er vandaag niet. Het is ook niet duidelijk wie dit precies zouden moeten zijn, want islamkritiek wordt hier impliciet gelijkgeschakeld aan onverdraagzaamheid. Veel mensen weten wel beter.
De radicale moslims die joden het liefst dood wensen zijn eveneens niet aanwezig, terwijl zij toch wel een lesje dialoog kunnen gebruiken. In de Ridderzaal neemt Asscher de makkelijkste route: acceptabele religieuze leiders en hoog opgeleide jongeren mogen laten zien dat tolerantie belangrijk is. Succes verzekerd want dit zijn de mensen die tolerantie al in de praktijk brachten. Het levert onberispelijke Asscher-PR op waar niemand iets aan heeft. Behalve Asscher zelf natuurlijk.