Wat er precies aan de hand is met NRC Handelsblad weet vrijwel niemand. Vroeger was het nog een liberale kwaliteitscourant, maar de laatste jaren is het een in zichzelf gekeerd vooruitgangshatend blad geworden dat vooral zichzelf en de generatie ’68 bewierookt en de Telegraaf naar de kroon lijkt te willen steken als het gaat om actiejournalistiek en ronkend moralisme. In anonieme(!) hoofdredactionelen wordt er rustig op los belasterd, alles wat te maken heeft met vrijheid en vooruitgang wordt gedemoniseerd of verdacht gemaakt, terwijl islamkritiek of politiek incorrecte gedachten er meer dan streng verboden zijn. Hoogtepunt, op de valreep van 2012, is een staaltje vooruitgangsbashen waar een christelijk conservatief nog bleek van zou wegtrekken.
Aangezwengeld door ene Marc Hijink (die notabene op de voorpagina(!) beslist niet objectief, tendentieus en ronduit kwetsend Facebook kapot mag schrijven, want het échte nieuws was op) wordt de “social media” tot de nieuwe Het Kwaad gedoopt. Zoals ooit ook the Beatles het nieuwe kwaad waren, zoals ook ooit de stoomtrein het einde der tijden inluidde, zoals ooit het stoomgemaal, de boekdrukkunst en het vliegtuig nieuwe generaties zouden slopen en de maatschappij volledig zouden vernietigen. Kennelijk bestaan er nog altijd koeien, stokoude koeien, waarvan de melk zuur wordt als de ‘zoogenaamde spoorweg’ eenmaal een feit is.
Coup?
De vraag waarom verwarde onheilsprofeten hun psychotische propaganda in een voorheen kwaliteitscourant als NRC kwijt mogen, is een vraag die waarschijnlijk altijd onbeantwoord zal blijven, zoals de meeste antwoorden aangaande NRC Handelsblad onbeantwoord zullen blijven.
Wellicht kunnen we beter vragen: waren Peter Vandermeersch en Derk Sauer op kerstreces en heeft er een coup plaatsgevonden op de NRC-redactieburelen?
Hoe dan ook, de jongens van de digitale afdeling zullen zich, voor de zoveelste keer, weer flink genaaid voelen. Terwijl zij ziel en zaligheid aan de dag leggen om NRC ook in de digitale eeuw overeind te houden, grijpen geborneerde oud mediale fatsoensrakkers de macht op de redactie om zonder schaamte over een complete online generatie heen te kotsen. Daar is niets journalistieks aan, heeft helemaal niets met Lux et Libertas te maken en lijkt meer op een slijptol dan een slijpsteen voor de geest.
Geert Mak
We kunnen alleen maar hopen dat Derk Sauer, Egeria en die paar NRC-abonnee’s van onder de 55 zich kapot schamen als zij na de kerstdagen ruiken welke zure putlucht er uit de krochten van het eens zo liberale kwaliteitsmedium opstijgen. Maar ach, van een linkse babyboomersjuristenkrant waar zelfs Geert Mak niets meer mee te maken wil hebben valt natuurlijk weinig te verwachten.
Wat dat betreft zal de crisis binnen korte tijd voorgoed een einde maken aan deze dwaze journalistieke nachtmerrie die Nederland nu alweer zo lang teistert en is een leeg megalomaan maar foeilelijk stuk vastgoed “met toprestaurant” op het Amsterdamse Rokin straks nog het enige wat ons herinnert aan een eens zo degelijke kwaliteitscourant en het definitieve einde van een volgevreten generatie die uiteindelijk aan morele obesitas ten onder is gegaan.
Kerstbonus: een tienpuntenplan dat destijds (omstreeks 1899) is geschreven door ‘Den Langzaame Communicatie Beweeging’, een groep beslist anonieme dominees die via de geschreven media maar bleven drammen over alles wat niet in hun straatje paste, met name over moderne technologie waardoor ook anderen behalve zijzelf zomaar een mening konden uiten.
Dit tienpuntenplan is een samenvatting van het manifest ‘Weg met den duivelsche telephoon!‘ en geeft aan welke gevaren er kleven aan ‘die duivelse uitvinding der telephoonie’.
