Het licht van 22 november 1963

21-11-2013 12:50

Morgen is het 50 jaar geleden dat mijn jeugdheld John F. Kennedy werd vermoord in Dallas. Beetje vreemd iemand als jeugdheld te koesteren die al lang dood was toen ik nog geboren moest worden. Zelfs zijn broer Robert, ook een idool, was al omgekomen toen ik het levenslicht nog moest zien in 1969.

Waarom Kennedy?

Ik hou er een, toegegeven, zeer discutabele en aanvechtbare theorie op na. Beter gezegd, ik verdeel de wereld van de politici in twee categorieën: zij die licht verspreiden en zij die in het donker tot hun recht komen. Licht en donker staan hier niet direct symbool voor goed en kwaad, of voor zuivere principes versus modderige compromissen. Het gaat me om een stijl van politiek bedrijven; op overtuiging of overreding, op kracht of op macht. De meeste succesvolle politici beheersen beide. De een is dan ook niet beter dan de ander, de omstandigheden bepalen meestal welke van de twee het meest gevraagd is.

De passie van een overtuiging die ervan afspat als de politicus spreekt, kan kiezers al verleiden met de boodschap in te stemmen. Eigenlijk stemmen mensen dan vooral in met het pakket: de man en zijn boodschap. Voorbeelden hiervan zijn er te over: van Joop den Uyl tot president Obama. Los van het feit dat beide pragmatici zijn (Den Uyl moest niets hebben van NieuwLinksers, Obama stuurt een veelvoud van drones in vergelijking tot zijn voorganger) zullen ze toch als principiële politici te boek blijven staan. Het zijn politici die, ook ver nadat hun (politieke) leven ten einde is gekomen, nog licht blijven verspreiden en een aantrekkingskracht blijven uitoefenen op generaties na hen. Het zijn evenwel meestal niet de meest effectieve politici, en zorgen ook niet vaker voor vrede of andere oplossingen dan de andere categorie. En dat is toch waar je grote politici of staatsmannen op kunt afrekenen.

Zo delfde Richard Nixon het onderspit tegen de door mij vereerde John Kennedy omdat hij letterlijk  minder licht verspreide bij het eerst uitgezonden televisiedebat tussen presidentskandidaten op de Amerikaanse televisie. Terwijl op de radio de zekere stem en de ervaring van Nixon veel meer luisteraars overrede dan zijn weifelachtige, jonge en hoorbaar onervaren opponent. Nixon stond in zijn macht, maar Kennedy straalde kracht en energie uit. Aan het begin van die onzekere jaren ’60, waarin mensen eindelijk vrije tijd konden genieten terwijl de wereld tegelijkertijd zichzelf met nucleaire wapens kon vernietigen, bleek de energieke Kennedy het aantrekkelijker alternatief. En hoewel ik ook van mening ben dat Kennedy, ondanks twee jaar falen en dralen van Bay of Pigs tot Laos, een enorme en onderschatte bijdrage aan de wereldvrede leverde met zijn Limited Nucleair Test Ban Treaty, is Nixon pas echt de geschiedenis ingegaan als de man vrede met zijn open deur naar China en een door het omgekeerde te doen in Vietnam dan hij had beloofd: troepen terugtrekken. Maar toch is Nixon de “crook” van Watergate, en is rondom Kennedy de “mythe van Camelot” ontstaan.

Waar is Kennedy nu?

Ik heb dus een voorkeur voor politici die licht verspreiden, boven politici die in het donker hun weg het beste vinden. Ik kan echter ook bewondering opbrengen voor de “masters of darkness”, politieke leiders die in de moeilijkste omstandigheden iedereen naar hun pijpen laten dansen door deals en compromissen. Heel vaak vragen de tijden ook om dat type politici. Mensen zoals Nixon dus. Politici met ervaring, die op het juiste moment afwijken van de koers omdat hun einddoel weliswaar niet in mooie speeches is vastgelegd, maar hen wel vast voor ogen staat: het land er bovenop helpen, uit de crisis te geraken of zelfs een oorlog voorkomen.

Moderne politici spelen met zowel schaduw als licht, zou je kunnen zeggen. Ze beheersen de moderne media met hun vergezichten en zijn niet bang voor een backroom-deal om die dichterbij te brengen.

President Obama begon voor velen als een nieuwe Kennedy, man van hoop, mooie speeches. Hij ontving al een Nobelprijs nog voordat hij iets had ondernomen. De prijs heeft hem wellicht verlamd, want noch op binnenlands gebied noch op buitenlands gebied zijn de resultaten tot nu toe aansprekend. De Obama-care die hij in zijn eerste termijn met wheelen en dealen door het congres loodste lijkt een beetje op wat Kennedy deed met zijn Test Ban Treaty. De versie die het haalde was “watered-down”, maar hij kreeg er een meerderheid voor. Zelf omschreef Obama dit als zijn grootste prestatie, beter dan het doden van Osama Bin Laden of het redden van General Motors. Maar nu dreigt het een nagel aan zijn doodskist te worden. Het aantal Amerikanen dat kan worden verzekerd lijkt met de nieuwe wet (en die blunderende website) lager uit te pakken dan het nu is! En de onderhandelingen met Iran en het vredesproces in het Midden-Oosten lopen vooralsnog niet  zoals gedacht. Toch denk ik dat alléén Obama Obamacare kan redden en ben niet zo pessimistisch als anderen over de slagingskansen voor een deal met Iran of tussen de Palestijnen en de Israëliërs. Het komende jaar zal het laten zien. Misschien dat, juist in deze donkere dagen, de geest van Kennedy na 50 jaar alsnog vaardig wordt over de huidige leiders, Obama voorop. Als dat niet zo is….zoek ik een andere held!

Han ten Broeke is Kamerlid voor de VVD. Samen met vier andere Kamerleden schrijft hij voor ThePostOnline de politieke wisselcolumn De Kamer van Vijf. Iedere donderdag rond enen op ThePostOnline.