Column

Feuilleton: The Ana-files (17)

26-02-2010 10:00

Wie mij voor het eerst ontmoet, zal – los van de overduidelijk fragiele gestalte – weinig vreemds aan mij opmerken. De buitenwereld ziet slechts mijn populaire alter ego: het cynische, happy-go-lucky meisje: stralend middelpunt van elk feest en altijd in voor iets leuks. Dat zij geenszins mijn gehele persoonlijkheid weerspiegelt, hoeft niemand wat mij betreft te weten. Ik ben niet normaal en zal dat misschien ook wel nooit worden, maar ik pas ervoor om als een kluizenaar door het leven te gaan. Als dat betekent dat ik af en toe toneel moet spelen, dan is dat een prijs die ik daarvoor graag betaal.

Rand van de afgrond
Er was een tijd dat niemand wist wat er daadwerkelijk in mijn hoofd omging. Ook mijn vrienden niet. Ja, ze wisten van de anorexia. Maar wat dat in werkelijkheid betekende en hoezeer mijn eetstoornis mijn leven beïnvloedde, dat bleef geheim. Niemand die wist dat ik praktisch elke nacht tot drie uur op de bank zat om vervolgens vier uur later totaal gebroken aan een nieuwe dag te beginnen. Niemand die vermoedde dat ik regelmatig eindeloos door de stad liep in een poging de onrust in mijn lijf tot bedaren te brengen. Niemand die zich realiseerde hoe dicht ik inmiddels bij de rand van de afgrond balanceerde. Niemand die me ooit zag huilen, niemand die me ooit zag kotsen, niemand die me ooit zag worstelen met iets simpels als een boterham met kaas.

Totdat ik werd verlaten. Toen werd alles anders. Ineens was het niet meer mogelijk de façade in stand te houden. Mijn vrienden werden mijn anker: het enige dat me nog scheidde van totale waanzin. Zij waren degenen die ervoor zorgden dat ik af en toe iets at, me op hun schouder lieten uithuilen, me overhaalden zo nu en dan het huis te verlaten en – nadat ik er vervolgens ook nog in slaagde een ongeluk te krijgen – mijn rolstoel duwden. In ruil daarvoor kregen ze mijn absolute eerlijkheid. En schrokken zich helemaal dood.

Naakte waarheid
Terecht natuurlijk: voor zover zij wisten, had ik mijn leven aardig voor elkaar. Goede baan, fijne relatie, leuk huis. En o ja, een eetprobleempje. Nogal logisch dat de naakte waarheid ze nogal rauw op het dak kwam vallen. Maar wat een wonder: niemand liep weg. Integendeel, het moment waarop ik besloot open kaart te spelen, was ook het moment waarop mijn vriendschappen zich verdiepten. Terwijl ik altijd bang was geweest dat iedereen weg zou lopen als ze zouden ontdekken wie ik werkelijk was, bleken mijn vrienden de echte Anna veel sympathieker te vinden. Als ik midden op een vol terras in tranen uitbarstte, reikten ze zonder commentaar zakdoekjes aan. Wanneer ik ’s avonds laat de slaap niet kon vatten, praatten ze net zolang op me in totdat de ergste stormen waren gaan liggen. Zonder oordelen, zonder commentaar.

Mijn vrienden krijgen tegenwoordig dan ook al mijn zielenroerselen te horen. Vooral beste vriendin L. heeft het daarbij zwaar te verduren. Met engelengeduld jaagt zij echter op vrijwel dagelijkse basis mijn demonen op de vlucht. ‘Nee, je bent niet stom, raar, dik of lelijk’, mailt ze ’s ochtends. ‘Heb je vandaag eigenlijk al gegeten?’, stuurt ze ’s avonds per sms. Voor de andere vrienden geldt hetzelfde. Toen ik besloot alleen op reis te gaan en in de eerste week bijna gek werd van heimwee en eenzaamheid, stond vriendin S. midden in de nacht op om me erdoorheen te praten. Toen ik de verkrachter tegenkwam in een discotheek, sloeg vriendin E. hem met gebalde vuist in zijn gezicht. Mijn vrienden houden van me om wie ik ben. Mijn vrienden houden van me óndanks wie ik ben. Mijn vrienden zijn de enigen ter wereld waarvan ik zeker weet dat ze nooit weg zullen gaan. Ik gun niemand mijn anorexia. Maar ik gun iedereen mijn vrienden.

Kijk hier voor een overzicht van eerdere Ana-files.