Column

Aan Abdelkader Benali

17-03-2016 07:21

Abdelkader Benali

Beste Abdelkader,

Ik las op je Facebook over de publiciteitscampagne rond je nieuwe boek ‘Brief aan mijn dochter’, dat op 5 april uitkomt.

Wat je schreef?

“De publiciteitskaravaan rond Brief aan mijn dochter (5 april) wordt in gang gezet. De grote kranten, radio en televisiekanalen tonen interesse, er is veel enthousiasme. Maar er is ook een schaduwzijde aan het publiceren over de diverse samenleving. Zo krijg ik ook van voor mij zeer belangrijke media-kanalen te horen dat ze het helaas geen aandacht aan mijn boek kunnen besteden omdat het niet aan hun publiek besteed is. Dit gaat om tijdschriften die een heel groot publiek bereiken. Na een goed interview met een christelijk omroeptijdschrift stelde ik voor om iets rond Mijn brief te doen. Mijn uitgever was hier heel enthousiast over omdat het een groot en goed lezerspubliek is. Ik dacht: “Dat gaat lukken!” Het antwoord van de redacteur aldaar was dat het publiek er helaas niet mee veel zou hebben, behalve als ik aan het einde van de brief “zacht schreiend tot geloof komt.” Dan blijven er de grote damestijdschriften die ontzettend terughoudend zijn om hun publiek ook maar een beetje te confronteren met de gevoelens, ervaringen en verhalen van Andere Nederlanders. De media-dame van mijn uitgeverij doet ontzettend haar best maar ook zij geeft toe dat het niet makkelijk is. Gelukkig heb ik een fantastische uitgever die niet bang is om het verbale breekijzer te hanteren. Ik vind het ongelofelijk dat deze belangrijke podia anno 2016 hun maatschappelijke verantwoordelijkheid niet willen nemen, puur uit angst en onbehagen.  Moraal van het verhaal: geloof niet te snel dat je er met een optreden bij Pauw en een interview in de Volkskrant bent. Er is nog altijd veel invloedrijke media in Nederland die de deur voor kleurrijke stemmen en hun verhalen keihard op slot houden. Maar we blijven beuken. Ik kom weer terug bij Mijn brief aan mijn dochter: over de dubbele bodems in de samenleving, deels transparant en deels obscuur, schrijf ik ook. Ik wil haar niet ontmoedigen, wel wijzer maken. Voorlopige conclusie: in 2016 is het laatste beetje verzuiling een vehikel voor censuur.”

Ik was er een beetje stil van.

Het lijkt wel of je vindt dat het de plicht van ‘christelijke omroeptijdschriften’ en ‘grote damestijdschriften’ is om aandacht te besteden aan jouw nieuwe boek, omdat je een ‘Andere Nederlander’ bent (qua zeuren ben je een Gewone Nederlander, hoor). En als ze het niet doen, ‘openlijk of obscuur’, dan is sprake van ‘censuur’.

Weet je wat ik daar van vind, Abdelkader? Dat je je eens moet laten onderzoeken op een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Dat vind ik.

Groet,

JanD