De magnetroncultuur van de Nederlandse journalistiek

24-02-2014 11:05

Binnenlands nieuws. Het is allang niet meer de pagina, die in kranten het gretigst open wordt geslagen. Integendeel. Sport en entertainment zijn de groeisectoren in de Nederlandse journalistiek. De honger naar de laatste roddel en de laatste transfer is vele malen groter, dan de honger naar een Kamerdebat of de uitspraak van een minister, al is die nóg zo omstreden. Zeker nu nieuws steeds meer doelgroep- en publieksgericht tot stand komt en hits en clicks steeds meer de waarde (en daarmee de rangorde) van het nieuws gaan bepalen, bungelt binnenlands nieuws heel vaak onderaan.

Vervlechting nieuws en sport

Natuurlijk kun je de saaiheid van ons land proberen te maskeren door de verbreding van een snelweg, het overschrijden van een milieunorm, de faux pas van een raadslid, het gerommel in een coalitie of de mogelijke flirt van een bekende politicus tot megaproporties op te blazen. Maar de waarheid die erachter steekt (en zorgvuldig wordt vermeden) is dat het in ons land veel te gerieflijk en bestaanszeker toeven is om bij onze landgenoten nog het gevoel te kweken dat ze iets wezenlijks missen als één of meer van zulke binnenlandse nieuwsberichten (of desnoods zij allemaal) langs hen heen gaan.

Met andere woorden: binnenlands nieuws is een saaie kostenpost geworden, met (zeer) geringe revenuen. Omdat geen enkele sector vrijwillig meewerkt aan zijn eigen opheffing en zeker in de journalistiek het aantal om aandacht smekende ego’s ruimschoots vertegenwoordigd is, heeft men de volgende oplossing bedacht: máák van binnenlands nieuws entertainment- of sportnieuws! (De vervlechting van de nieuws- en sportredactie bij de NOS is het ultieme voorbeeld hiervan.)    

Tafelheer Ferry Mingelen

Om een recent voorbeeld bij de kop te pakken: het dreigende ‘vallen’ van PvdA-minister Plasterk. Vergis ik me nou of is het grootste deel van de zendtijd en de stukken en columns in de krant inderdaad over de vermeende ijdelheid van de minister gegaan? Over zijn mediageile optredens bij PowNed, de GayPride en elke andere tv-studio waar men bereid is hem welkom te heten? Vergis ik me nou of hebben  journalisten meer tijd besteed aan de personele en psychologische gevolgen van zijn mogelijke vertrek voor hemzelf en de coalitie, dan aan het aftappen van Nederlandse burgers door geheime diensten? Vergis ik me nou of is de introductie van ‘tafelheer’ Ferry Mingelen bij P&W de volgende stap in het tot magnetronniveau inblikken van de politieke discussie? Laten we de kampioen van het binnenlandse nieuws maar eens aan het woord laten, RTL’s primeurjager Frits Wester. Hij zei over al te dwingende tv-formats, het stuitende het gebrek aan inhoud tijdens de verkiezingsdebatten op tv (2012) en de focus op enkele cruciale woordenwisselingen (wie licht wie een pootje?) knalhard en met een bedekte glimlach: ‘Maar laten we eerlijk zijn: campagnes zíjn toch ook sportwedstrijden!!??’. Natuurlijk, Frits…

Dodelijk amusement

Als mijn analyse juist is en binnenlands nieuws weet op zijn eigen houtje (dus zónder de magnetrons van mensen als Wester,  Mingelen, etc.) nog maar heel weinig eters te trekken, als het klopt dat op zich serieuze onderwerpen als zorg, werkgelegenheid, defensie en inlichtingen alleen nog aandacht scoren als onderdeel van een met opgewarmde kroketjes  gevulde redactieformule of een aanverwant programma op de toonhoogte van RTL Boulevard, lijkt het me zeer verklaarbaar dat de opkomst bij verkiezingen verder en verder zal dalen. Niet voor niets is de meest gehoorde reactie van de Nederlandse kiezer op de vraag of hij of zij gaat stemmen ‘niet het gevoel te hebben er nog toe te doen’. Ofwel: de show is de show. ‘And the show must go on’. De stervelingen in de zaal? Of achter het scherm? Dat zijn wij. ‘We’re amusing ourselves to death,’ noemde de profetische Neil Postman zijn boek over de tv-cultuur al in 1985. Het beschrijft de hedendaagse werkelijkheid van de constant kicks zoekende nieuwsconsument angstwekkend accuraat.

Voorlopige conclusie?  De reguliere journalistiek, en zeker de Nederlandse, is zo langzamerhand geen aanjager meer ván betrokkenheid, maar obstakel vóór betrokkenheid.

Hans van Willigenburg (1963), zelf journalist, voelt hoe zijn belangstelling voor binnenlands nieuws de laatste tijd meer en meer afzwakt