Vogels tellen voor een stukje awareness

21-01-2013 16:00

De Nationale Tuinvogeltelling was weer een overweldigend succes. Zestigduizend mensen hebben dit weekend urenlang naar de tuin zitten staren, met pen en blocnote in de hand. En er is zowaar een record bereikt: voor het eerst zijn meer dan een miljoen vogeltjes geteld! Met dank aan de extreme kou, natuurlijk, die er voor zorgt dat menige bosvogel zich dezer dagen in de gevaarlijk kale habitat van de huiskat moet wagen. En ook dit jaar waren er weer vele schokkende resultaten. De meest getelde vogel is wederom de huismus. Gevolgd door de koolmees. En zo verder. Er waren nieuwe vogels bij, en ook oude. Wie alles wil weten, alle aantallen, plaatsen tijdstippen, uitgesplitst per provincie, stad of weet ik veel, kan terecht op tuinvogeltelling.nl. Daar kunt u lezen dat de koolmees in Zuid-Holland op nummer één staat, en dat in het oosten de groenling met stip in de top tien is verschenen. En nog veel meer.

Resteert de vraag: waartoe dit alles? Waartoe deze vogeltelheisa? De betrokken organisaties, Vogelbescherming Nederland en SOVON Vogelonderzoek, doen net alsof al dat tellen enig doel dient. Alsof al die getallen, die toptienen, die jaarlijkse en lokale variaties iets vertellen over het wel en wee van de vaderlandse vogeltjes. Daarom moeten ook zoveel mogelijk mensen meedoen. Hoe meer hoe beter! Tel, en steun de vogelstand! Turf, en draag uw steentje bij! Allemaal onzin, natuurlijk. Het enige dat de beide organisaties hebben gemeten is het effect van de kou, van een overdosis broodkruimels en vetbollen – en natuurlijk het aantal werklozen in ons land. Maar dat geeft allemaal niks. Het enige dat ze met die hele heisa willen bereiken, is immers dat we weer even aan de vogeltjes denken. En wie weet lid worden. Het gaat kortom om een stukje ‘awareness’. En da’s heel belangrijk. Want zonder awareness geven burgers bij enquêtes de verkeerde antwoorden (‘vogels? lekker!’) en blijven de collectebussen leeg. Het nadeel van dit soort acties is uiteraard de infantilisering van de bezorgde burger. Die denkt écht dat als hij maar goed zijn best doet, als hij maar veel vogeltjes telt, dat het dan goed gaat met de natuur. En de overgrote meerderheid der niet bezorgde burgers? Die sloopt ondertussen alle groen uit zijn tuin, en flikkert hem vol met grauwe betontegels en inktzwarte tuinmeubels. Onderhoudsvrij, is dat – en zo doods als Omroep Max.

Binnenkort is er de warme-truien-dag. In opdracht van Het Klimaatverbond en de club Greenchoice. (Het gaat in die kringen altijd om dezelfde mensen, met een ander adres, en een nieuwe subsidie.) Op die dag moeten we allemaal een warme trui gaan dragen, zodat de verwarming een graadje lager kan. Dat scheelt stookkosten, en zo draagt u een steentje bij aan het terugdringen van het broeikaseffect. O ja? Allemaal gelul uiteraard. We dragen allang truien, en geen hond (met gezond verstand) zal de verwarming daarom juist op die dag een graadje lager zetten. Nee, het gaat hier alweer om awareness. We moeten, dat begrijpt u, die dag even stilstaan bij het broeikaseffect, en onze eigen rol daarin. Opdat we bezorgd blijven. En opdat die clubs mogen blijven bestaan.

Het tragische is natuurlijk dat menigeen daardoor denkt dat zoiets écht helpt. Dat als iedereen nou maar een paar dagen per winter een lekkere warme trui aantrekt, we met z’n allen een substantiële bijdrage leveren aan het terugdringen van het broeikaseffect. Ja toch? Anders zouden die clubs daar niet over beginnen, toch? Helaas, de burger wordt bedot. Hij draagt in die trui helemaal niks bij. Het is nog minder dan een druppel op de gloeiende plaat. Kleine beetjes helpen niet – en nee, ook niet wanneer een heleboel mensen een klein beetje doen. Het broeikasprobleem is écht een paar maten groter dan dat soort goedbedoeld gefröbel. Maar ja, wat moeten die clubs anders. Je kunt de burger moeilijk vragen om wél een substantiële bijdrage te leveren. Door geen vlees meer te eten bijvoorbeeld. Of door vliegvakanties te verbieden. Of door de invoer van fruit en groenten uit het buitenland te verbieden. En auto’s. Kortom, door de burger te vragen terug te gaan naar het leven rond 1900. Kijk, dát soort ingrepen zouden écht iets uithalen. Maar ja, dan is het héél gauw afgelopen met GreenChoice en aanverwante clubs. Awareness, dat is al heel mooi. En daar kun je als club ook héél goed van leven.

Alle burgers tezamen
Kortom, meer dan 90% van de tellers zag een of meerdere merels. Dat levert de volgende top 10 op:

1.Huismus
2.Koolmees
3.Merel
4.Vink
5.Pimpelmees
6.Kauw
7.Houtduif
8.Turkse Tortel
9.Spreeuw
10.Roodborst

Op de site tuinvogeltelling.nl zijn behalve de landelijke uitslag ook de resultaten per provincie te bekijken. Opvallend is dat de koolmees in de provincie Zuid-Holland op de 1e plek staat. In de provincies buiten de randstad staat de groenling in de top 10. In Zeeland staat de kramsvogel in de top 10, in de noordelijke provincies staat de ringmus in de top 10.

De cijfers betreffen een voorlopige uitslag. Mensen kunnen hun telling nog doorgeven tot maandag 21 januari 12.00 uur. De cijfers worden daarna gecorrigeerd door Sovon, onder andere op onwaarschijnlijke aantallen en meldingen.