Marcel Duyvestijn nummertje 27 op kieslijst PvdA

20-06-2012 13:03

Soms moet je het succes vieren. Dan doe je je handen omhoog en juich je. Zojuist werd ik gebeld door Hans Spekman. Hij heeft een zetel voor me gereserveerd in de Tweede Kamer. Nummer 27 op de kieslijst van de PvdA. ‘Laten we het de hatseflats-zetel noemen’, zei hij erbij. ‘Jij bent de rechtsbuiten van de PvdA.’

Goed en wel. Maar dan moet ik nu wel iets neerzetten. Een programma. Een statement. Of weet ik veel. Dat er ‘meer geneukt moet worden’ is wat magertjes als politiek programma. Dat gezegd hebbende, is het van levensbelang dat de liefde in ons allen terugkeert. Maar dat is feitelijk hetzelfde.

Rechtsbuiten. Dat resoneert. Wat verwacht die geitenwollen Spekman eigenlijk van me? Dat ik God ga afschaffen. Dat ik de islam de grond in jekker? Dat ik de middenklasse ga behagen met teksten die je niet bij de Zeeman of het Kruitvat kunt kopen?

” Dat er ‘meer geneukt moet worden’ is wat magertjes als politiek programma. “

Belangrijkste reden om de politiek in te gaan, is natuurlijk het geld. Zo’n Kamerlidmaatschap levert een flinke bankrekening op. Laten we wel wezen. Plus dat je daarna door kan stromen naar het burgemeesterschap naar keuze. Althans, dat is wat Hans zei, toen hij nog enige twijfel in mijn stem hoorde.

Ik vroeg nog om een auto met chauffeur. Maar dat vond Hans een beetje te gek. ‘Waar iedereen de broekriem…’ Ja, stop maar. Ik weet het, Hans. Het meisje van de Zeeman heeft het moeilijk en daar moet ik me voor inzetten. Dat is de PvdA.

” Wat verwacht die geitenwollen Spekman eigenlijk van me? Dat ik de islam de grond in jekker? “

Dat gaat nog best ingewikkeld worden. Opkomen voor de minderbedeelden. De verworpene der aarde. Naar mijn idee moet de PvdA opkomen voor iedereen. De middenklasse voelt zich door de PvdA in de kou gezet. Het gaat niet over hen. Het gaat bij de PvdA altijd om de zieke, de zwakke en de misselijke.

Ja. Daar ben jij dus voor, zei Diederik. Ik mag Diederik zeggen. Hij sloeg even een arm om Hans heen en keek hem liefdevol aan. ‘Hans en ik doen het voor de caissière van de Zeeman en jij mag met Martijn van Dam de rijke vrouwen bedienen.’

Whatever.

Ik heb er zin in. At your service. Fuk, wie zei dat ook alweer?