Mexico-Stad laat zien dat het ook anders kan

03-05-2012 16:00

De campagne voor de Mexicaanse verkiezingen is begonnen: op 1 juli kiest het land een nieuwe president. Hoewel het drugsgeweld alle koppen de laatste jaren heeft gedomineerd, is er natuurlijk ook meer aan de hand in het land. Dit is de tweede van een serie blogs die poogt in grote lijnen enkele belangrijke thema’s in het grootste Spaanstalige en op een na grootste katholieke land ter wereld in kaart te brengen. In de vorige aflevering had ik het over de Bajío, het brongebied van de conservatieve PAN. Vandaag: Mexico-Stad, het kloppend hart van de links-liberale PRD.

Mexico-Stad. Het Distrito Federal (DF). Negen miljoen mensen bijeengepakt op een stukje land ter grootte van de provincie Utrecht. Meer dan 22 miljoen als je tegen het DF aangegroeide miljoenensteden als Nezahualcóyotl, Ecatepec, Naucálpan, Ciudad Satélite en Ixtapaluca meetelt. Soms lijkt het alsof Radioheads Packt Like Sardines in a Crushd Tin Box speciaal voor deze monsterstad geschreven is.

Makesicko City
De Mexicaanse hoofdstad is niet aan mensen met een zwakke gezondheid besteed. De ochtend- en avondspits zijn een hel, of je met de auto, de metro, de fiets, te voet of de motor gaat. Je moet heel goed zoeken naar een plekje waar geen lawaai, stank, mensenmassa’s en eindeloze zeeën aan betonnen huizen zijn. Geen wonder dat de reputatie van de stad nog steeds zo slecht is. Voor de meeste buitenlanders en ook de meeste Mexicanen is dit nog steeds de stad van de criminaliteit, de luchtvervuiling, de stress en de chaos. Makesicko City, noemde schrijver Carlos Fuentes het ooit. Defectuoso, kapot, noemen veel chilangos (hoofdstedelingen) het.

Toch is die reputatie nog slechts deels terecht, want er is iets aan de hand in Mexico-Stad. Wie hier twintig jaar geleden is weggegaan en pas recentelijk weer is teruggekomen, merkt het: Mexico-Stad wordt steeds plezieriger om te wonen. De lucht is schoner. De straten zijn veiliger. De stad groeit als kool; niet in de breedte, maar in de hoogte. Overal wordt gebouwd, gemoderniseerd, verbeterd.

Het gaat goed met deze stad, zo stelt ook het nationaal statistisch instituut INEGI. In geen enkele Mexicaanse deelstaat is de levensstandaard zo hoog als hier. Nergens wordt zoveel geïnvesteerd. Het gemiddelde opleidingsniveau is pre-universitair (waar het in sommige staten “basisschool niet afgemaakt” is). Laagste percentage schoolverlaters van het land. Een van de laagste criminaliteitscijfers van het land. Het moordcijfer is drie keer zo laag als in Washington DC. En zo kunnen we nog wel even doorgaan.

Bloei onder en na Cárdenas
De ooit zo smerige, helse metropool begon pakweg vijftien jaar geleden met deze merkwaardige bloeiperiode, waarvan het begin samenviel met het aantreden van Cuauhtémoc Cárdenas als hoofd van de deelstaatregering (officieel bestaat Mexico-Stad als gemeente niet, dus heeft het eigenlijk ook geen burgemeester). Dat is geen toeval. Cárdenas is de zoon van Lázaro Cárdenas, de links-populistische president die in de jaren dertig van de vorige eeuw de Mexicaanse olie-industrie nationaliseerde. Cuauhtémoc is anno 2012 de eminence grise van de Partij van de Democratische Revolutie (PRD), de sociaal-democratische partij die zich in 1989 afscheidde van de dictatoriale PRI en die Mexico 70 jaar lang regeerde.

