Dagblad Trouw maakte, als reactie op de Perdiepaffaire (waarin de voormalig redacteur stelde dat radicale moslims de dienst uitmaken in de wijk), een special over de Haagse Schilderswijk. Acht redacteuren verbleven in de Haagse probleemwijk en namen 100 uur interviewmateriaal mee waarin ze 75 bronnen spraken. Burgemeester en enthousiast doordewijkfietser Jozias van Aartsen kwam aan het woord (“het gaat de laatste anderhalf jaar beter”) en veel insiders, waaronder hulpverleners, die vertelden hoe inwoners van de wijk zich gestigmatiseerd voelen. Hoofdredacteur Cees van der Laan stelt in zijn commentaar dat het eigenlijk een wonder is dat het zo vaak goed gaat in de Schilderswijk, omdat 90 procent van de inwoners allochtoon is en er 110 nationaliteiten in de wijk vertegenwoordigd zijn. Aan Nikki Sterkenburg, journaliste bij Elsevier en auteur van vele verhalen over de wijk, de vraag of het beeld wat Trouw schetst in de bijlage een beetje klopt.
Er zijn 75 bronnen gebruikt in de verhalen. Komen die op jou betrouwbaar over?
“Een deel komt me bekend voor, maar ik ken natuurlijk niet alle bronnen. Het valt te prijzen dat Trouw op deze manier de complexiteit van de wijk heeft onderzocht, beetje The Wire-achtig. Ze zullen er de beste bedoelingen mee hebben, maar het blijft natuurlijk gewoon journalistiek basiswerk – alsof het uniek is om een wijk in te gaan en rapporten door te ploegen. Het was sowieso beter geweest als ze dit voor de shariadriehoek-gate hadden gedaan, dan was Perdiep immers eerder door de mand gevallen.”
Hebben mensen die in de Schilderswijk wonen als vertrekpunt een achterstand?
“Qua cijfers blijkt inderdaad dat inwoners van de Schilderswijk in een achterstandspositie verkeren. Maar dat de wijk er in de statistieken slecht voorstaat, neemt niet weg dat heel veel mensen er anno 2015 met veel plezier wonen. Het is niet de no go-area zoals deze wel eens is beschreven. Met name de derde generatie Marokkaanse migranten doen het erg goed, zij zijn in Nederland opgegroeid en redelijk streetwise, ze weten wat er op de pleintjes gebeurt, spreken goed Nederlands, werken en studeren. Er zijn de afgelopen jaren wel pogingen ondernomen om meer diversiteit in de wijk te krijgen. Zo zijn er studentenwoningen gebouwd en kregen sommige allochtone families met voorrang een mooie woning met tuin in Zoetermeer aangeboden. Maar binnen enkele jaren zit zo’n familie dan toch weer op drie hoog in de Schilderswijk. Ze missen de gezelligheid van de buurt, en bovendien is alles er op loopafstand. Het is de crux van de wijk: autochtone Nederlanders willen er niet wonen, en allochtonen die er wonen, willen er nooit meer weg.”
Jozias van Aartsen stelt dat het de laatste anderhalf jaar beter gaat, is dat een feelgoodverhaal of zit er iets in?
“Ik weet niet of het beter gaat dan vroeger, want ik kom er pas 1,5 jaar frequent. Maar ik zie wel dat het zeker niet slecht gaat. Veel Schilderswijkers zijn betrokken bij hun wijk, ouderspreekavonden op school worden druk bezocht en er wordt veel voor bewoners ondernomen – zeker in de vorm van taallessen en op het gebied van zelfbewustwording. Zo trekt project Schilderswijk Moeders actief en op vrijwillige basis de wijk in om geïsoleerde gezinnen te bereiken: een geweldig project, dat niet eens heel veel geld kost. Ook zijn er andere stichtingen die goed vinger aan de pols houden bij wat er leeft en speelt, zoals stichting Saba en stichting Moeder en Dochter. Het is jammer dat ze soms niet meer politieke steun krijgen, want ze doen fantastisch werk. Ik grap wel eens dat Marokkaanse moeders in de Schilderswijk meer weten dan de AIVD, maar er zit echt een kern van waarheid in.”
