Column

Hoe de NS mijn leven (twee keer in 24 uur) verwoestte

14-02-2013 17:00

Vrijwel dagelijks geniet ik van de gemakken van de NS. Met een kopje koffie en een broodje rijd ik van en naar mijn werk, waarbij ik in dat halfuurtje de eerste mails wegwerk of een stukje schrijf. Schoon, rustig en gemakkelijk. Mij hoor je niet klagen. Tot in oktober de eerste herfstbladeren het volledige spoornetwerk ontregelen en de NS mij tot diep in april het bloed onder de nagels vandaan haalt. De dagelijkse forenzenfrustraties culmineerden gisteren en vandaag in pesterijen en zelfs broodroof. Radeloos en werkeloos bleef ik achter op een verlaten middernachtelijk station. Het is dat er geen treinen reden, anders had ik me ervoor geworpen.

Echt, ik ben niet de eerste die loopt te zeiken over het openbaar vervoer. Dat de busmaatschappij in mijn woonplaats punctualiteit opvat als een ruim begrip, neem ik voor lief. Dat die bus dan twintig minuten eerder of later dan het aangegeven tijdstip bij de halte kan zijn – en ik dus bij tijd en wijle veertig minuten sta te wachten – beschouw ik als een in te calculeren ongemak. Als de trein een kwartier in een weiland stilstaat, probeer ik te genieten van deze onverwachte ontmoeting met de natuur. Bij belangrijke afspraken neem ik altijd een trein eerder, zodat ik met een rustige glimlach kan reageren op de scheldkanonnades van mijn medepassagiers.

Aangepaste dienstregeling

In de afgelopen weken werd mijn cool echter in toenemende mate op de proef gesteld. Omdat het tegen alle verwachtingen in in december begon te sneeuwen werd ik geconfronteerd met minimale inzet van treinen. Op de eerste dag van witte vlokkenterreur is het met honderden forenzen wachten op die ene trein die wel rijdt. De dagen erna heeft de NS de situatie onder controle met een ‘aangepaste dienstregeling’. Dat aangepast is wel duidelijk, maar waar die dienstregeling op slaat blijft onduidelijk. Op en tussen de stations heerst nog precies dezelfde chaos.

Zo heb ik na een uur wachten op het station een trein genomen die honderd meter buiten het perron drie kwartier om onduidelijke redenen weer stil ging staan. Ik heb in een trein gezeten die vermoedelijk zo’n 45-sticker van een scootmobiel had geleend, waardoor ik op een gegeven moment -erewoord- ingehaald werd door een koe. Ik heb voor een hysterische Zwitserse vrouw een vliegtuigmaatschappij gebeld om te zeggen dat zij, ondanks haar vertrek voor dag en dauw, haar vliegtuig waarschijnlijk niet ging halen. Ik heb van diezelfde Zwitserse zoenen gekregen toen ik vertelde dat de conducteur ook om voor hem onduidelijke redenen omriep dat de eindbestemming werd verlegd van Amsterdam CS naar Schiphol. De Zwitserse haalde haar vlucht. Ik had haar kunnen uitzwaaien, aangezien de aangepaste dienstregeling dicteerde dat de eerstvolgende trein naar Centraal veertig minuten later ging.

Voorlopige dieptepunt

Gisteren, woensdag 13 februari, was het voorlopige dieptepunt. Er was een sein- en wisselstoring ter hoogte van Naarden-Bussum, midden op mijn route van Amersfoort naar Amsterdam. Gevraagd aan de vriendelijke NS-medewerkster wat het beste plan was, antwoordde zij: “U kunt via Utrecht naar Amsterdam meneer, maar de storing is bijna verholpen, dus als u over tien minuten de sprinter naar Amsterdam neemt zal u waarschijnlijk gewoon door kunnen rijden tot Amsterdam hoor.”

Ik besloot het er op te wagen. Met het gevolg dat ik in Hilversum alsnog een bus in werd gedirigeerd. Nouja, het werd omgeroepen. Hoe en waar ik de bus moest pakken mocht ik zelf uitvogelen. Midden in de spits reden we via Hilversum-Noord en Naarden-Bussum naar Weesp. Midden in de spits. Dwars door stadscentra en woonkernen. De buschauffeur probeerde de verloren tijd in te halen door als een maniak zijn volgestouwde bus over drempels en rotondes te jagen. Vanaf Weesp reden er “gewoon weer treinen”. Ze reden gewoon, maar wanneer bleek bij aankomst niet duidelijk. Uiteindelijk haalde ik ruim tweeëneenhalf uur na mijn vertrek uit Amersfoort mijn eindbestemming.

Gelukkig pakt de NS de problemen direct aan. Pech voor mij was dat ze dat deden toen ik de terugreis wilde aanvaarden. Op hetzelfde traject waren herstelwerkzaamheden, waardoor ik in het holst van de nacht opnieuw bij Hilversum uit mijn trein werd gejaagd en het laatste stuk per bus naar Amersfoort werd vervoerd. Daar kwam ik aan toen er al geen bussen meer reden en zelfs de taxichauffeurs hun heil elders hadden gezocht. Zo liep ik vannacht met mijn laptop onder mijn arm van het station naar de binnenstad om aldaar eindelijk het laatste ritje richting mijn bed te kunnen regelen.

EN DAN PAKKEN ZE OOK NOG EENS JE WERK AF!

Dat alles is hoogst ongemakkelijk, maar het kan een keer gebeuren. De genadeslag kwam vanochtend. Toen ik – wachtend op een eventuele trein – NU.nl checkte.

U moet weten dat ik doorgaans satire schrijf. Met de ervaringen van gisteren in mijn achterhoofd broeiden er wat ideeën voor een satirisch stukje over de NS. Na lezing van het artikel konden de ideeën worden geschrapt als treinverbindingen bij een sneeuwbui. Het was een interview met NS-directeur Bert Meerstadt. Het interview staat vol met teksten als:

Spoorbedrijven in het buitenland kijken volgens de NS met jaloezie naar het systeem van de winterweerregeling in Nederland. “We lopen heel erg voorop in de wereld.”

Daar komen nog andere kosten bovenop, zoals bijvoorbeeld die voor de gratis kopjes koffie.

Nergens anders in de wereld kan een dag van te voren nog besloten worden de hele dienstregeling aan te passen.

Ik sluit niet uit dat we het in de toekomst nog sneller gaan doen. Maar we vragen ons dan wel af: komen we dan nog wel betrouwbaar over naar onze klanten als we pas op de dag zelf communiceren.

Dan zeggen we niet: dat spijt ons zeer. Dat is voor veel reizigers een klap in het gezicht.

in onze mededelingen hoort altijd direct een vorm van emotie in te zitten.

U begrijpt dat ik huilend ineen ben gestort. Zo kan je als armlastig satiricus je brood toch niet meer verdienen? Ik ben terug naar huis gegaan. Zonder me weer uit te checken overigens, dus de NS schrijft vrolijk geld af van mijn ov-pas waar ik als een soort spaarbank vooraf geld op moet storten. Gelukkig kreeg ik een gratis kopje koffie en de mededeling dat het de NS spijt. Dank je wel, Bert Meerstadt!