Met twee goede vrienden verbleef ik een week in een vervallen landhuis, op een verborgen landgoed diep in de bergen. Bomen vertelden de verhalen van decennia terug, ruïnes legden het leven bloot van eeuwen geleden. De tijd is exact, tot op het zoveelste van een seconde, maar de beleving van de tijd is heel subjectief. Deze week leek in mijn beleving een maand te duren. In Den Haag is dat precies andersom. Daar schieten de maanden voorbij en voelen ze als weken. Aan de geschiedenis kan het niet liggen, op het Binnenhof voel je evengoed de adem van de eeuwen. Daar op die berg moest ik denken aan ‘Twee meisjes’, een poëtisch lied van de zanger Raymond van het Groenewoud. Een gezongen gedicht over de ervaring van de tijd, van zijn album Ik ben God niet uit 1996.
Twee meisjes op het strand.
Ze lezen modebladen.
Ze kijken in het rond.
Ze dromen van een prins.
Ze zoeken in hun tas.
Ze wijzen naar de foto’s.
Ze schudden met hun haar.
Ze praten met een vriend.
De tijd is ons meest kostbare bezit, dat met de jaren steeds waardevoller wordt. Wat een luxe is het om de tijd zo te vermorsen, zoals deze meisjes op dat strand. Het laat ze alle ruimte om te dromen, over een toekomstige prins. De meisjes beleven de tijd als een eeuwigheid, wie kan hen wat maken? Wat achteloos schudden ze met hun haar. Later ziet de dichter ze terug, zorgeloos drijvend op de zonnige golven. Dan slaat zijn bewondering om in melancholie, het contrast met zijn eigen leeftijd wordt te groot. De klok geeft niet meer de juiste tijd, deze dag ging veel te snel. Ze gaf hem een besef van zijn eindigheid. Dit zou hem daarna een rusteloze nacht opleveren. Liggend onder zijn zomerse deken, die ineens zwaar aanvoelt. In het besef dat eens ook zijn bladzijde wordt omgeslagen.
Twee meisjes op een plank.
Gedragen door de golven.
Het branden van de zon.
De wijzers houden op.
De dag brengt ouderdom.
De nacht brengt vreemde uren.
De deken is zo zwaar.
Een bladzijde slaat om.
Een wiskundige vertelde mij hoe het komt dat als je ouder wordt de tijd sneller lijkt te gaan. Dat zou zijn omdat je gevoelde tijdsduur zou afhangen van je totale levensduur. Voor een vijftienjarige is één jaar een vijftiende van het leven, voor een vijftigjarige zoals ik zou één jaar slechts een vijftigste zijn. Ik hoop niet dat dit klopt, want het is een ondraaglijke gedachte. Gelukkig kon ik het nog wel, de tijd langzamer beleven. Zo gemakkelijk als bij die meisjes aan het strand lijkt dat niet te gaan, ik moest er diep voor de bergen in. Binnenkort begint het weer in Den Haag en zal de tijd opnieuw genadeloos aan me voorbij vliegen. Af en toe zal ik proberen om toch even stil te staan en na te denken. Bijvoorbeeld door te luisteren naar de ‘Twee meisjes’ van Van het Groenewoud.
Deze maand verscheen Denken op de dijken. Het Nederland van de filosofen, het nieuwe boek van Ronald van Raak.