Trump heeft nooit ‘de media’ vijanden van het volk genoemd, alleen nepnieuws verspreidende media

16-11-2018 13:53

Wat even leek op een nieuwe relatie tussen pers en president eindigde vorige week toch weer in een moddergevecht. De Amerikaanse president Trump en een verslaggever van CNN vlogen elkaar in de haren en er werd gevochten om de microfoon. Het Witte Huis heeft de verslaggever inmiddels de toegang tot het Witte Huis ontzegd. CNN vecht dat besluit aan bij de rechter. Het blijft voorlopig oorlog.

De hele persconferentie is boeiend voor wie van het kat-en-muis-spel houdt. Er waren 150 journalisten en veel vragen. Trump nam er de tijd voor.

De verslaggever waar Trump mee in aanvaring kwam is Jim Acosta van CNN. Een televisiejournalist die je om een boodschap kunt sturen. Acosta is een verslaggever die z’n verhaal in 30 seconden kan, maar ook een half uur kan doorpraten als dat zou moeten. Een ideale reporter voor elke eindredacteur.

Maar Acosta is ook het vervelendste jongetje van de klas. Een macho met een geldingsdrang die hem meermalen boven het nieuws heeft uitgetild. Acosta wordt dan zelf het nieuws.

Zoals de keer dat hij van grote afstand de president bleef toeroepen: “Blijft u de pers de vijand van het volk noemen?”

De vraag kon Trump onmogelijk bereiken, maar daar ging het Acosta ook niet om. Vlak achter hem stond zijn camera opgesteld en die draaide een scene om mee thuis te komen.

Het toneelstukje diende het verhaal dat Trump de hele pers de vijand van het volk zou hebben genoemd. Het ging Trump echter nooit om de hele pers, maar om specifieke media die – naar zijn idee – nep nieuws verspreiden. Dan nog blijft het een draconische beschuldiging, maar Acosta en velen met hem zouden met opzet de werkelijke uitspraak van Trump nog lang blijven negeren.

Gênant was het optreden van Acosta tijdens de persconferentie waar gesproken werd over rechter Kavanaugh en de vrouwen die Kavanaugh beschuldigden van seksueel wangedrag.

Om zich begaan met de vrouwen te tonen of om Trump voor schut te zetten (waarschijnlijk beide) vroeg Acosta de president om toch vooral vrouwelijke collega’s aan het woord te laten. Maar vanzelfsprekend ná Acosta zelf.

Acosta stelt geen echte vragen, hij daagt de president uit. Hij gaat liever in discussie en weet dan van geen ophouden. Dat is ook wat er vorige week gebeurde. Het levert niets op, behalve het zoveelste relletje op een persconferentie met Jim Acosta in de hoofdrol.

Het is de obsessie met Trump die journalisten emotioneel betrokken maakt. Er is elke dag schokkend nieuws, maar in relatie met Trump verdwijnt de professionele afstand die verslaggevers nodig hebben, om zicht te houden op hun onderwerp. Dat leidt tot – voor ons onvoorstelbare – taferelen op de Amerikaanse televisie.

Watergate-icoon Bob Woodward kon het deze week niet laten zijn collega’s opnieuw tot de orde te roepen: “Er is teveel losgeslagen emotie rond Trump. De remedie is geen rechtszaak, maar méér serieuze verslaggeving van wat de president doet.”

Ik verwacht niet dat het Witte Huis een sterke zaak heeft tegen Acosta. Maar mocht een rechter daar binnenkort anders over denken, dan is dat vooral jammer voor Jim Acosta zelf.

Deze column werd eerder gepubliceerd op RTLZ.nl.