Hoe ik mij in Wilders kan verplaatsen, dankzij Toneelgroep Amsterdam

31-01-2013 15:50

Het is woensdag 30 januari. Samen met mijn vrouw ga ik naar Het Temmen van de Feeks, een stuk waarin Shakespeare afrekent met het feminisme van de vroege barok. Daar kan je van alles over zeggen, en liever niet tegen mijn vrouw, maar daar gaat het nu niet over. “Onze regisseur”, zegt acteur Fred Goessens, die vooraf in de foyer een inleiding verzorgt, “heeft dit stuk een paar jaar geleden gemaakt in de tijd dat Geert Wilders nog de agenda leek te bepalen, deze versie van Het temmen van de Feeks gaat dus ook over de verrechtsing”.

Vervolgens probeert de inleider dat nader uit te leggen. Dus hoe het gedachtengoed van Wilders in het Shakespeare-verhaal is verweven, en waarom dat een goed idee was. Daar komt hij niet goed uit. Het publiek in de foyer evenmin.

Anti-rechtse boodschap

Nu hoop ik niet dat ik de vaste aanstelling van Fred Goessens op de tocht zet, maar hij heeft het consequent over ʻonze regisseurʼ, terwijl toch iedereen weet dat die Ivo van Hove heet. Maar die naam valt niet één keer. Ik proef ongemak. Want niet alleen het publiek heeft moeite de toegevoegde anti-rechtse boodschap helder te krijgen, ook de inleider zelf.

We zijn toe aan de laatste vraag vanuit het zojuist ingeleide publiek, en ik kan me niet meer inhouden. “Sorry, maar uw uitleg over die anti-rechtse tweede laag, het kwam op mij nogal vaag over, en ik vermoed dat meer mensen hier dat zo ervaren hebben”.
Om mij heen hoor ik instemmende grinnikjes, wat ik verwachtte, en er lijkt een last van de inleider af te vallen, wat ik niet verwachtte.

Tegen de verrechtsing

“Die tweede laag, tegen de verrechtsing, dat heeft onze regisseur ons pas achteraf verteld, anders zou het bij de repetities de hele tijd daarover zijn gegaan.”
“U weet zeker dat de regisseur dat niet achteraf heeft verzonnen?”
Nee, dat denkt de inleider niet, gelach, een vrolijk einde, en de voorstelling kan beginnen.

Nu is Ivo van Hove een goede, zo niet geniale regisseur. De beelden zijn prachtig, de acteurs hoge school, en Shakespeare kon er trouwens ook wat van. Maar die uitvoerig ingeleide tweede laag, tegen de verrechtsing, gaat me steeds meer irriteren.

Heus, voor een virtuoze belediging, voor een elegante hetze tegen welke bevolkingsgroep dan ook, daarvoor kunt u mij altijd uitnodigen. Maar de tweede laag die hier is toegevoegd is verongelijkt gejammer. Een driftbui van een politiek correcte kleuter. ʻRechtsʼ is hier synoniem voor hufter, corpsbal, voetbalsupporter, vrouwenhater, en de regisseur dwingt zijn acteurs om zodra dat even kan flesjes bier te drinken, dronken te zijn, en alles te doen wat Jiskefet allang veel beter gedaan heeft: corps-ballen tot monsterlijke proporties uitvergroten.

Linkse kerk

Intussen loopt er ook een onsterfelijk stuk over mannen en vrouwen, macht en onmacht, het is te volgen, en raakt. Om ook Shakespeare om zeep te brengen lukt van Hove niet, de vloek van het talent zal ik maar zeggen. Maar zijn tweede laag begint op mij een steeds verrassender effect te krijgen.

Ik stel me Geert Wilders voor, die in de zaal zit. Hij ziet hoe hier, op kosten van de belastingbetaler, iedere heteroseksuele man met een das wordt neergezet als hersenloze dronken vrouwen- en vreemdelingen-hater. Mijn imaginaire Geert Wilders, naast mij op rij 19, wordt woedend. Dit is precies wat hij de linkse kerk, al dan niet gesubsidieerd, altijd heeft verweten. Het verdelen van de samenleving, op simpele en uiterst hooghartige wijze, in moreel superieur links en kwaadaardig slecht rechts. En als je dat al doet, zorg dan in ieder geval dat je beledigingen geestiger zijn dan die van je tegenstander.

Als het dan gaat tussen Van Hove en Wilders, dan moet de kunstenaar het winnen van de politicus. Want meer vrijheid, meer middelen (al is het op die paar vierkante meter podium) en beter personeel.

Gedemoniseerd

Nog nooit is het mij gelukt mij zo goed in Wilders te verplaatsen, in zijn schoenen te staan en hem te durven begrijpen, als bij het kijken naar de – in mijn ogen- fataal mislukte rechtse dronken slotorgie, direct voor de laatste monoloog van Katharina, de inmiddels getemde feeks. Hier wordt Wilders, en met hem de helft van de Nederlandse bevolking, gedemoniseerd. En ook nog op VMBO- niveau.

Wat een stelletje verwaande linke kunstkutten. Als de regisseur dát effect op de toeschouwers gepland had, chapeau, en zeer begrijpelijk dat hij het niemand verteld heeft, ook niet achteraf. Al denk ik dat zijn acteurs wel bange vermoedens hadden. Fred Goessens, onze inleider, in ieder geval wel. Half gewild maar zeer menselijk liet hij zijn twijfels doorschemeren over het grote plan van Van Hove. Als acteur gehoorzaamde hij vervolgens twee uur lang deemoedig aan zijn grote artistieke leider, Onze Regisseur.

Sublieme ironie.