Hopelijk is het tienpuntenplan van de huidige agressiefmoralistischfascistoide NRC-anti-techbeweging over 100 jaar net zo lachwekkend als het manifest van de ‘telephoonie’-hater heden ten dage is.
Tien gevaaren der telephoonie
1. Telephoonie maakt ons dom
Vroeger, voor het duivelse telephoonsyteem zijn intrede deed en onze jeugd voor galg en rad liet opgroeien, moest men voor informatie nog een courant leezen. Of een brief schrijven. Tegenwoordig is leezen er niet meer bij maar belt men alles aan elkander door.
2. Telephoonie maakt ons asociaal
Waar is den tyd gebleeven dat wy met elkander in den gelagkamer zaten ende elkaar kostelijke verhalen vertelden? Sinds de duivelsche telephoonie zien wij mekander nooit meer recht in den oogen. Dit kan verstrekkende gevolgen hebben.
3. Telephoonie stimuleert verkokering en egotripperij
Bij het telephooneren hooren wij nog slechts informatie die is gefilterd door een kring van mede-geïnteresseerden. Telkens als wij eenen vrind optelefoneren ligt narcisme op den loer: om toch positief te blyven schetsen wij het liefste een geheel eigen poostieve werkelijkheid voor.
4. Telephoonie maakt ons geestesziek
De constante verbinding met den ander werkt verslavend. Wy willen voortdurend in contact blijven en ook den laatste roddels niet missen. Maar den ooverdaad aan informatie welke vrijkomt door het telephoonienetwerk veroorzaakt irritatie, stress en overbelasting van ons brein dat immers gewend is aan brieven, couranten, schilderijen en soms een toverlantaarn.
5.Telephoonie tast het geheugen aan
Bellen van telefonist naar dorpsgenoot en weer terug naar een andere vrind is allemaal korte termijn werk. Zo raakt het langetermijngeheugen uit balans. Hierdoor raken wij context, reflectie en creativiteit kwijt. Uiteindelijk weten wij slechts alleen nog maar het nummer van onze vrinden, maar zijn wij niet meer in staat onze vrienden in een andere dan de numerieke context te plaatsen.
6. Telephoonie is manipulatief
Crimineelen en ander geteisem zal weldra het telephoonnetwerk misbruiken voor hun nare doeleinden. Argeloze huisvrouwen alsmede artsen en notarissen zullen worden opgetelephooneerd teneinde geheime informatie prijs te geeven welke is bedoeld voor dief of concurrent. Ook den puublieke opinie kan ernstig worden beïnvloed door telephoonie. Journalisten en chroniqueurs kan misleidende informatie worden doorgespeeld zonder tussenkomst van nieuwscurator of filterende elite.
7. Telephoonie voedt het panopticum der tirannieke ooverheid
Middels het analyseren van telephoongegevens en het distilleren van drukte bij telephooncentrales kan een eventuele bezetter of tiran makkelijk weten welke trends en voorspellingen er leeven onder het gepeupel.
8. Telephoonie zet aan tot terreur
Middels een uitgekiend systeem van telephoonnummers en bellijsten kan men eenvoudig aanzetten tot terroristische en overige staatsondermijnende activiteiten. Binnen slechts seconden kan een meute worden opgezweept het paleis te bestormen of zelfs een hele stad over te nemen. Niet voor niets was ‘Ik staa in den gids’ de meestgebruikte zijn van 1893!
9. Telephoonie voedt sensatiezucht
Via den telephoon worden vooral roddels ende achterklap duchtig verspreid. Hierdoor ontbreekt den context als gauw een gaan berichten een geheel eigen leeven leiden.
10. Telephoonie bedreigt den creativiteit en den privacy
Via den telephoon laten wij ons gemakkelijk gaan en gooien wij al onze grieven pardoes open ende bloot op tafel. Wij zien immers geen maskerade meer noodzaakelijk aangezien wij niet langer het aangezicht van onze gesprekspartner voor ons zien. Hierdoor verdwijnt den speelruimte iemand anders te zijn en loopt met naame den jeugd het risico niet langer in het keurslijf van deugdelijkheid en zedelijkheid terecht te komen met alle catastrofale gevolgen voor den toekomst van dien. Wij vreezen zelfs dat den jeugd op eenen slechten dag het haar tot over den ooren zal dragen zolang niemand deze jeugd meer in oogenschouw neemt en op den juiste wijze tuchtigt.