Klopt het gevoel van stigmatisering dat in veel van de verhalen in Trouw doorklinkt? Dat ze het idee hebben dat media en politici de Schilderswijk wel erg vaak aangrijpen als voorbeeld van een probleemwijk?
“Volgens mij klopt het wel dat de Schilderswijk eerder gestigmatiseerd wordt dan bijvoorbeeld Zaandam-Poelenburg is – in het verleden ook een van de Vogelaarwijken. Ik heb onlangs een verhaal over Gouda gemaakt, en daar hebben ze ook het idee dat ze
landelijk onder het vergrootglas liggen omdat ze zo dicht bij Den Haag liggen. Wat dat betreft kiezen politici voor plaatsen waar ze geografisch gezien niet ver naartoe hoeven te reizen. Politici willen laten zien dat ze de straat op gaan, praten met ‘gewone’ mensen en dat ze een luisterend oor bieden voor de problematiek. Maar je ziet ze inderdaad vaker in de Schilderswijk of in Gouda dan in Zaandam-Poelenburg of in Zutphen.”
In het verhaal klinkt door dat de wijk een aanzuigende werking heeft op Jihadisten van buitenaf en niet zozeer dat de wijk zelf voedingsbodem biedt voor radicalisering. Klopt dat in jouw ogen?
“Er is een groep fanatieke jihadisten en aspirant-jihadisten actief geweest in de Schilderswijk, maar het klopt dat velen van buiten komen. Dat geldt zowel voor terreurverdachten Azzedine C. en Rudolph H., als Lotfi S., die zichzelf in Irak opblies. Die stond bij de Hoefkade-demonstratie vorig jaar enorm te schreeuwen, maar zelf woonde hij tot zijn vertrek naar Irak in Amsterdam.”
“Ook Soufiane Z., die zou zijn omgekomen in Syrië en een van de leiders van de radicalen in de Schilderswijk was, komt oorspronkelijk uit het oosten van het land. In de Schilderswijk was ook lang niet iedereen van die groep gecharmeerd. Zo heeft de radicale groep zelfs een tijd een bedrijfsruimte gehuurd voor samenkomsten, omdat ze in de theehuizen niet welkom waren. Als individu kon iedereen komen, maar groepsactiviteiten moesten ze ergens anders doen. Veel moskeeën in Den Haag en de Schilderswijk hadden dezelfde houding: je was welkom voor gebed, met z’n allen in een hoekje smoezen deed je maar ergens anders.”
“Daarvoor weken ze ook nog wel eens uit naar moskeeën in Zoetermeer en Delft. Zelf wist ik dat de wijk geen shariadriehoek was, toen ik hoorde dat een van de radicalen een vrouw met niqaab had die veelvuldig vreemdging – ook met niet-moslims. Als er echt een shariabewind in de wijk had geheerst, dan was er een steniging geweest of was ze wel met zweepslagen door de wijk gejaagd. Maar hij is van haar gescheiden, zonder al te veel drama. Ook jihadisten kunnen wat dat betreft pragmatisch zijn. Wat je wel zag, was dat ‘shariadriehoek’ ineens een soort geuzennaam werd.”
“Azzedine C. heeft me wel eens toevertrouwd dat hij na het artikel in een jolige bui borden op wilde hangen met ‘Pas op, u betreedt nu de shariadriehoek’. Maar hij zag er vanaf, omdat hij de bewoners niet bang wilde maken. Ook sprak de jihadistische beweging op Twitter ineens van ‘jihadcity’, als het om Den Haag ging. Dat is sowieso tekenend voor de Schilderswijk, dat de radicale groep op een zeker moment de hoax omarmde en zichzelf belangrijker en groter voelde en maakte dan ze eigenlijk was.”