Column

The Ana-files (20)

09-03-2010 10:00

Hoewel er inmiddels een paar kilo’s meer van mij zijn, gaat er nog altijd slechts zelden een dag voorbij waarop niemand een opmerking maakt over mijn figuur. Heel af en toe bewonderend – ‘ik wilde dat ik zo slank was’ – maar over het algemeen bedoeld als belediging. ‘Bestaat jouw maat überhaupt wel?’ ‘Jij bent écht eng mager.’ ‘Mannen vallen niet op dun hoor, mannen vallen op rondingen.’ ‘Hier heb je een euro, kan je een boterham kopen.’ ‘Whahaha: jouw hoofd is echt heel groot in vergelijking met je lichaam.’ ‘Lollystokje.’ ‘Gratenpakhuis’. ‘Magere lat.’ ‘Sidonia.’ ‘Ondervoede hoer.’ ‘Anorexiapatiënt’.

Abnormaal
Veel erger dan het nauwelijks verhulde valse commentaar, vind ik echter dat ik zelden serieus wordt genomen. Na vijftien jaar serveert mijn moeder nog altijd hoopvol taart bij de koffie. Ik wacht al weken op een oproep van de bedrijfsarts, die kennelijk meer urgente gevallen te behandelen heeft dan mijn eetstoornis & ik. En zelfs de psycholoog laat zich tijdens de groepstherapie regelmatig ontvallen ‘dat nórmale mensen er een heel andere kijk op de werkelijkheid op nahouden dan wij.’ Daar heeft ze natuurlijk gelijk in. Want wij zijn geen normale mensen. Wij zijn gek. Gestoord. Achterlijk. Of op z’n minst een beetje zielig. Met ons rare hongerregime. Onze malle gedachtes. En onze oppervlakkige wens een size zero om onze smalle heupen te hijsen.

Dat de wereld op die manier naar anorecten kijkt, is iets waar ik me inmiddels wel min of meer bij heb neergelegd. Komt CDA-kamerlid Sabine Uitslag met een wetsvoorstel om pro-ana sites te verbieden? Schouders ophalen en naast je neerleggen. Noemen de media anorexia weer eens in één adem met fotomodellen en glossybladen? Even diep ademhalen. Wat overigens niet betekent dat ik me er niet over opwind. Er overlijdt in Nederland elke week een vrouw aan anorexia. Uitgeput, weggeteerd, doodgehongerd. Wie denkt dat dergelijke verregaande automutilatie alleen voortkomt uit het verlangen op Kate Moss te lijken, moet zichzelf eens laten nakijken.

Net als op tv
Was het me alleen te doen om een gestroomlijnd figuur, dan was ik namelijk tien kilo geleden wel gestopt. Droomden de boulimia’ers in mijn therapiegroep slechts van een ‘lichaam als uit de reclame’ dan zouden ze zichzelf niet kwellen met eindeloos gerepeteerde patronen van vreten en kotsen. Vasten en braken zijn onze coping mechanismen. De enige manier waarop we kunnen omgaan met stress, tegenslag en pijn zonder gillend gek te worden. Natuurlijk staat mijn anorexia niet geheel los van uiterlijkheden. Was mijn eetstoornis puur een vlucht voor de werkelijkheid geweest, dan had ik ook kunnen ‘kiezen’ voor een drugsverslaving. Ging het me alleen om controle en perfectionisme, dan zou ik die aan niet-eten verspilde energie ook kunnen steken in smetvrees of een andere dwangneurose.

De waarheid is dat ik niet oppervlakkig ben, maar wel denk dat de rest van de wereld zo in elkaar steekt. Een logisch gevolg van een jeugd waarin mijn zusjes en ik werden ingedeeld in de categorieën ‘slim’ en ‘knap’. Een jeugd waarin elk koekje bovendien gepaard ging met een waarschuwing. Eten is niet lekker of nodig, eten is de vijand. En een goed stel hersens is allemaal leuk en aardig, maar uiteindelijk minder belangrijk dan een wespentaille.

De manier waarop anorexia zowel door politiek als journalisten steevast in één adem wordt genoemd met fotomodellen en het vrouwelijk schoonheidsideaal, is echter een belediging voor mijn intelligentie. Ik doe geen dieet, ik probeer te overleven. Dat de methode die ik daarvoor heb gekozen een enkele reis richting een vroegtijdige dood betekent, is iets wat ik me nu pas begin te beseffen.

Kijk hier voor een overzicht van eerdere Ana-files.