De essentie van het probleem van Perdiep Ramesar is niet dat bronnen niet bleken te bestaan, maar dat onzorgvuldigheid in dienst stond van de wens van de krant om nieuws te maken en voor ophef te zorgen, in plaats van nieuws te beschrijven, ophef te voorkomen en begrip te bevorderen.
Trouw heeft gedegen onderzoek laten doen naar de artikelen die Perdiep Ramesar voor de krant deed, waarvoor hulde. Uit het onderzoek komt het beeld naar boven van een redactie die niet alleen te weinig vragen stelt, maar ook te weinig ruimte biedt voor interne kritiek. Ontluisterend: er waren al jaren aanwijzingen dat er bronnen werden verzonnen, maar er werd weinig aan gedaan. Vooral stuitend vond ik het verhaal dat “redacteur 10″ de moed heeft gehad om de verzinsels van Ramesar te controleren, maar zich er niet senang bij voelde zijn bevindingen te delen.
Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Gebrek aan zelfreflectie en een sfeer van boven elke twijfel verheven zijn. Allemaal conclusies die getrokken kunnen worden uit het rapport. Maar wat er niet in staat, is dat sommige van de stukken van Ramesar wel erg handig uitkwamen. Het waren stukken die wachtten om geschreven te worden. Want de combinatie tussen jihad, Schilderswijk en Islam is actueel, en medialogica veronderstelt dat als iets nieuws is, het meestal ook weer nieuws wordt.
De schade die aangebracht is door de verzinsels van Ramesar zijn enorm. Ik kan me voorstellen dat de sfeer op de redactie van Trouw wel eens beter is geweest nu de betrouwbaarheid van deze krant zo is geschaad. Andere kranten smullen ervan; geen beter vermaak dan leedvermaak immers. Maar tegelijkertijd ga ik ervan uit dat menig hoofdredacteur een smsje heeft gestuurd over artikelen die binnenkort in de krant komen: “kloppen je bronnen”? Alsof dat alleen zaligmakend is.
Immers: Als Ramesar lang genoeg doorgezocht had, zou hij ongetwijfeld wél bronnen kunnen vinden om zijn verhaal mee te staven. Maar daarmee zouden het geen betere stukken geworden zijn. Ook met een enkele bron is er immers geen sprake van dat de situatie in de Schilderswijk zo is als Trouw hem beschreef, en zoals Wilders hem graag wilde zien. Overigens ben ik benieuwd naar de vorm waarin de excuses worden gegoten die Trouw gaat aanbieden aan de inwoners van de Schilderswijk, die weggezet zijn als middeleeuwse godsdienstwaanzinnigen.
Er zijn meer voorbeelden van artikelen uit Trouw die onwaar bleken te zijn, maar wel voor ophef zorgden. In juni 2013 stond er een groot artikel in de krant over gedwongen verhuizing van bejaarden. Honderden ouderen zouden door het huidige kabinetsbeleid al gedwongen zijn hun verzorgingstehuis verlaten. De werkelijkheid bleek genuanceerder. Recenter, in november van dit jaar, was er ophef over scholengemeenschappen die hun VMBO’s afstootten, om blanker te worden. Van dit verhaal bleef weinig over. Terwijl de bronnen (waarschijnlijk) wel daadwerkelijk controleerbaar bestonden en er heus een kern van waarheid in de artikelen zat, was de ophef die ze veroorzaakten onterecht. Het lijkt me niet de taak van de krant om op zo’n manier ophef te bevorderen om er later achter te komen dat de werkelijkheid genuanceerder ligt; eerder lijkt het me de taak te duiden en alle kanten te belichten.
Toen ik voor het eerst hoorde dat Perdiep Ramesar de Kees Lunshoflezing zou houden, vond ik dat geen goed idee. Ik vond immers al eerder dat de tendentieuze berichtgeving mijn lievelingskrant ontsierde, en had er geen behoefte aan dat eenzelfde ontsiering Nieuwspoort ten deel zou vallen. Misschien inconsequent, of juist niet: toen kort voordat de lezing zou plaatsvinden het nieuws over het ontslag brak, leek me nu juist dat deze kwestie bij uitstek geschikt zou zijn voor een lezing met als doel een open debatcultuur over de verhouding tussen politiek en journalistiek te bevorderen. Het heeft niet zo mogen zijn.
Het heeft er alle schijn van dan er conclusies getrokken worden over het functioneren van de redactie, er zal ongetwijfeld beter gelet worden op het gebruik van bronnen en er zal hard gewerkt worden aan betere controle. Maar ik betwijfel of journalisten in staat zijn hun eigen rol ter sprake te brengen als het gaat om het doorbreken van de ijzeren ring van de medialogica: nieuws wordt nieuws als het nieuws was, en grote verhalen creëren andere grote verhalen. Dissidente PvdA-ers, sex op twitter, gerommel in het college, frauderende bestuurders, reizende islamieten zullen dus het nieuws nog wel blijven bepalen bij de Keizerlijke hoofdredacteuren. Maar er zijn nog steeds jongetjes van 8 die opmerken dat de keizer geen kleren aanheeft.
Journalistieke artikelen zijn meer dan een optelsom van citaten met bronnen. Er worden keuzes gemaakt: aan de hand van wat voor de lezer interessant is, of maatschappelijk relevant, of gewoon nieuwswaardig. Perdiep heeft niet alleen bronnen verzonnen, maar hele verhalen. En heel Trouw is meegegaan met het plaatsen van die verhalen. De vraag hoe dat heeft kunnen gebeuren reikt veel verder dan het controleren van bronnen. Het vereist een debat over de rol van de journalistiek en journalisten die net wat vaker twijfelen.
Het is dan ook een gemiste kans dat Nieuwspoort niet juist deze vraag onderwerp heeft gemaakt van de jaarlijkse Kees Lunshoflezing, en het is een gemiste kans voor Trouw dat ze de artikelen van Ramesar niet on-line laten staan als een monument voor de staat van de journalistiek anno 2014. Maar er is hoop, en zijn of haar naam is redacteur 10.