Binnenland

Corrupt gedrag door tientallen agenten

14-09-2017 19:23

DEN HAAG (ANP) – Over de afgelopen vijf jaar zijn tachtig zaken ontdekt waarin politiemensen en andere ordehandhavers zich hebben ingelaten met criminele organisaties. In de helft van de gevallen ging het om politiemensen. De betrokkenen schonden daarbij vooral hun ambtsgeheim en onderhielden ongewenste contacten met criminelen.

Dat blijkt uit onderzoek van het onderzoekscentrum van het ministerie van Veiligheid en Justitie (WODC) naar schendingen van de integriteit binnen de politie, douane, marechaussee en de fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst FIOD. Aanleiding voor het onderzoek – over de jaren 2012 tot en met 2016 – was de zaak rond 'politiemol' Mark M.

In de onderzochte periode waren er 256 signalen geweest van ernstige ambtsschendingen in relatie met de georganiseerde misdaad. In tachtig gevallen was daar inderdaad sprake van. De meeste betrokkenen zijn veroordeeld en/of oneervol ontslagen. Het WODC zegt dat de aandacht voor overschrijdend gedrag bij de diensten is toegenomen. Maar niet te zeggen is of het aantal schendingen is toegenomen, omdat er geen vergelijkingsmateriaal is van de jaren ervoor.

Migrantenachtergrond

In zestien van de veertig corruptiezaken bij de politie waren agenten met een migrantenachtergrond betrokken. Dat is relatief veel, omdat naar schatting maar één op de tien agenten een niet-westerse achtergrond heeft. Bekend was al, zeggen de onderzoekers, dat allochtone agenten binnen hun eigen netwerk van familie en kennissen vaker iemand kennen uit het criminele milieu dan autochtone functionarissen. Dat kan ze extra kwetsbaar maken.

Minister Stef Blok van Veiligheid en Justitie wijst erop dat het om een beperkt aantal betrokkenen gaat, maar dat de schendingen wel ernstiger zijn geworden. Het toont volgens hem aan dat het belangrijk is dat medewerkers van opsporingsdiensten weerbaarder worden gemaakt tegen de druk van criminelen, schrijft Blok aan de Tweede Kamer.

Korpschef Erik Akerboom wijst erop dat de corruptie zich vooral voordoet bij relatief jonge mannelijke agenten in een basisteam. Akerboom wil dat er meer onderzoek komt naar de motieven voor corruptie en de relatief grotere kans daarop bij niet-westerse agenten. Hij hoopt dat de uitkomsten van dit onderzoek niet leiden tot achterdocht en stigmatisering binnen het korps.