Column

Afgunst en intriges in Moskou

09-03-2013 14:01

Wat op het eerste gezicht dienst kan doen als een intrigrerend script voor een gelaagde film à la Gosford Park, blijkt nu uit te monden in een haatdragend drama. De eerste scene van de film is een shot op 17 januari van dit jaar, als Sergej Filin op weg naar zijn huis in Moskou wordt aangevallen met zwavelzuur en daarbij het zicht in zijn linkeroog verliest.

Nietsontziend en comromisloos

Sergej Filin is in de danswereld een ware grootheid. Na een succesvolle carrière als danser is hij sinds 2011 de artistiek directeur van het Bolsjoj-ballet uit Moskou, hét boegbeeld van het klassiek ballet.

In deze functie blijkt Filin nietsontziend en comromisloos te werk te gaan. Zoals het er overigens overal aan toe gaat in een omgeving met te weinig topposities voor teveel bovenmatig getalenteerde mensen. In de balletwereld gaat het erom wie de soloist mag zijn, wie in het middelpunt mag staan om zijn of haar talenten aan de wereld te tonen. Degene die dit bepaalt, de artistiek leider, heeft de absolute macht. Het gevolg van deze hiërarchie is dat veel dansers in hun loopbaan teleurgesteld raken, gedesillusioneerd afvallen of zelfs wanhopig hun leven opgeven.

De norm van de alleenheerser

In het geval van Filin en het Bolsjoj-ballet heeft deze harde, competitieve wereld nu een gezicht gekregen: Pavel Dmitritsjenko, een vooraanstaande solodanser van ditzelfde ballet, bekende anderhalve maand na de zwavelzuuraanslag dat hij de artistiek directeur een lesje wilde leren. Hij deed dit uit liefde voor zijn vriendin, de 21-jarige danseres Anzjelina Vorontsova. Hoewel Filin haar vijf jaar geleden op eigen initiatief bij het Bolsjoj-ballet had gehaald, bleef hij haar stelselmatig weigeren voor de solorol in het Zwanenmeer.

En zij bleek niet de enige. Filins wil was wet. Met ijzeren hand moest er geregeerd worden, tegenspraak was uit den boze. Niet alleen de dansers klaagden over zijn keiharde opstelling, zelfs productiemanagers moesten het publiekelijk ontgelden als zij in de ogen van de alleenheerser niet voldeden aan de door hem gestelde norm.

Alles verterende afgunst

Maar wat leert dit filmscript ons nu? Dat in de top een en ander gebeurt waar wij toeschouwers weinig tot niets van af weten, ja dat wisten we al. Wel geeft het ons een inkijkje in de mores die heersen in een wereld waar presteren boven alles gaat. Normen en waarden die voor ons normaal zijn, worden daar met handen en voeten getreden. En vice versa. Wij als filmpubliek kijken graag van een afstand naar spektakel dat ons wordt voorgeschoteld. Wij houden ervan om een oordeel te vellen over de op het eerste oog platte werelden waar wij een glimp van opvangen.

Het verschil tussen gewone stervelingen die in het dagelijkse leven hun weg bewandelen en de sterren in de top van de pyramide is in feite maar één ding: een alles verterende afgunst. Het merendeel van de mensen op aarde kan zich terugtrekken, kan besluiten zich niets aan te trekken van wat er om hen heen gebeurt en wat anderen van hen denken. In een wereld waar iedereen continu naar elkaar kijkt en met niets anders bezig is dan opvallen, kan men zich niet terugtrekken. Men kan het alleen maar beter doen dan anderen. En als dat niet lukt, bestaat hun wereld niet meer.

Heilig geloof

De recente sportgeschiedenis laat ons een paar voorbeelden zien hoe men hier mee om kan gaan. Vanaf de eerste seconde dat hij in dienst was bij FC Barcelona, hield coach Pep Guardiola al zijn spelers voor dat het niet ging om individuele prestaties, maar om een nieuwe, gezamenlijke manier van spelen. Deze manier legde hij gedetailleerd en keer op keer uit. Als alle spelers hieraan vast zouden houden, zouden prijzen vanzelf volgen. Bert van Marwijk presteerde in voor het WK in 2010 iets soortgelijks: door vanaf dag één de missie tastbaar te maken en deze te implementeren in de speelwijze, ontstond een team met een allesoverheersend doel en een heilig geloof.

Maar als de sterke leider steken laat vallen, wordt dit in een wereld waarin afgunst de primaire motor is direct afgestraft door het individu. Precies zo moet het ook gegaan zijn in de zomer van 2012 in Oekraïne, waar het Nederlands elftal tijdens het EK aan de buitenwereld een glimp liet zien van onderlinge afgunst. Onderhuidse spanningen zorgden voor intriges, die op hun beurt de prestaties ondermijnden. Het doel van het team was niet meer gemeenschappelijk, maar viel uiteen in kleine, niet ter zake doende individuele wensen.

Cultuurverandering

Ook Sergej Filin is op zeer onfortuinlijke wijze ten onder gegaan aan zijn eigen prestatiedrang, waar hij als artistiek leider net zo goed verantwoordelijk was voor de cultuur waarin gepresteerd moest worden. Hij voer teveel op zijn positie en autoriteit, waar hij zijn beslissingen had kunnen onderbouwen om intriges het hoofd te bieden.

In de top van welke wereld waarin gepresteerd moet worden dan ook, of dit nu het Russisch ballet is, het mondiale voetbal of het bankwezen, is er maar één remedie om onderlinge afgunst het hoofd te bieden: een verregaande cultuurverandering. In een cultuur waar alles draait om individuele prestaties, zal afgunst nooit verdwijnen. In een cultuur echter waar alles draait om de gezamenlijke prestatie, kunnen intriges nooit bestaan.

Matthijs Kruk is sportpsycholoog en prestatiepsycholoog bij Sportgeest. Hij traint en begeleidt individuen, teams en organisaties die een bovenmenselijke prestatie willen leveren.