Krijg de schurft, Greenpeace

12-09-2013 12:49

Ik moet er zo van zuchten. Niet omdat ik tot het domme ze-kloppen-allemaal-geld-uit-je-zak-volk behoor. Ook niet omdat ik “Schande! Schande!” scanderend door de straten marcheer als iets in plaats van elf twintig euro blijkt te kosten. En evenmin omdat ik in woede onsteek als ik sleutelhangers, potloodjes en voorgedrukte ballonnen met logo’s ontvang die ik helemaal niet wil hebben en waarvan ik vind dat er onnodig kosten voor worden gemaakt. Maar ik vind het allemaal zo ongelofelijk dom.

In interviews met goede doelenbaasjes brengen zij, gevraagd naar hun hoge salaris, standaard het argument in stelling dat zo’n goed doel natuurlijk wel professioneel gerund moet worden.

Daar ben ik het helemaal mee eens, maar waarom stapelen die zogenaamd professioneel en zakelijk gerunde organisaties dan blunder op blunder?

De rookwolken rondom de Pik-ik-heb-je-mentaliteit van de Alpe d’Huzesclub zijn amper weggetrokken, of Greenpeace lijkt het een geinig experimentje om te kijken of hun donateurs het wel of niet zouden merken als hun jaarlijkse bijdrage automatisch wordt verhoogd van 11,34 naar 20 euro. Deze week ontvingen 10 duizend vaste donateurs hier over een brief. Op zich netjes, maar als je weigert moet je zelf binnen een maand naar Greenpeace bellen.

Bedelende straatratjes

Onsympathiek en onhandig, dat is het. En dat is nu echt het laatste wat je als goed doel moet zijn. Aan goede doelen willen we geven, maar we willen er vervolgens geen last van hebben, zo simpel is het. Wij willen niet moeten bellen, we willen geen formuliertjes invullen, we willen ons hoofd niet moeten breken over strijkstokvraagstukken. We willen geld geven dat naar zieke mensen, in hun voortbestaan bedreigde koala’s of bedelende straatratjes gaat en daarmee moet de kous af zijn.

Afgelopen week werd ik gebeld door een dame van het Wereld Natuur Fonds. Dat steun ik al jaren via een automatische incasso. De dame aan de lijn riep hard dat ik ze nu nóg meer zou kunnen steunen. Ik wilde niet. Ik wilde evenmin telefonisch lastig gevallen worden. “Ik sta in het bel-me-niet-register,” bromde ik dan ook. “O maar dat telt niet als je als donateur bij ons bekend bent, hoor!” riep de telefoontante monter.

Lekker is dat. Toon je je goeie wil, word je als beloning gestalkt.

Eenogige hondjes

Want zo voelt dat. Ik wil geen bedeltelefoontjes. Net als dat ik het buitengewoon onprettig vind dat een andere stichting me de hele tijd brieven stuurt met half verschrompelde eenogige schurfterige ultrazieke hondjes op de enveloppe. Hallo, ik weet dat het verschrikkelijk is en ik geef al geld. Moet ik dan vanwege die goedertierenheid steeds aan mijn zoon uitleggen dat de wereld gemeen is omdat we almaar zielige dieren door de brievenbus gepropt krijgen? Ik sluit mijn ogen heus niet voor de ellende in de wereld, daarom geef ik ook aan van alles geld. Maar dat moet niet betekenen dat ik daardoor nog veel meer leed door mijn  strot geduwd krijg. Want daar begin ik een schurfthekel aan te krijgen.

Onsympathiek en onhandig, dat is wat goede doelen momenteel zijn, alle hoge lonen en professionaliseringsslagen ten spijt. Goede doelen zouden hun erbarmelijke imago moeten ombuigen zodat we een ander woord in onze gedachten krijgen als we hun naam horen. Oprecht.

Het zou een goed doel op zich moeten zijn.

Meer van Roos Schlikker? Neem een abonnement!