Sinds Cárdenas de hoofdstad veroverde, kleurt DF het geel van de linkse PRD. En waar de Bajío het kloppend hart van de aartsconservatieve, reactionaire PAN is, is Mexico-Stad hét brongebied van links in Mexico. En hier in de hoofdstad betekent links vooral sociaal-liberaal. De PRD van Mexico-Stad is een wat merkwaardige beweging. De deelstaatregering is al ruim een decennium bezig met agressieve milieu-, mensenrechten- en investeringsagenda’s, met als doel de stad de allure van een westerse megalopolis te geven.

Liberalisme onder Casaubon
Niemand belichaamt die PRD meer dan Marcelo Ebrard Casaubon, die de stad sinds 2006 regeert. Ebrard is een elitair bestuurder van Franse afkomst, die zijn opleiding Openbaar Bestuur heeft genoten de beste universiteiten van Frankrijk en Mexico. Hij is charismatisch, intellectueel, hard, compromisloos en vooral: liberaal. In 2007 legaliseerde hij abortus, in 2009 (als eerste Latijns-Amerikaanse entiteit) het homohuwelijk. Hij heeft zwaar geïnvesteerd in infrastructuur en milieu. Hij heeft een fietscultuur ingevoerd in de van oudsher door motorverkeer gedomineerde straten. En hij heeft het constant aan de stok met de aartsconservatieve kardinaal Norberto Rivera, wiens kathedraal pal tegenover zijn Ebrards regeringspaleis staat.

Als de Bajío het reactionaire Mexico is, dan is het Federaal District het revolutionaire Mexico. Niet in Cubaanse zin, want de PRD houdt zich verre van dogmatisch socialisme, maar in die zin dat de wijze waarop de stad wordt bestuurd breekt met het ‘oude Mexico’. Er is nog steeds corruptie, ook in de hoofdstad. Er is nog steeds wanbeleid. Er is nog steeds machtsmisbruik, zeker ook door Ebrard zelf, van wie wel eens spottend wordt gezegd dat hij “met Machiavelli onder zijn hoofdkussen slaapt”. Maar het is ook een staat waar steeds vaker beslissingen worden genomen die níet alleen maar het persoonlijk belang van de politicus annex bestuurder dienen.

Op tenen trappen
Zo is abortus legaliseren tegen het zere been van conservatieven, net als het homohuwelijk. Hoewel de bevolking van de stad relatief welvarend, ruimdenkend en hoog opgeleid is in vergelijking met het platteland, wil dat niet zeggen dat het er een groot hippiefeest is. Ebrard nam grote politieke risico’s door die legaliseringen door te voeren, en deed dat omdat hij tot op zekere hoogte een visionair is die een liberale stad in Europese stijl van DF wil maken. Ook zijn autovrije dagen, het afsluiten van straten voor fietsers en het aanleggen van een speciale busbanen was riskant. Het bedrijfsleven houdt immers niet van dergelijke geintjes, zeker niet als ze door bouwputten voor extra verkeersopstoppingen zorgen. Toch heben Ebrard en in mindere mate zijn voorganger (en presidentskandidaat in 2006 en dit jaar) Andrés Manuel López Obrador doorgezet. Omdat ze een schone stad willen, voor de toekomst.

Regeren met het oog op de toekomst? Dat is aan de meeste Mexicaanse politici niet besteed. Mexico-Stad is de uitzondering. In het door geweld, mensenrechtenschendingen, corruptie en een stroeve economie geplaagde land is het Federaal District in veel opzichten een oase. Dat komt niet toevallig door de allesbehalve perfecte, maar toch voorzichtig vooruitstrevende PRD-bestuurders.

In politiek opzicht is in Mexico het Federaal District the good en de Bajío the bad. In de volgende aflevering gaat het over de deelstaat Estado de México, the ugly. Het is het brongebied van de PRI, de derde grote partij van het land.

CC Foto: Reinhard Jahn