Echte liberalen verbieden de boerka

16-09-2011 14:00

Ongeveer twee weken geleden was ik bij De Dood van Theo van Gogh, het toneelstuk dat Eddy Terstall schreef in opdracht van De Balie, om de opening van het nieuwe seizoen en de renovatie van de grote theaterzaal te vieren. In het stuk zien we Ayaan Hirsi Ali een toneelstuk regisseren. In het stuk hangt een naakte vrouw aan een groot houten kruis, met op haar lichaam alle vrouw-onvriendelijke bijbelteksten geprojecteerd die gevonden kunnen worden. De actrice die deze vrouwelijke Jezusfiguur zal spelen vindt dat geen probleem, maar vraagt aan Ayaan toch een geruststelling: “Het gaat toch niet om moslims hè?”

De moraal van het verhaal vertegenwoordigt een ongemakkelijke waarheid die in Nederland gemeengoed is. Kritiek op het christendom is sinds de jaren ’50 niet weg te denken uit het seculiere, en links-liberale repertoire. Niet onterecht. De emancipatie van vrouwen, homo’s en andersdenkenden heeft lange tijd geleden onder het juk van de christelijke leerstellingen. Maar diezelfde linksige en links-liberale partijen hebben in het huidige tijdsgewricht aanzienlijk meer moeite met kritiek op de islam. Xenofoob heet dat dan. Of racistisch. Of intolerant. Islamkritiek is namelijk iets voor populisten en bange witte mensen die het liefst achter de dijk zitten.

Het is op zijn minst laakbaar dat partijen die altijd vanzelfsprekend de kant kiezen van SGP-vrouwen als zij geen lid kunnen worden van die partij (en bovendien van de overheid eisen in die gevallen op te treden) lang niet thuis gaven en vaak nog steeds niet geven als het gaat om kritiek op de positie van de vrouw in de islam. In het geval van de boerka bijvoorbeeld. Vandaag besluit het Kabinet over de plannen voor een boerkaverbod, maar de erfgenamen van de emancipatoire bewegingen uit de tweede helft van de 20ste eeuw blijven vooralsnog angstig stil. D66 wil het ding het liefst ‘weg emanciperen’. Opgepoetst taalgebruik voor ‘die vrouwen zoeken het zelf maar uit’. Gek genoeg vindt D66 dat niet voldoende bij SGP-vrouwen. Die moeten lid zijn en voor die partij in het parlement verkozen kunnen worden. “Het kabinet kijkt een andere kant op als vrouwenrechten worden geschonden in plaats van deze rechten actief en effectief te verzekeren”, ronkt het persbericht dan. Maar waar blijft dezelfde principiële keuze voor de kabinetsplannen om een boerkaverbod in te stellen? Of is het in dat geval ‘alleen maar om te choqueren en te polariseren?’


Vrije kledingkeuze

Nee, de boerka moest maar niet verboden worden, zeggen sommige liberalen. Dat druist namelijk in tegen de vrije kledingkeuze. Een even sympathiek als naïef standpunt. In het geval van de boerka vervagen alle blind te vertrouwen no-brainers over vrije kledingkeuze en vrijheid van Godsdienst. De relatie tussen boerka en vrijheid is op zijn minst problematisch.

Wie zich dus in een complex debat blind staart op abstracties als Godsdienstvrijheid of de vrije kledingkeus om de boerka met rust te laten tekent onherroepelijk voor het politieke equivalent van schouders ophalen. Een keuze voor de religieuze vrijheid zal het genoemd worden, allicht. Maar wel een keuze voor de religieuze vrijheid van mannen, die het gebruiken om hun vrouw voor te schrijven zich voor de buitenwereld te verbergen. Alleen door een gaasje mag ze nog oogcontact maken, als het haar lukt. Het is de vrijheid van gedoogde onderdrukking.

Maar moeten hoofddoekjes dan soms ook verboden worden? Natuurlijk niet. Wat het fundamentele verschil is tussen de boerka en andere vormen van gezichtsbedekkende kleding is dat de boerka het laatste beetje menselijk contact afsluit met gaas. Het is een kledingstuk dat hun bestaansrecht ontkent. De ‘lichtere’ varianten hebben één onderscheid: ze sluiten intermenselijk contact niet vrijwel volledig uit. Dat maakt alle verschil.

Kiezen in vrijheid?
Ook moet worden erkend dat niet alle vrouwen in boerka echt worden onderdrukt. Natuurlijk. Sommige vrouwen kiezen er zelf voor. Anderen vinden dat witte mannen zich er überhaupt niet mee moeten bemoeien. Als vrouwen zich willen ontworstelen, dan regelen ze dat zelf wel. Misschien is dat zo, maar het klinkt tegelijkertijd als een hopeloos geromantiseerd Aletta Jacobs-ideaal. Deze kritiek verwijt bovendien mensen als Henri Marchant postuum zich te hebben ingezet voor het vrouwenkiesrecht. Het idee dat mannen zich hard maken voor de rechten van vrouwen is hopeloos betuttelend, nietwaar?

Maar wie zich verschuilt achter platitudes die toevallig het woord vrijheid in zich dragen maakt een karikatuur van het debat. Is er altijd sprake van vrije kledingkeuze? Is de vrijheid van Godsdienst belangrijker dan het recht om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer? Wat liberalen nooit mag overkomen is dat zij de apologeet worden van praktijken die de elementaire menselijke waardigheid en vrijheden ontkennen. Boerka’s zijn niet gemaakt als hooggesloten alternatief voor de bloemetjesjurk, boerka’s zijn ontworpen om vrouwen onder de duim te houden. Wie in een boerka zit heeft veelal niets te kiezen. Niet in alle gevallen misschien, maar vaak genoeg om een verbod te rechtvaardigen. Volgens de vrouwen in Afghanistan tenminste.

Want kledingstukken (en eigenlijk alle voorwerpen) zijn misschien in zichzelf niet slecht, maar kunnen dat door hun toepassing wel worden. Iets verbieden omdat het risico op misbruik te groot is gebeurt in Nederland bovendien veel en vaak. Zo mag je in Amsterdam niet met een koevoet over straat lopen, omdat men eenvoudigweg redeneert dat een koevoet zelf niet slecht is, maar dat het gebruik van een koevoet nogal vaak tot onwenselijke situaties leidt.

Critici die zo’n verbod een botte maatregel noemen die ook vrouwen treft die wel blij zijn met hun boerka hebben gelijk. Het zij zo. Als we ons in dit debat, waar harde cijfers ontbreken, moeten bedienen van aannames, dan kies ik voor de stelling dat de boerka een gevaar is voor de vrijheid en individualiteit van vrouwen. De macht van mannen mag niet langer verdedigd worden met een beroep op misvattingen over datzelfde, schitterende principe. Mannen die zelf geen stuiver over hebben voor de vrijheid van hun eigen vrouw zijn er te lang door beschermd.

Thijs Kleinpaste is D66-er en BKB-academicus maar vooral liberaal in hart en nieren. Deze column verscheen eerder op zijn eigen weblog