ThePostOnline

Kunduz is Afghaans voor ‘kiezersbedrog’

29-01-2011 18:00

Zeventig procent van de Nederlandse bevolking is tegen een nieuwe missie in Afghanistan. “Ja, volgens Maurice de Hond”, schamperde voormalig commandant der strijdkrachten Dick Berlijn onlangs bij Pauw & Witteman. Hij meende dat hij daarna een goed argument had door te stellen dat ‘het volk’ in vergelijkbare aantallen tegen inmenging in Korea, Libanon en Bosnië was. Met andere woorden: politici hoeven niet naar hun electoraat te luisteren, want dat electoraat snapt er toch niets van.

Zo kan het dus gebeuren dat het Nederlandse volk voor de tweede keer dezelfde oorlog ingerommeld wordt, deze keer zelfs dankzij de doorslaggevende stem van een partij onder wiens achterban zich misschien wel het grootste percentage tegenstemmers bevindt: GroenLinks. Eén ‘nee-‘stemmer in de fractie (Ineke van Gent) tegenover negen keer ‘ja’, dat is praktisch omgekeerd evenredig met de wens van de eigen achterban. Maar goed, wat geeft het, als je bij kan dragen aan, zoals Sap schrijft, een ‘democratische, veilige rechtstaat’ in Afghanistan, vooral als die in de vorm van een ‘echte civiele missie’ is. Het is absoluut geen ‘paramilitaire opleidingsmissie’ en die F-16’s gaan alleen maar mee ‘om bermbommen te regelen’ – wat dat ook moge betekenen.

Geen zorgen, Jolande
Bijna grijnzend zat het voltallige kabinet instemmend te knikken toen GroenLinks begon over mensenrechten, etnische verschillen, wetskennis en vrouwenrechten. “Natuurlijk. Jolande. Allemaal prioriteiten, Jolande. Dát zijn de dingen waar we voor gaan, Jolande. Maak je nou maar geen zorgen, Jolande”. We gaan het bovendien ook lekker dwars Hollands doen, op onze eigen manier: Nederland neemt afstand van de strategie van de NAVO om zo snel mogelijk zo veel mogelijk agenten op te leiden. Nee, bij ons staat kwaliteit boven kwantiteit. Dus krijgen ze van ons allemaal een scherfvest, gaan we ze leren lezen en schrijven en zullen er terugkomdagen worden georganiseerd.

Waar er tussen de regels door al enige naïviteit doorschemert in zinsnedes en termen als ‘bermbommen regelen’, ‘civiele missie’ of ‘wetskennis’, breekt de klomp pas echt bij het woord ‘terugkomdagen’. Google geeft bij die term hits als een reüniedag van een hondenclub, bijspijkercursussen voor hoveniers die willen professionaliseren en een workshopdag voor inburgeringscursusexaminatoren. Nederlandse militairen en agenten gaan dus naar een gebied waar de situatie ‘gespannen‘ is om agenten te leren lezen, schrijven en hoe ze niet corrupt moeten zijn, terwijl die agenten gewend zijn om mee te vechten tegen de Taliban en regelmatig zij aan zij optrekken met het leger. Maar dát gaat Nederland ze afleren (kwaliteit gaat immers voor kwantiteit), om vervolgens op een terugkomdag via workshops en seminars te kijken of de opleiding een beetje beklijft. Op die manier gaan 545 Nederlandse politietrainers en militairen er samen voor zorgen dat er democratie, welvaart en broederschap gesticht wordt in Afghanistan. Want zo simpel is het nou eenmaal.

Blanke bureaucratische beleidsmakers
“Er zullen veel meer justitie, bestuurlijke en politieke experts met de missie mee worden gestuurd om de justitieketen echt te kunnen verbeteren en het Afghaanse bestuur te verbeteren”, schrijft Sap aan haar achterban. Er gaan dus blanke, bureaucratische justitie-ambtenaren mee naar de woestijn om ze daar uit te leggen dat een aangifte pas geldig is als hij in drievoud is opgetekend en door vier verschillende personen van stempels en handtekeningen is voorzien? Er gaan blanke, bureaucratische beleidsmakers mee om protocollen voor het wapengebruik door de Afghaanse agenten op te stellen? Er gaan blanke, universitaire Arabisten die wellicht nooit verder gekomen zijn dan een all-inclusive vakantie in een Turkse badplaats mee om een bestuurlijk apparaat op te zetten in Kunduz? Naïef, kortzichtig, wereldvreemd, opportunistisch, kortom: kansloos optimisme.

Wat zou er erger zijn? Het bijna meelijwekkende naïeve opportunisme dat spreekt uit de plannen en motivatie voor deze missie, of de stuitende arrogantie die spreekt uit de suggestie dat Nederland de Afghanen een betere toekomst gaat bieden door het per terugkomdag implementeren van Westerse normen, waarden en welvaartsprincipes? Afghanistan is een stammenland dat in veel opzichten eeuwen achterloopt op onze ontwikkelingen, dat niet om kan gaan met, noch geïnteresseerd is in een democratisch politiek systeem en dat bovendien een belangrijk deel van haar BNP binnen haalt met het verbouwen, oogsten en verhandelen van produkten die in de gehele Westerse wereld in het beste geval oogluikend gedoogd worden, maar in de meeste gevallen keihard verboden zijn. Die zaken zijn alleen verenigbaar in de hoofden van mensen die een onstuitbaar idealisme koppelen aan een ongeneeslijke, moraliserende maakbaarheidsdrang. Of in de hoofden van hen bij wie de machtswellust boven het nederig rationalisme gestegen is natuurlijk.

