NEW YORK (ANP) – De Amerikaanse aandelenbeurzen stonden vrijdag op de laatste handelsdag van de week overwegend in de plus, waarmee de Dow-Jonesindex en de brede S&P 500 hun recordreeks doorzetten. De stemming was voorzichtig positief, na wisselende berichten over de Amerikaanse arbeidsmarkt.
De Dow noteerde in de tussentijdse handel 0,1 procent hoger op 17.570 punten. De S&P won 0,1 procent tot 2032 punten. De technologiebeurs Nasdaq verloor 0,2 procent tot 4631 punten.
De werkgelegenheid in de Verenigde Staten, exclusief de agrarische sector, nam vorige maand met 214.000 banen toe, aldus het Amerikaanse ministerie van Arbeid. De banengroei was minder sterk dan economen hadden verwacht. Wel ging de werkloosheid in de VS onverwacht omlaag naar 5,8 procent van de beroepsbevolking. Er was verwacht dat die onveranderd op 5,9 procent zou blijven.
Walt Disney
Het aandeel Bank of America stond licht lager. De bank maakte donderdag nabeurs bekend dat de cijfers over het derde kwartaal zijn aangepast in verband met een extra voorziening voor juridische kosten die de bank moest maken. Het financiële concern is daardoor in het derde kwartaal alsnog in de rode cijfers gedoken.
Walt Disney meldde donderdag nabeurs dat het bedrijf in het afgelopen boekjaar een recordwinst heeft geboekt van 7,5 miljard dollar. De divisie Studio Entertainment profiteerde met name van het succes van de populaire animatiefilm Frozen. Toch ging Walt Disney 2,6 procent omlaag.
Zynga
Het aandeel van farmaceut Salix Pharmaceuticals kelderde bijna 31 procent als gevolg van tegenvallende kwartaalresultaten en vooruitzichten. Verder treedt de financieel directeur van Salix af. Het bedrijf is een samenwerkingspartner van het Nederlandse biotechnologiebedrijf Pharming.
De maker van internetspelletjes Zynga, bekend van onder meer FarmVille, steeg juist bijna 5 procent, dankzij sterke kwartaalcijfers.
Sears
Warenhuisketen Sears sprong 36,8 procent omhoog. Het verlieslijdende bedrijf overweegt 200 tot 300 winkels te verkopen en vervolgens terug te huren.
De euro was 1,2437 dollar waard, tegen 1,2426 dollar bij het slot van de Europese beurzen. De prijs van een vat Amerikaanse olie klom 1,2 procent tot 79,08 dollar. Brent kostte 0,9 procent meer op 83,67 dollar per vat.
