Tijdens het debat woensdag over het optreden van Femke Halsema rondom de demonstratie tegen racisme in Amsterdam, moest ik denken aan een tv-item in De Wereld Draait Door, vlak vóór de verkiezingen van 2010. Felix Rottenberg vertelde dat hij die middag met drie ‘conservatoren van musea’ in Amsterdam had gesprokenen, die hem hadden verteld waarom ‘het type Femke Halsema premier moest worden’. Deze niet al te brede volksraadpleging was voor presentator Matthijs van Nieuwkerk reden om die avond uitgebreid met Halsema te spreken over haar toekomstige premierschap. PvdA-coryfee Rottenberg zei ook waaróm de kunstbeheerders Halsema zo graag als premier wilden: ‘Die stijl, die mentaliteit, die houding van haar.’ Het item herinner ik me nog goed, omdat ik het destijds absurd vond. Femke Halsema haalde bij deze verkiezingen tien zetels, GroenLinks werd in 2010 de zevende partij.
De grootse partij levert de premier en in 2010 was er niemand die dacht dat GroenLinks de grootste partij kon worden, ook niet bij DWDD. Maar toch voerde het programma dit toneelstukje op. De discussie ging niet over een vrouwelijke premier, dan hadden ze ook een andere linkse lijsttrekker kunnen kiezen. Marianne Thieme van de PvdD of Agens Kant van de SP, die met vijftien zetels veel groter werd dan GroenLinks. Voor dat debat zou het logischer zijn geweest om een politica van de VVD of PvdA te vragen, in 2010 veruit de grootste partijen. Maar dat was het dus allemaal niet. In DWDD werd de persoon van Halsema als premier gepromoot. Destijds vroeg ik me al af waarom dit VARA-programma dat deed. Waarom zou iemand die populair is onder ‘conservatoren’ als vanzelf een goede premier zijn? Waarom dachten ze in de grachtengordel toch altijd dat hun voorkeuren maatgevend zijn voor mensen in het hele land?
In 2018 werd GroenLinks de grootse partij in Amsterdam. Daarna was het logisch dat deze partij de burgemeester zou leveren. Toch weet ik niet of ‘de stijl, de mentaliteit en de houding’ van Halsema – om de woorden van Rottenberg te gebruiken – hiervoor het beste geschikt zijn. Een goede burgemeester zet zichzelf juist niet in de schijnwerpers en staat zoveel mogelijk boven de partijen. Een demonstratie tegen racisme zou mensen moeten samen brengen. Bij de meeste betogingen in het land is dat gelukt, maar bij deze demonstratie in Amsterdam niet. Het was pijnlijk om te zien hoe juist door het optreden van deze burgemeester groepen mensen tegenover elkaar kwamen te staan. Mensen in de zorg, van velerlei kleur en achtergrond, die boos waren omdat de coronaregels opzij werden gezet. Zorgverleners die dag en nacht hebben gewerkt en dit optreden hebben ervaren als een gebrek aan solidariteit.
Een goede burgemeester had fouten erkend en lessen getrokken. Halsema koos echter voor een mediastrategie, waarin ze de schuld op anderen probeerde af te schuiven. Dat leidde weer tot felle discussies, tussen allerlei politici die vóór of tégen Halsema waren; journalisten die vóór of tégen Halsema pleitten en actiegroepen die vóór of tégen Halsema ageerden. Op deze wijze plaatste de burgemeester zichzelf in het middelpunt van de discussie. Terwijl een burgemeester gezag ontleent aan het feit dat deze bóven de partijen staat. Het is niet goed dat je een burgemeester niet meer kunt aanspreken op fouten, zonder in een politieke controverse te raken. Het ambt en de persoon lopen hier te veel door elkaar en dat is voor beide schadelijk. De wereld draait niet om Halsema. Maar de wereld rondom haar draait wel door. Dat deed ze tien jaar geleden echter ook al, in het gelijknamige VARA-praatprogramma.