Stoeltje in de G20
De leden van het kabinet willen namelijk uiteindelijk maar één ding: dat stoeltje in de G20. Niet omdat we dan enige serieuze zeggenschap hebben (of althans geen zeggenschap die opweegt tegen de prijs in mensenlevens en middelen die Afghanistan ons kost en al gekost heeft), maar om hun eigen machtsgeile ego’s te voeden. Over de rug van zeventig procent van de Nederlandse kiezers, over de lijken van jonge Nederlandse militairen en zonder ook maar enig aantoonbaar realistisch begrip van de Afghaanse situatie – nog los van het feit dat wat de Afghanen zelf nou eigenlijk willen, totaal niet ter zake lijkt te doen. De truc? Door het winnen van een stoeltje in de G20, versterken onze liegende leiders internationaal gezien hun democratisch mandaat, waardoor ze een volgende keer weer meer recht van spreken zeggen te hebben als er iets ‘groots’ besloten moeten worden: “Wij zorgen er voor dat Nederland overal aan mag schuiven, dus houden jullie nu maar stil, wij regelen het wel.” Waarop er dus bijvoorbeeld tóch ineens handtekeningen onder een Europese grondwet worden gezet, of we na één wijze les (Srebrenica), één aantoonbaar onterechte oorlog (Irak) en één zinloze want voornamelijk vruchteloze missie (Uruzgan) wéér een zandbak ingerommeld worden om te vechten voor zaken waar niemand hardop over spreekt (G20, internationale vriendjespolitiek, wapen- en munitiehandel, oorlogsindustrie), verhuld door een ‘civiele opbouwmissie’ met terugkomdagen. Het is een terugkerend spelletje, ieder nieuw kabinet weer. Allemaal hebben ze een opstap nodig om het hun door het volk democratisch gegunde recht om beslissingen te nemen tot het maximum (en daar voorbij) op te rekken en uit te buiten – tot het moment komt dat je als politicus tegen het volk kan zeggen dat ze zich er niet mee moet bemoeien, omdat het over onderwerpen gaat die het gepeupel toch maar boven de pet gaat.

Nog voor de eerste terugkomdag voor Afghaanse agenten gepland kan worden, heeft de beslissing omtrent Kunduz de kloof tussen burger en politiek echter wéér wat wijder gemaakt. Wie VVD of CDA stemde, kon verwachten dat we nog een keer zouden gaan proberen om van de zandbak een paradijs te maken. In het eerste geval wegens de vreemde drang om democratie aan iedereen op te leggen alsof het een goed systeem zou zijn, in het geval van het CDA omdat een beetje christenmoraal natuurlijk niemand kwaad doet, vooral moslims in verre landen niet, en religie en machtswellust nou eenmaal onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Toch zitten ook onder die kiezers veel oorlogs-averse kiezers, vooral omdat het electoraat heus wel door heeft dat het alleen maar om de poppetjes op de grote vergaderingen te doen is, niet om Jahmi met de politiepet. En wie op GroenLinks heeft gestemd, toch tien zetels groot op dit moment, koos sowieso in principe voor het milieu, duurzaamheid, persoonlijke vrijheid, vrede en misschien zelfs wel pacifisme. Iets wat overigens in grote lijnen ook voor D66-stemmers geldt. Het ongewone akkoord dat VVD en CDA met D66 en GroenLinks wisten te smeden, laat het electoraat nu in totale verwarring achter, vooral omdat er op de PvdA na alleen nog twee uiterste partijen overblijven die tegen de missie zijn én blijven: de SP ter linkerzijde en de PVV aan de rechterkant. Twee partijen waar noch links georiënteerde, noch naar rechts kijkende kiezers ‘zomaar’ naar toe zullen lopen wegens de stellige, bijna extreme standpunten van die beide partijen. De PvdA, momenteel zelf ook niet al te koersvast (om niet te zeggen: stuurloos), is echter ook niet het meest stabiele alternatief. Maar wat blijft er dan voor de kiezer nog over?

Failliet
Als het besluit om terug naar Afghanistan te gaan één ding onderstreept, is het wel dat de regerende partijen en de partijen die hun beleid ondersteunen, het zicht op het gros van hun kiezers zijn kwijt geraakt. Afgewogen tegen de toenemende maatregelen die dezelfde regering wel neemt om de eigen bevolking in de gaten te houden en waar nodig preventief te controleren (toenemende controle op internetverkeer, locatiebepaling op de wegen en in het openbaar vervoer, vingerafdrukkenopslag en het lastig vallen van mensen die hun mening uiten in tekst of tekeningen), is het failliet van de democratie in Nederland weer een stapje dichterbij gekomen. De enige vraag die blijft staan, is of het scheefgroeien van de verhoudingen komt door het eerdergenoemde naïeve opportunisme van onze leiders (zoals je bij Jolande Sap en GroenLinks nog geneigd bent te willen geloven), of door stuitende arrogantie, waar Maxime Verhagen de herkenbare en kenmerkende verpersoonlijking van is? Het antwoord wordt bepaald door uw eigen mate van cynisch realisme, maar Kunduz laat zich vooralsnog het beste vertalen als ‘kiezersbedrog’.

Bart Nijman heeft afgelopen vrijdag na een nacht woelen besloten dat het zinloos is geworden om de gang naar stembus steeds te blijven maken, omdat hij het beu is zichzelf keer op keer voor de gek te houden met een rood potloodje in de hand.