Column

De geparfumeerde rijstwafels van fijnproever Kim Jong-il

21-12-2011 09:00

Iedere dictator heeft zo zijn hobby’s. Moebarak schoof graag miljarden rond op buitenlandse bankrekeningen, Gaddafi zat het liefst in het woestijnzand naar een kamelenkont te kijken. Kim Jong-il was een fijnproever. Natuurlijk, hij was dol op Rambo, Daffy Duck, snelle auto’s en mooie vrouwen. Maar het meest hield de kleine dikkerd van eten. Bij zijn dood woog het mannetje van 1.57 meter meer dan 100 kilo. Op zich is er niks mis met dol op eten zijn. Maar als je leider van een straatarm landje bent waar verder iedereen gras eet, is het een beetje gênant.

We weten veel over Kim Jong-ils eetgewoonten dankzij een Japanse sushi-chef, die in 2003 onder het pseudoniem Kenji Fujimoto een culinaire autobiografie schreef over zijn leven met Kim Jong-il. ‘Fujimoto’ is in 1988 sushi-chef van het duurste restaurant van Pyongyang, als hij gevraagd wordt om de persoonlijke kok van Kim Jong-il te worden. Beide mannen zijn rond de 40 op dat moment. Ze raken bevriend. Ze rijden samen paard, jetskiën en lonken tijdens partijcongressen naar Noord-Koreaanse dansmariekes. Maar bovenal zijn ze geobsedeerd door voedsel. Kim bezit duizenden kookboeken, maar zijn culinaire kennis is beperkt. Hij bewondert Fujimoto’s superieure neus. Ze wisselen recepten uit en kijken samen videobanden van Japanse kookprogramma’s, die Fujimoto’s zus voor ze opneemt.

Geparfumeerde rijstwafels
Kim lijkt zijn eigenwaarde voornamelijk te ontlenen aan wat hij eet. Alleen de meest exquise kooksels zijn goed genoeg. Het vetste deel van tonijn, gepocheerde haaienvin, vers ingevlogen kreeft en een dagelijkse kop Poshintang, een soep van hondenvlees, naar oud Koreaans geloof goed voor de immuniteit en viriliteit. Niettegenstaande zijn groeiende overgewicht, eet de Noord-Koreaanse dictator nooit veel waar andere mensen bij zijn. Hij nipt slechts van gerechten en bespreekt ze bloedserieus met zijn Japanse vriend. Geld speelt geen rol. Een typisch dinertje bestaat uit vijftien tot twintig exclusieve liflafjes, waar Fujimoto de hele wereld voor mag rondshoppen. Hij vlieg naar Iran en Oezbekistan voor kaviaar, naar Denemarken voor ham, naar Thailand voor mango’s en papaja’s. Kostbare Franse kazen en wijnen worden dagelijks ingevlogen. Op een avond stuurt Kim Fujimoto naar een warenhuis in Tokio om een doos van zijn favoriete geparfumeerde rijstwafels te halen. Kosten per hap: meer dan honderd euro. In 2001 heeft de Japanner er genoeg van. Hij vliegt naar Tokio om eetbare zee-egels te halen en komt niet meer terug.

10.000 flessen
Terwijl hij zich onderdompelt in culinaire luxe, sterven de mensen buiten Kim Jong-ils paleis letterlijk van de honger. In de jaren ’90 overlijden twee miljoen Noord-Koreanen, ongeveer een op de tien inwoners, aan ondervoeding. En dat zijn de gelukkigen. De overlevers zijn chronisch ondervoed. Uit een studie van Zuid-Koreaanse wetenschappers onder overgelopen Noord-Koreanen blijkt dat ze gemiddeld vijf centimeter korter zijn dan Zuid-Koreanen van dezelfde leeftijd. Bijna de helft van de Noord-Koreaanse kinderen heeft een ontwikkelingsachterstand. Het is lastig te berekenen welk deel van het voedselbudget van zijn 22 miljoen onderdanen Kim Jong-il tijdens zijn schrikbewind verspild heeft. Dat hij een ​​wijnkelder achterlaat met 10.000 peperdure flessen en ‘s werelds grootste afnemer was van Hennessy cognac, geeft een indicatie.

Jerrold M. Post, hoogleraar psychiatrie en een voormalige CIA- analyst, diagnosticeerde Kim Jong-il op basis van het boek van Fujimoto en andere verhalen over zijn eetgewoonten als een “boosaardige narcist”. Post, die ook Saddam Hoessein en Osama bin Laden profileerde, werd getroffen door de schaamteloosheid waarmee Kim zich luxe toe-eigende en door zijn pietluttigheid. Hoe eenvoudiger het voedsel, des te obsessiever Kim Jong-il er me bezig was. Voor zijn rijst gekookt werd, liet hij zijn keukenpersoneel iedere korrel op onregelmatigheden in vorm of kleur inspecteren. Alleen perfecte rijstkorrels waren goed genoeg.

Boosaardige narcist
Het zou goed kunnen dat Kim een boosaardige narcist was, maar ik zie vooral een zielig kind, tegen wie niemand ooit ‘nee’ heeft durven zeggen. Er zijn kindertrauma’s zat: Kim’s moeder stierf toen hij zeven jaar oud was, zijn jongere broertje verdronk kort daarna. Zijn vader werd als marionet van Stalin gehaat door heel Noord-Korea. Het meest tragische is natuurlijk, dat dit getraumatiseerde, gestoorde kind tientallen jaren zijn nukken en grillen heeft kunnen botvieren op een compleet land. In 1978 laat Kim Jong-il een bekende Zuid-Koreaanse regisseur ontvoeren. Hij sluit hem vijf jaar lang op in gevangenissen en heropvoedingskampen en laat hem dan vrij om “te helpen met de ontwikkeling van de Noord-Koreaanse filmindustrie.” Tijdens hun eerste ontmoeting vraagt hij de regisseur: “Wat vind je van mijn lichaamsbouw? Ik zie eruit als de drol van een dwerg, nietwaar?” Kim Jong-il vond zichzelf een drol. En hij gedroeg zich als een drol. Als een kind met kernwapens. In het zicht at hij met mate, maar achter gesloten deuren moet hij zich dag in dag uit van ellende volgevreten hebben. Hij stierf, terecht, aan eenzaamheid en hartvervetting.