Column

Een Utrechtse terrascolumn

22-04-2011 16:00

Het is een warme zomeravond in april. Gezellig op een terrasje in Utrecht. De andere vier zitten er al enige tijd. Een uurtje Raymond is vermoeiend genoeg, ik ken mezelf, dus ik schuif wat later aan. “Je moet even een stoel regelen dude”, zegt Henk tegen me. De namen in dit stuk zijn om privacyredenen gefingeerd, want straks ga ik staatsgevaarlijke dingen zeggen. “Is deze stoel bezet? Oh fijn, dank jullie wel”, mompel ik, terwijl ik geroutineerd een terrasstoeltje over de hoofden van twee meisjes voor ons til. Tot zover niks. aan. de. hand.

Wat kan er ook eigenlijk mis gaan deze avond? Niet veel, behalve dan dat het barmeisje na een paar minuten verschrikt aan komt lopen. Ze zegt dat dit toch echt niet kan, hoe wij hier zitten. Verbaasd kijken Henk, Ingrid, Wesley, Yolanthe en ik elkaar aan. De ruimte voor voetgangers is zeker twee meter breed. “Ja jongens, ik moet jullie echt vragen om te vertrekken. De gemeente controleert het serieus en dan krijgen we boetes. Jouw stoel staat te ver buiten die stalen pinnen, kijk maar”, richt ze zich tot mij.

Grijnzende skeletten
Dus: het is windstil op een zomerse avond aan het Janskerkhof in Utrecht. Mensen zitten rustig te keuvelen op een terrasje en toch is er opeens paniek. Paniek om een terrasstoel die luttele centimeters buiten een paar door de gemeente in de grond geslagen pinnen uitsteekt. Het spook van de bureaucratie doemt zomaar op. Zonder dat iemand het had zien aankomen. In een flits wordt het aardedonker op het pleintje. Grijnzende skeletten in jasjes met ‘Toezicht & Handhaving’ erop dansen in cirkels om de doodsbange terrasbezoekers heen. Een man in een lange bruine regenjas haalt blocnote en pen tevoorschijn. 

“Maar jongens, hier hebben we die Duitsers toch niet voor het land uitgejaagd?”, merk ik zeer terecht op. Mijn opmerking valt weg in een bulderende lachsalvo van een groepje Engelsen. Dat heb ik wel vaker met leuke grappen. Het barmeisje hoort me gelukkig wel en moet lachen. Dan is het tijd voor de vernederende afgang. Drie jonge stoere mannen verlaten met gebogen hoofd het terras. Verslagen door burgemeester Wolfsen en zijn ambtenaren.