Het is dat Jelle Menges mijn naam noemt, anders had ik mij waarschijnlijk niet gerealiseerd dat zijn stukje een reactie op het mijne was. Maar laat ik toch maar reageren, misschien verleidt het hem op mijn argumenten in te gaan. Om te beginnen moet ik een paar misverstanden uit de weg ruimen. In tegenstelling tot wat Menges lijkt te suggereren ben ik ben niet gesetteld aan een gracht maar woon ik vier hoog in de hoofdstedelijke Transvaalbuurt. Het soort buurt dat Menges van campagnes zegt te kennen.
Behalve sympathie voor het weerwerk van Pechtold richting Wilders, heb ik helemaal niets met D66. Net zo min als met flexibilisering van de arbeidsmarkt of de kenniseconomie. Als voormalige conciërge en kroegbaas in Amsterdam-Oost gaat mijn belangstelling eerder uit naar onderwijs en veiligheid.
Dat Menges mij bij de elite indeelt is vooral komisch. Anders dan Menges verkeer ik zelden in kringen van bestuurders en ben ik ook niet verbonden aan een partij die al decennia zijn stempel op dit land drukt. Wat Menges doet lijkt een nieuw soort demoniseren. Wie zich keert tegen Wilders wordt als wereldvreemd weggezet. Wie zijn analyse niet deelt, onderkent het probleem niet. Wie niet mee huilt met de PVV heeft maling aan de burger.
Demoniseren
Het is een merkwaardige trant van redeneren. Door kritiek te leveren op Wilders zou je de problemen van de ‘gewone man’ niet serieus nemen en door hem te definiëren demoniseer je hem… Alsof zijn tegenstanders zijn Utopia verzonnen hebben. Alsof zijn voorstellen niet spotten met de grondrechten van burgers. Alsof je niet begrip kunt hebben voor de problemen van mensen zonder je ook achter de door hen aangedragen oplossing te scharen. Alsof je alleen een ‘gewone man’ bent wanneer je op Geert stemt.
Menges strooit vooral met dooddoeners en komt nauwelijks met argumenten. Hij deelt mij gemakshalve in bij de elite maar legt niet uit hoe dat vermeende lidmaatschap van die ‘hogere’ klasse afbreuk zou doen aan hetgeen ik betoog.
Waarom de term racist niet van toepassing zou zijn laat Menges in het midden. Niet onbegrijpelijk gezien Wilders’ optreden bij BBC’s HardTalk. “Bent u werkelijk van mening dat het onaanvaardbaar is als de bevolking in grote steden in Nederland in meerderheid uit niet-blanken gaat bestaan?” luidde de vraag. “Natuurlijk is dat niet aanvaardbaar,” aldus Wilders, er aan toevoegend: “Had u van mij iets anders verwacht?”
Racist
Dit keer geen religie of afkomst maar kleur. Technisch gezien alweer geen ras. Maar toch. Menges probleem met de term ‘racist’ lijkt er vooral in te bestaan dat hij het niet kan gebruiken in het debat dat hij wil voeren. Toegegeven, Wilders benoemen als racist biedt inderdaad geen oplossing voor de problemen van mensen in buurten zoals de mijne. Maar het helpt wel bij het duiden van het gevaar dat Geert en zijn gedachtegoed voor de, toch al wankelende, rechtsstaat vormen.
Toen de vorige Politieke Correctheid ten grave werd gedragen werd besloten dat het belangrijk was de zaken onomwonden te ‘benoemen’. Dat Menges nu wegduikt is laf. Of is het gewoon ouderwets opportunisme dat hem drijft? Je zou kunnen vermoeden dat zijn fluwelen aanpak van Wilders vooral wordt ingegeven door de angst de zwevende massa die zijn stem bij Wilders heeft geparkeerd tegen de haren te strijken.
Xenofoob
Echter, wie als wensdroom een immigranten-vrij Nederland koestert, heeft een xenofobe inborst. Wie vindt dat de populatie van een stad in meerderheid blank moet zijn – ongeacht geloof of gedrag van de inwoners – propageert racistische denkbeelden. Wie pleit voor administratieve detentie naar Israëlisch model en burgers de rechtsmiddelen, noodzakelijk zich te kunnen verdedigen tegen het geweldsmonopolie van de staat, wil ontnemen, is naar de normen van een Westerse democratie staatsgevaarlijk.
Dat is geen demoniseren, dat is constateren.
Van een Jonge Socialist zou je verwachten dat hij zich tegen zulke ideeën zou verzetten. Helaas werpt Menges zich vooralsnog liever op als exponent van de Nieuwe Politieke Correctheid, waarbinnen het taboe dat tot voor kort ‘de buitenlander’ gold nu aan Geert is toebedeeld.