Alles is placebo

02-02-2014 16:53

Het is onomstotelijk bewezen: naar Lourdes trekken doet hopeloze gevallen genezen. Waarom? Gewoon omdat de zieken en zuchtigen erin geloven, dat weet men zelfs ginder ter plekke, anders zou de handel in gewijd water er niet zo floreren. Het allergrootste argument pro religie is, dat zelfbedrog ook werkt. Daarmee is niet het bestaan van God bewezen –integendeel zelfs-, maar wel dat geloof een kracht op zich is, in staat om fysiologische processen diepgaand te beïnvloeden. 

In de wereld van de farmaca zit men al langer met de handen in het haar over deze kwestie: van sommige geneesmiddelen weet men echt niet meer of ze chemisch werken, dan wel psychologisch, door autosuggestie van de patiënt, een fenomeen dat we kennen als het placebo-effect.

Lance Armstrong: fraude of zelfhypnose?

Dat schept opportuniteiten voor die sector (geen dure research meer nodig, gewoon een pilletje met de juiste kleur en een goed verhaal in de markt zetten), maar opent tegelijk een doos van Pandora. Want als neppillen werken, kan iedereen ze maken, en moet het woord

Eerst nog iets over geneeskunde en de farma. Binnen de pillensector groeit dus het besef dat ook een klassiek geneesmiddel berust op het placebo-effect. Er zijn al complete operaties gedaan met nep-pijnstillers zonder werkzame stoffen. Gekleurde suikerklontjes als het ware, die iemand quasi-compleet gevoelloos maken omdat hij/zij denkt dat het middel verdovend werkt. Leg dat maar eens uit. Klassieke geneeskunde en homeopathie kunnen zich nu met elkaar verzoenen na eeuwen vijandschap: het ging bij die negen peperbollen toch allemaal om verbeelding, inbeelding en zelfsuggestie. De magie heruitgevonden.

Dat noopt tot een herziening van de geschiedenis. Nadat wielrenner Lance Armstrong door heel de wereld verketterd werd als dopinggebruiker, en hem zijn zeven tourtitels werden ontnomen, komt nu ene Michele Ferrarri, Italiaans sportarts en dopingexpert, met de revolutionaire theorie af dat de dosissen die Armstrong nam te klein waren om enig fysiologisch effect te hebben. En dat ze als nep- en pepmiddelen moeten beschouwd worden, iets om hem een goed gevoel te geven en fluitend de Mont Ventoux te laten  oprijden. Lance Armstrong geloofde in het placebo en won. Een straf staaltje psychokinese. Gezien zijn wonderbaarlijke genezing van teeltbalkanker, niet eens zo’n gekke theorie.

Het simulacrum

U begrijpt dat dit niet over pillen of sport gaat, maar stilaan een ontologische kwestie wordt. De positivisten zitten hier met een enorm probleem: het causaliteitsprincipe wordt genadeloos aangevreten, en, erger nog,- de schijn bestaat niet. Waarheid en geloof vallen samen, dankzij de psychosomatische wisselwerking tussen lichaam en geest, en de kracht van de autosuggestie. Geef iemand een pil die hem gewichtloos maakt, en het zal werken, als hij er maar hard genoeg in gelooft.

Het is via dat inzicht dat Jean Baudrillard (1929-2007), protestfilosoof uit de jaren ’60 en ’70 van vorige eeuw, zijn afschuw tegenover het simulacrum (de schijnwerkelijkheid die zich tegenover de echte werkelijkheid opdringt, vooral dankzij de massamedia) opgeeft, om uiteindelijk de universaliteit ervan te erkennen. We kunnen ons overgeven aan de schijn, omdat ze geen schijn meer is, ze hercreëert onze werkelijkheid en verandert uiteindelijk de wereld, ze bepaalt de geschiedenis,- in de eerste plaats de kracht van het mentale en de ontgrenzing van ons eigen lichaam. Het is een van die simpele wijsheden waar de jongens en meisjes van SKEPP compleet naast kijken: het zijn net de dingen die niét werken, die ons eigen systeem aan het werk zetten. Alles is suggestie.

Dat is perfect van toepassing op Lance Armstrong, maar uiteindelijk wellicht zelfs op elke vorm van “tekst” (discours, verhaal, mythologie) die ons leven vorm geeft. We kopen niet de naakte auto, maar vooral het verhaal rond avontuur, vrouwen, snelheid. Waardoor zelfs de file een virtuele race wordt, mede dankzij de autoradio en andere mobilotica. Het geluk wordt gecreëerd door de belofte erop. “Placebo” betekent uiteindelijk “Ik zal behagen” of “Ik zal gelukkig maken”. En belofte maakt schuld.

Cultuur, kunst, en het prettige zelfbedrog

Vergeet dus het atheïsme en de vrijdenkerij, het mensdom is nog nooit zo bijgelovig geweest. Maken de iPad en de iPhone ons gelukkig, doet een verblijf op een all-in-resort op Tenerife ons op krachten komen? Jazeker, want de reclame belooft het ons. Men kan hier niet zomaar spreken van bedrog of indoctrinatie, want het “werkt” echt, het gaat om hypnotische rituelen die ons aanspreken en waaraan we ons willen onderwerpen. Tussen het product en de consument staat de tekst (bijvoorbeeld de reclame, de bijsluiter) die de waarheid herschept. De metatekst dus, over het product. Zo zal de bijsluiter van het medisch placebo meegaan in de illusie, en zo de (zelf)genezing uitlokken.

