Waar ik het huilen na een half jaar oefenen inmiddels aardig onder de knie heb, zijn er nog steeds emoties die ik minder goed beheers. Zo doe ik niet aan woede. Nooit. Tegen mij kan je alles zeggen of doen wat je wil. Ik word toch niet boos, ik word verdrietig. De verklaring daarvoor ligt voor de hand. Om ruzie te kunnen maken, heb je zelfvertrouwen en eigenwaarde nodig. Ik bezit geen van beiden. Dus ben ik nooit gemeen, aanmatigend of vervelend, maar altijd lief, betrouwbaar en gezeglijk. De enige op wie ik ooit kwaad word, ben ik zelf. En dan ben ik meedogenloos.
Het verbaast dan ook iedereen, niet in het minst mijzelf, als ik ineens in blinde woede ontsteek. Op iemand waaraan ik nogal gehecht ben bovendien, wat het allemaal nog veel enger maakt. Hij zou er immers wel eens aanstoot aan kunnen nemen. Of weg kunnen gaan. Maar deze keer doet het er niet meer toe. Want ik heb er genoeg van om over me heen te laten lopen. Ik ben het zat om slecht te worden behandeld. En dus ben ik kwaad. Verdwenen is het meisje dat vaak tegen beter weten in probeerde de sfeer goed te houden en de boel te sussen. Ik ben een razende furie die vloekend en tierend door het huis gaat.
Boos, boos, boos
Op zich een positieve ontwikkeling – de psycholoog raadde me al maanden aan eens wat feller van me af te bijten – alleen: het gaat niet over. Ik blijf woedend. Ik ga witheet naar bed en sta de volgende ochtend nog net zo pissig weer op. Ik fiets inwendig tierend naar mijn werk en sla me daar al mopperend de dag door. Om ‘s avonds nog even kwaad weer op de bank te gaan zitten. Zelfs eindeloze telefoongesprekken met vriendinnen, urenlang weken in een ontspannend schuimbad en ontelbare vellen om-therapeutische-redenen-volgeschreven vellen papier bieden geen soelaas. Ik ben boos. Boos, boos, boos.
Ik ben boos omdat ik deze week voor het eerst naar die stomme groepstherapie moet. Ik ben boos omdat ik me opwind over die stomme groepstherapie. Ik ben boos omdat het me na een half jaar nog steeds onvoorstelbaar veel moeite kost om ‘s ochtends een boterham te eten. Ik ben boos omdat ik nog steeds nauwelijks zonder walging in de spiegel kan kijken. Ik ben boos omdat ik me had voorgenomen nooit meer het achterste van mijn tong te laten zien. Ik ben boos omdat het me niet lukt me daaraan te houden.
Gemakkelijkse seks
Ik ben boos omdat iedereen nog steeds schijnt te denken dat ik dom, hulpbehoevend, gek, een klein kind, onkwetsbaar of gemakkelijke seks ben. Ik ben boos omdat het me iets kan schelen. Ik ben boos omdat ik mijn hoofd nooit krijg uitgezet. Ik ben boos omdat ik pijn heb. Ik ben boos omdat ik me godverdomme had voorgenomen me nooit meer aan iemand te hechten. Ik ben boos omdat ik er van uit ga dat mensen zich toch niet aan mij hechten. Ik ben boos omdat dat telkens weer lijkt te worden bevestigd. Ik ben boos omdat ik zelf dat huis ben ingegaan, na de eerste klap weinig actie meer heb ondernomen en vervolgens thuis ben gaan douchen in plaats van aangifte te doen. Ik ben boos omdat ik me daarvoor schaam. Ik ben boos omdat ik eigenlijk vind dat het dus mijn eigen schuld is. Ik ben boos omdat ik me daarom een hoer voel. Ik ben boos omdat het niet gaat zoals ik wil, omdat het fucking nooit gaat zoals ik wil.
Ik ben boos omdat ik vooral boos ben op mezelf.
Lees hier deel 1 van The Ana-files.
Lees hier deel 2 van The Ana-files.
Lees hier deel 3 van The Ana-files.
Lees hier deel 4 van The Ana-files.
Lees hier deel 5 van The Ana-files.
Lees hier deel 6 van The Ana-files.
Lees hier deel 7 van The Ana-files.
Lees hier deel 8 van The Ana-files.
Lees hier deel 9 van The Ana-files.
Lees hier deel 10 van The Ana-files.
Lees hier deel 11 van The Ana-files.