De klassenstrijd is terug in het onderwijs

15-04-2016 14:30

Mijn ouders kregen ooit het advies om mij niet naar de havo te sturen. De cijfers waren hoog genoeg, maar toch zou de mavo voor mij beter zijn. Mijn vader en moeder hebben alleen de basisschool gedaan. Ik had toen een achterstand – en ook een plat accent. Maar toch ben ik naar de havo gegaan, omdat veel vriendjes destijds ook naar die school gingen. 

Daarna ging ik naar het vwo, daarna studeren en promoveren. Studeren, dat was bij ons thuis eigenlijk iets voor anderen. Iets uit een heel andere wereld. Toch heb ik het kunnen doen, omdat ik op een goede school zat, met vrienden uit hogere kringen. En ook dankzij de studiefinanciering. Ik was de eerste in mijn familie die ging studeren. Nu krijgen veel jongeren in mijn situatie die kans niet meer.

Tweedeling is een keuze

Onderwijs is een middel tot emancipatie, zo was jarenlang de belofte. Maar in de praktijk is dat al lang niet meer zo. Leerlingen met dezelfde intelligentie, maar uit een lagere klasse, hebben steeds minder kansen om hogerop te komen. Dat blijkt uit de Staat van het onderwijsvan de onderwijsinspectie. De opleiding van de ouders is steeds meer bepalend geworden voor de toekomst van hun kinderen. Jongeren met mijn achtergrond blijven steeds meer gevangen in een achterstand.

Tweedeling is geen natuurwet, maar een politieke keuze – met grote sociale gevolgen. Meer tweedeling is nadelig voor iedereen. Landen met grotere verschillen zijn minder goed om in te leven, zo blijkt uit steeds meer onderzoek (PDF). Meer tweedeling is bevorderlijk voor de criminaliteit, maar slecht voor de economie. Mensen zijn hier gemiddeld minder gezond en minder gelukkig. Als de verschillen in de samenleving groeien, daalt ook het vertrouwen in de politiek. Omdat veel mensen zien dat de politiek er niet is voor hen.

Antwoord aan de elite

De roep om referenda begon ooit bij een mondige elite, die directe inspraak wilde in politieke kwesties. Nu neemt onder mensen met een hogere opleiding het enthousiasme voor het referendum juist af (tot iets meer dan de helft), aldus het Sociaal en Cultureel Planbureau. Tegelijk groeit bij mensen met een lagere opleiding de steun voor deze vorm van directe democratie. (Ruim driekwart wil vaker referenda houden.) Kiezers van GroenLinks en D66 worden steeds minder enthousiast, die van SP en PVV steeds meer.

De roep om referenda is een gevolg van de groeiende tegenstelling tussen klassen. Mensen met een lagere opleiding hebben steeds minder het vertrouwen dat de Tweede Kamer ook hun belangen vertegenwoordigt. Referenda voorzien in een behoefte om het parlement op de vingers te tikken. Dat is geen probleem, maar een oplossing. Een antwoord aan een politieke elite die zich afkeert van de bevolking. Die goed zorgt voor hun eigen groep, maar anderen de kansen op een beter leven ontneemt.