Grappig is dat die logica van de self-fulfilling prophecy ook werkt in de wereld van de Cultuur met een grote C. Vooral juist daar. De nieuwste roman van Dimitri Verhulst, de Oscargenomineerde film The Broken Circle Breakdown, de Nationale Gedichtendag, Alphavillle,…. ze verhogen mijn gelukscoëfficiënt, ze maken me slim, innerlijk rijk, bewust, omdat het protocol (het geheel van begeleidende teksten, catalogi, programmaboekjes, achterflappen,…) dat wil. Ze zijn cultuurplacebo’s in de ware zin van het woord. Cultuur suggereert zin en brengt geluk: je betaalt geen 100 Euro voor een inkomticket, om nadien te zeggen dat de voorstelling maar niks was.

Aan dat wonderbaarlijke fenomeen van de zelfsuggestie moest ik ook denken toen iemand me vertelde dat hij na een opvoering van de dansproductie Eight Lines (Anne Teresa De Keersmaeker) “als herboren naar buiten kwam”. Ik geloof hem: de krantenrecensies, heel het toeleven naar de voorstelling, de prijs van het ticket, de verplaatsing, de investering in tijd, energie en Euro’s,… schept een zodanig verwachtingspatroon dat men de euforie zelf creëert. Kritiek is hoe langer hoe minder een maatstaf. Het veroorzaakt alleen maar wrevel, ongemak, frustratie, ongeluk.

Vooral bij De Keersmaeker heb ik altijd de indruk gehad dat de metatekst over het ding, de naam, de status, het programma, belangrijker is dan het ding zelf. Bedoel ik nu dat de schoonheid van Eight Lines op bedrog berust? Neen, net niet,- de vermarkting van het artistiek product maakt gewoon de kwaliteit en zijn pragmatische doeltreffendheid uit. De media spelen een sleutelrol in het fabriceren van de metatekst, en tonen daarmee aan dat een dansvoorstelling in se niet verschillend is van een wasproduct of een GSM of een auto.

Alles zit tussen de twee oren

Zo wordt dit, zoals alles, weer een aangelegenheid van het menselijk brein. Vergeet de filosofie en alle andere wetenschappen: alleen de hersenfysiologie doet ertoe. Maar de onmogelijkheid van het brein om zijn eigen criticus te zijn, maakt juist dat het zelfbedrog alomtegenwoordig is, en dat we de wereld creëren volgens onze eigen voorstelling. De hallucinatie voorbij. En daartoe is wil, aandrift, begeerte, energie nodig. Veel meer dan zomaar intelligentie. Meerbepaald de wil om endorfine (chemisch verwant aan morfine) aan te maken, de stof geproduceerd door de hypofyse, die verantwoordelijk is voor het geluksgevoel. Natuurlijk wil het geluk zichzelf vereeuwigen, hoe zou u zelf zijn.

Iets wat Arthur Schopenhauer (1788-1860) in zijn hoofdwerk Die Welt als Wille und Vorstellung al poneerde, zij het dat Arthur aan de kunst nog een apart plaatsje toebedeelde, als zou die aan het nuttige zelfbedrog ontsnappen. We weten ondertussen beter.

Voor de rationalisten, en al wie nog in de menselijke rede gelooft, is dat een onoverkomelijk probleem: blijkbaar houdt de menselijke geest ervan om zichzelf voor de gek te houden. De leugen zit diep in de kern van ons brein, als een zelfstimulerende mentale G-spot.

Langzamerhand wordt heel het verhaal van geloof, weten, kennis, willen, bewustzijn, dat van een slang die in haar eigen staart bijt. Het menselijk brein verschalkt zijn eigen waarheidsobsessie grandioos, net door de leugen te hanteren als iets dat waarheid creëert: “Ik weet dat het een placebo is, dus dat het niet werkt, maar toch gebruik ik het, omdat ik weet dat het werkt als ik erin geloof”. Verdomde breinkraker, nemen, die vergulde pil!

De toekomst is dus aan de gebedsgenezers, de goeroes, de duiveluitdrijvers, de Zarathustra’s, de seksuologen, de voorlichters, de charlatans en fraudeurs, de verkopers van alle mogelijke drankjes, poedertjes en elexirs. Zij zijn de begeleiders van ons zelfhypnotisch vermogen. Ze smeren ons rommel aan, maar net dat geeft ons brein de kans om zichzelf in de maling te nemen en de rommel te opwaarderen tot drug en elexir. Geen enkele diersoort is daartoe in staat. Het heeft geen zin de charlatans te verbannen, want dan houden we niets over, alleen bittere desillusie en wanhoop.

En daar heeft de natuur ons niet voor gemaakt. Althans, dat wil ik graag geloven