Vluchten of een zoektocht naar oprechte bezinning? (1)

12-08-2013 17:14

Tijdens het inpakken van mijn klassieke ‘Snoek’ (1974) dacht ik vol heimwee terug aan de vakantie met mijn dochters naar het verderfelijke Chersonnisos. Bedevaartplaats voor scholieren die hun vers verworven diploma afpilsen, daar vaak ook voor het eerst de liefde bedrijven en lotje lam in de Griekse zon liggen te bakken. Tot het tijd is voor de disco. Als enige vader zat ik daar tussen al die gretige pubers.

Nu, jaren later, gaat vader alleen op stap en de crisis dwingt me tot het verrichten van vrijwilligerswerk op een alternatieve ecocamping, genaamd ‘Lotussy’, in de Bourgognestreek. Voor de zwakkeren onder ons kwa topografie: midden Frankrijk.

Op de site al meteen activiteiten waarvan mijn dochters Akke (21) en Renske (25) zouden gruwelen. En ook voor mij openbaart zich een onbekende wereld, waar ik tot nu altijd forse vooroordelen over heb. Zweverig, niet van deze tijd, soft, ja, zelfs sektarisch en hooguit bestemd voor verdwaalde geesten, op zoek naar het licht of sowieso naar verlossing in het algemeen.

Het aanbod van Lotussy: ‘Leren kennen en koken van wilde planten’ en ‘het bouwen van een heilige vuurhut’, waarin je, met je kleren nog aan, alle kwalijke sappen kan uitzweten. En wat te denken van het bouwen van een eigen huis van zandzakken, om nog dichterbij de aarde te verblijven. Want, zegt de beschrijving, ‘vogels bouwen toch ook hun eigen nest, dus waarom wij niet?’

Ook over de maaltijden bestaat geen discussie. Wie in ‘Lotussy’ tijdens het middag- of avondmaal wil aanschuiven, kan een hamburger, frikadel of kippenvleugeltje wel vergeten. Op de kaart louter organische, vegetarische maaltijden.

Ik denk nog even terug aan de korte periode dat mijn oudste, Renske, vol trots meldde dat ze ook vegetarisch was geworden. Het was mooi geweest met het eten van al die arme dieren, tijd voor bezinning, was de nieuwe filosofie. Een nobel voornemen voor een puber, dacht ik nog. Zelf had ik namelijk op die leeftijd geen enkele behoefte om na te denken over het eten van vlees. Ik genoot van de zelf gemaakte gehaktballen en draadjesvlees van mijn moeder. Die zou ik toch nimmer verloochenen?

Het begin van Renskes vegetarische tijdperk begon hoopvol, tot ik haar betrapte, samen met haar eerste vriendje, tijdens het verorberen van een vette hamburger. ‘Eén keer zondigen mag toch wel, pap?’

Als ik wegrijd, richting Saint Honore Les Bains, vraag ik mij af wanneer ik zelf zal zondigen op ‘Lotussy’ en heimelijk mijn toevlucht neem tot de plaatselijke McDonalds.