De UvA was een oprechte amateur in vastgoedland

24-06-2015 08:59

Update: de commissie Halsema heeft de opdracht inmiddels teruggegeven.

De Universiteit van Amsterdam krijgt het dezer dagen wel voor zijn kiezen. Eerst de bezetting van het Bungehuis, vervolgens de bezetting van het Maagdenhuis. Er zou veel te veel ‘rendementsdenken’ in het bestuur van de UvA zijn geslopen. Al snel kwam er een beschuldiging bij. De UvA zou financieel ten gronde gaan aan ‘vastgoedspeculatie’. Dat meende Ewald Engelen die geen econoom maar filosoof is, maar toch benoemd tot hoogleraar financiële geografie aan de UvA. Met bewijzen kwam hij niet, maar de suggestie werd toch gewekt dat er bij de UvA stevig op los gespeculeerd werd.

Het Parool opende vorige week vrijdag met een vijfkolomskop: “UvA negeerde waarschuwingen over huisvestingsplannen”. Ook in het Parool van zaterdag stonden twee pagina’s (Blendle-link) over de vastgoedperikelen van de UvA. Beide artikelen zijn geschreven door Bas Soetenhorst en Lorianne van Gelder en wie ze goed leest vraagt zich af waarom er nu zoveel heisa over die nieuwbouw is.

140 panden in de jaren tachtig

De UvA was begin jaren tachtig gehuisvest in 140 panden verspreid over de Amsterdamse binnenstad. “Iedereen had zijn eigen toko met een eigen beheerder en portier”. Heel gezellig en kleinschalig, maar erg efficiënt was het natuurlijk niet. Tot midden jaren tachtig werd dat allemaal betaald door de rijksoverheid, maar daarna moest de UvA deze peperdure panden, die volgens de bewoners absoluut onmisbaar waren, zelf gaan onderhouden.

‘De politicologen waren anarchistisch genoeg om zich niets aan te trekken van het röntgen materiaal, de injectienaalden en het gebruikte verband’

In 1983 vertrok het Academisch Ziekenhuis van het Binnengasthuisterrein naar de Bullewijk. De bouw van het AMC was nog een besluit van de Amsterdamse gemeenteraad. Het toenmalige College van Bestuur was zo bang dat het BG gebouw gekraakt zou worden dat men er alles aan deed om het nog dezelfde week weer te laten bewonen. De politicologen waren anarchistisch genoeg om zich niets aan te trekken van het röntgen materiaal, de injectienaalden en het gebruikte verband dat nog rondslingerde toen ze er in trokken. Iedereen mocht een eigen kamer uitzoeken en zo kwam ikzelf terecht in een reusachtige kamer op de mannenafdeling.

Eikenhouten laboratoriumtafels gingen mee naar huis

De snijzaal werd gebruikt als kantine en café. De beheerder, die ook kunstenaar was, kocht op kosten van de UvA tien videocamera’s waar studenten van het videocollectief een wekelijks videojournaal maakten. De eikenhouten laboratoriumtafels met koperen kranen werden meegenomen door medewerkers voor hun eigen keuken in hun tweede huis. Gouden tijden!

Vervolgens werd het Binnengasthuis verbouwd. De toenmalige secretaris van de UvA, Ruud Bleijerveld, zegt daarover in Het Parool “We moesten afgedankte ziekenhuispanden op het Binnengasthuisterrein, deels met monumentale status, ombouwen tot moderne onderwijsgebouwen. Ga er maar aanstaan!’

Politicologie zat veel te ruim

De afdeling Politicologie woonde tot twee jaar geleden in het Binnengasthuis. Veel te ruim naar de vierkante meters gemeten. Ieder een eigen kamer, waarvan sommigen vaak leegstonden want hoogleraren werkten graag thuis of waren op sabbatical. Toen ik zeven jaar geleden als voorzitter van de afdeling voorstelde om tien kamers in te leveren omdat wij op te grote voet leefden, was het huis te klein. Men was vooral boos omdat ik in een brief aan de afdeling het Binnengasthuis op vrijdag had vergeleken met het Paleis op de Dam: leeg.

De plannen die het CvB ondertussen ontwikkelde waren alleszins redelijk: naast geneeskunde in het AMC wilde men de Bèta faculteiten huisvesten in het Sciencepark in de Watergraafsmeer waardoor intensieve samenwerking met de aldaar gevestigde NWO instituten kon ontstaan. De directe connectie met SARA (het topcomputercentrum) leverde ongekende ICT mogelijkheden. De sociale en economische wetenschappen en rechten zouden dan gehuisvest kunnen worden in het Roeterstraat-complex dat uitgebreid en grondig verbouwd moest worden. Zodoende konden de geesteswetenschappen in de Oudemanhuispoort en op het Binnengasthuisterrein gehuisvest worden.

Oprechte amateurs in vastgoedland

De verantwoordelijke man was vanaf 1992 Sijbolt Noorda, een theoloog, en later, vanaf 2006, Paul Doop, een politicoloog. Allebei oprechte amateurs in vastgoedland. Dat er dus het een en ander mis is gegaan ligt voor de hand. Toch blijkt uit de reconstructie van Het Parool dat er nooit sprake is geweest van fraude of grootscheeps mismanagement. Waarom is er eigenlijk niet meer misgegaan?

‘Achteraf kan je de koe in de kont kijken’

Want behalve de ongefundeerde beschuldigingen van Ewald Engelen, hebben we nog geen enkel bewijs van mismanagement in het vastgoed aan de UvA.

De bekende vastgoeddeskundige Femke Halsema

De commissie die zich nu gaat buigen over het vastgoedbeleid van de Universiteit van Amsterdam wordt voorgezeten door de bekende vastgoeddeskundige Femke Halsema, dus daar zullen we ook wel niet veel wijzer van worden. Die commissie zal vast tot de conclusie komen dat er met de kennis van nu verkeerde beslissingen zijn genomen. Maar ja, achteraf kan je de koe in de kont kijken.

Rest slechts het follow the money-principe. Sijbolt Noorda woont weliswaar, samen met de beeldschone radiomaakster Mieke van der Weij, aan de Keizersgracht in Amsterdam, maar zij wonen daar in de dienstbodevertrekken van een groot grachtenpand. Dat is nu niet bepaald een onderkomen van een vastgoedspeculant.