Politiek

Twitteren met overheid verkleint kloof niet

02-01-2013 09:12

De trend van de afgelopen jaren is om de overheid te verwijten dat ze niet modern genoeg werkt. De overheid zou immers bureaucratisch en verkokerd zijn. Nu moet dat allemaal anders, zeggen met name de pleitbezorgers van sociale media. Zij vinden dat de overheid nieuw elan nodig heeft en dat dat elan kan ontstaan door meer interactie met de burger via digitale middelen. Deze werkwijze zou starre organisaties opener maken, burgers bij het beleid betrekken en bovendien beter beleid opleveren.

De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO), een adviesraad van de Tweede Kamer en de regering, behoort sinds kort tot een van de enthousiaste pleitbezorgers van deze gedachte. Zij schreven al eerder een ‘pre-advies’ over de relatie tussen internet en de overheid, en komen nu met een onderzoeksrapport over de Noord/Zuidlijn in Amsterdam, waar sociale media op innovatieve wijze werden ingezet. De RMO bestaat uit hooggeleerde personen, maar zij hebben zich nu verbonden aan extreem oppervlakkige, niet-onderbouwde ideeën.

Effectieve sociale media

Ton Baetens schreef op basis van bronnenonderzoek en interviews met betrokkenen dit rapport. Hij verhaalt over de projectorganisatie van de metrolijn, de verzakkingen van panden in de Amsterdamse binnenstad in 2008 en de strategie die daarna werd gevolgd om de projectorganisatie te verbeteren. Hij focust daarbij met name op de rol van sociale media. Deze werden na de verzakkingen actief door de projectorganisatie ingezet. Sindsdien is deze case een prominent voorbeeld van effectief sociale media-gebruik door overheden.

De geïnformeerde lezer kan uit dit rapport te weten komen dat de projectorganisatie van de Noord/Zuidlijn slecht functioneerde tot de verzakkingen plaatsvonden, en dat pas daarna verbetering optrad. De suggestie is dat dit kwam omdat er een reorganisatie plaatsvond en de communicatie transparant werd door middel van sociale media. Zo kan worden beargumenteerd dat sociale media een belangrijk middel zijn voor overheden om met burgers te communiceren. Er is sindsdien namelijk minder gedoe en ontevredenheid over de Noord/Zuidlijn.

Hoe dom kan een adviesraad zijn? Hoeveel incidenten waren er de afgelopen jaren met de Noord/Zuidlijn? Het belangrijkste incident vond plaats in 2008. Na die verzakkingen gebeurde er niets ernstigs meer. Dit is te danken aan de techniek, de damwanden, de bodem en andere fysieke zaken. Dat de projectorganisatie sinds 2008 filmpjes ging maken en ging twitteren, en dat in de stad te zien was ‘hoe ver de boor gevorderd was’ is allemaal leuk, maar nergens is bewijs dat deze gadgets een rol speelden bij het feit dat het protest tegen de metrolijn afnam.

Andere redenen

Er zijn wel belangrijke andere redenen. Zo neemt boosheid over stompzinnige politieke beslissingen per definitie af bij de meerderheid van de bevolking, namelijk bij de burgers die niet elke dag last hebben van de bouw. Voor de minderheid die naast de bouwput woont neemt de boosheid niet snel af en kunnen tweets en open communicatie de overlast nauwelijks compenseren. Per saldo neemt het protest dan nog steeds af omdat de meeste mensen niet direct geraakt worden.

Maar er is een belangrijker reden waarom de kwaadheid afnam: er zijn geen rampen meer gebeurd. Als de Beurs van Berlage, Amsterdam CS of De Bijenkorf ook maar een centimeter waren verzakt, was daar niet tegenop te twitteren geweest. Dit was immers wederom bewijs dat de metro nooit aangelegd had mogen worden. Alle burgers waren er dan weer aan herinnerd dat ze die metrolijn eigenlijk nooit hebben gewild. Tweets helpen dan niets.

De RMO weet dit natuurlijk ook wel, maar als je deze relativering meeneemt kun je niet volhouden dat de twitterende Noord/Zuidlijn een voorbeeld voor overheden is. En dat was toch de drogredenering die je naar voren wilde brengen.

Chris Aalberts schreef samen met Maurits Kreijveld ‘Veel gekwetter, weinig wol’ over de inzet van sociale media door overheden, politici en burgers.