Ondanks zijn afmetingen, een haast vergeten vliegtuig. Daar mag u blij om zijn. Voor dat vrede maken kende de B-36 namelijk slechts één methode. Nuke ‘m. Praktisch gesproken zou het vrede in megatonnen zijn geworden als het Amerikaanse Strategic Air Command (SAC) haar B-36 squadrons operationeel los had gelaten. Gelukkig kunnen uw vreetzaam verzamelde atomen deze tekst lezen dus het is niet gebeurd. In de periode dat de B-36 operationeel vloog (1949-1959) was het massaal gewelddadig splijten of fuseren van atomen echter een reële gevechtsoptie. Met de Peacemaker als enige vliegtuig dat elke Amerikaanse A- of H-bom uit het toen bestaande kernwapenarsenaal kon afwerpen.
Mark 17 H-bom
Hoewel het concept in april 1941 geformaliseerd werd als intercontinentale bommenwerper om hoogexplosief op Berlijn te droppen, werden het uiteindelijk kilo- en megatonnen voor Moskou. Consolidated Vultee won de ontwerpcompetitie, maar heette inmiddels Convair toen het prototype in augustus 1946 voor het eerst opsteeg na talloze aanpassingen in de ontwerpeisen. Het eindresultaat was de grootste massageproduceerde (385 stuks) bommenwerper ooit. Het ultieme ontwerp op zuigermotoren. Waar er zes van nodig waren. De dikste die Pratt&Whitney leverde, de 28 cilinder Wasp-Major van 3500-3800 pk. De driebladige propellers hierop waren duwers in plaats van trekkers. Om de luchtstroom over de vleugels niet te verstoren. Het verzinken van de motoren in de vleugels leverde echter thermische problemen op. Wat opgeteld kon worden bij onder meer de brandstoflekkages en elektronica perikelen die de B-36 een zorgenkind maakten qua betrouwbaarheid en onderhoud.
Het was in de overgangsfase van props naar jets echter de enige bommenwerper die intercontinentaal een Mark 4 A-bom kon droppen. Deze in 1949 geïntroduceerde 1-31 kiloton kernwapens wogen 4900 kilo. Met een hiervan in de bommenruimen had een B-36 een operationele actieradius van ongeveer 6500 kilometer (veertig uur missies) bij een kruissnelheid van 370-380 km/u. Nauwelijks meer dan de generatie bommenwerpers waar Duitsland en Japan mee waren aangevallen. Reden waarom latere en gemoderniseerde B-36 versies vier J-47 straalmotoren als aanvulling kregen om de kruissnelheid tot maximaal ± 650 km/u op te voeren. Of dat voldoende was om je uit de voeten te maken als een gedropte Mark 17 H-bom van 25 megaton detoneerde, werd door vele bemanningen betwijfeld nadat dit 21 ton wegende kernwapen vanaf 1954 in het wapenarsenaal was opgenomen.
Om zwaar toch zo hoog, snel en ver mogelijk te kunnen vliegen werd de defensieve bewapening van intrekbare opstellingen met 20 mm geschut in latere versies meestal verwijderd. Naast het hoge gewicht van de opstellingen, rammelden de radiobuizen in de avionics stuk als er geschoten werd. Soms bleef de staartopstelling wel gehandhaafd. De gewichtsbesparing en bemanningsreductie brachten het operationele plafond van de B-36 op 14.000 meter. Een kilometer lager dan de B-52 die de Peacemaker vanaf 1955 als intercontinentale bommenwerper opvolgde. Zo konden in 1956 de eerste afgedankte B-36’s al naar de sloop. Niet alleen omdat ze verouderd waren. Dat waren ze bij hun introductie eigenlijk al. Het toestel ‘versleet’ ook snel door metaalmoeheid, waar met name de vleugels last van hadden. In februari 1959 werden de laatste operationele B-36J’s van SAC buiten dienst gesteld.
Gezien zijn grootte en fenomenale vliegbereik werd de B-36 vrijwel direct doorontwikkeld tot strategisch verkenningsvliegtuig. De meeste als fotoverkenners met batterijen camera’s, flash patronen en extra bemanning in de vier bommenruimen. Hoewel er met een experimentele camera op 12.000 meter hoogte een golfbal op de grond kon worden waargenomen, waren golfballen zelden de objecten waar naar werd gezocht. Vooral boven Rusland. Daar kwamen RB-36D’s en latere verkenningsversies nog wel eens terecht na een ‘navigatiefout’. Naast visueel werd er ook elektronisch gekeken en geluisterd met ELINT (Electronic Intelligence) systemen. De verkenningsversies vlogen eveneens door tot 1959.
Vanwege zijn formaat was elke B-36 uiteraard opvallend, maar de tien GRB-36D’s die in ’55 en ’56 met (R)F-84 Thunderstreak ‘hulp’ jager-verkenners onder hun romp opereerden, waren wellicht het meest opvallend. Dit FICON (Fighter Conveyor) project was echter niet succesvol.
Het meest gevaarlijke, en minst GroenLinks vriendelijke, was de NB-36H die als testtoestel 47 keer met een werkende kernreactor boven Texas en New Mexico rondvloog voor het experimentele Aircraft Nuclear Propulsion (ANP) programma. New Mexico liep eveneens gevaar toen een B-36 in 1957 per ongeluk een Mark 17 nuke bij Albuquerque dropte. Waar gelukkig alleen de conventionele explosieve lading van afging dus kon men buiten Albuquerque doorslapen.
(Meer B-36 beeld, specs en links bij air-and-space, waar ook de meeste foto’s vandaan komen)