Column

Weg met de nazaten van koning Gorilla

02-09-2011 16:00

Het broeit rondom de koninklijke familie. De PVV kondigde al voor de verkiezingen aan de knuppel in het hoenderhok te zullen gooien ten aanzien van de rol van de Koningin in het Nederlandse staatsbestel. Helaas ziet die partij nog wel wat in het ceremonieel koningschap. Dat is jammer, want het zou mooi zijn als we nu eindelijk eens definitief verlost waren van een familie die in een grijs verleden een paar zeer verdienstelijke generaals voortbracht, maar al enige eeuwen niets anders doet dan op kosten van de belastingbetaler aan het koninklijke pluche kleven. Oranje: weg ermee!

Vandaag bracht de Volkskrant een overzicht van de meningen van de politieke partijen over ons koningshuis. Het hoeft niet te verbazen dat CDA, SGP en CU als één blok achter de Oranjes staan. Laten we wel zijn, het koningschap is van God gegeven en de Oranjes zijn daarmee de goddelijkheid op aard. Niets meer aan doen.

VVD, Groenlinks, SP / Huis van Oranje weg ermee!

Verontrustender, hoewel niet verbazender, is de houding van de VVD. Deze ‘Volkspartij voor vrijheid en democratie’ vindt het allemaal wel best zo. Op zich consistent met de houding van de partij de afgelopen jaren. Idealisme en principes zijn voor anderen, de koopman kijkt vooruit, of dat nou liberaal is of niet. Misschien zou het leuk zijn de partij om te dopen tot de PP, de ‘Pragmatische Partij’. Dat zou beter kloppen.

Enfin, het ging hier niet om de VVD, maar om het Koningshuis. Eigenlijk willen alleen SP en GroenLinks helemaal van ze af. Daarmee betuigen deze twee partijen de enigen te zijn die begrepen hebben dat het koningshuis inherent onverenigbaar is met een democratische rechtsstaat én, en dat is voor dit artikel even belangrijker: dat ook een ceremonieel koningshuis een belachelijke toestand is.

Argumentje

Belangrijkste argument om vast te houden aan een of andere vorm van een koningshuis is dat het zo lekker de mensen samenbindt. Hoedje op met Koninginnedag, oranje schmink op naar het voetbal, dat werk. Zwaaien in een gouden koets, mooie jurkjes, tango en tranen bij de bruiloft. Lekker samen Nederlander zijn. Nu is dat laatste al een volstrekt belachelijk idee, maar dat is voor een andere keer. Het Nederlandse koningshuis is een belangrijk symbool. Zoiets als de vlag en het volkslied.

De ceremonie rond ons koningshuis is een negentiende-eeuwse uitvinding. In tegenstelling tot wat de meeste hossende koninginnemarktgangers denken, is al dat gedoe met die pakjes, erehagen, koetsen, aankloppende pedels en toespraken op prinsjesdagen en de hele rimram een recentelijk uitgevonden, bedachte, in elkaar gezette carnavalsoptocht. In tegenstelling tot de bovenrivierse weerzin tegen laatstgenoemde fenomeen, is er kennelijk geen reden om eenzelfde houding aan te nemen tegenover die koninklijke verkleedpartij. Prins carnaval is tenminste een eerlijk fenomeen: iedereen ziet dat het niets beduidt.

Vals symbool

Een invented tradition, noemde Eric Hobsbawn dit fenomeen. We bedenken iets leuks en dan doen we net alsof het al eeuwenoud is. Hou dat een decennium of twee vol en iedereen gelooft je. Wat dat betreft is de parallel tussen het koningshuis en carnaval des te treffender. Met uitzondering van Bergen op Zoom en enkele delen van het Bossche carnaval, is dat gehos en gezuip immers ook een negentiende-eeuwse uitvinding, alleen dan bedoeld voor de Rooms-Katholieke emancipatie.

Het koningshuis is een vals symbool, product van een enigszins gekleurde geschiedschrijving vanaf het tweede kwart van de negentiende eeuw. De oranjes hebben zich met succes in onze nationale geschiedenis ingegraven en daarmee grote (staats)mannen als Hugo de Groot, Van Oldenbarneveldt, Johan de Wit, Pieter Paulus, R.J. Schimmelpenninck, Thorbecke etc. etc. uit het collectieve geheugen verdrongen. Reken maar dat elke naam in dit rijtje illustere voorgangers in zijn linkerpink meer verdienstelijkheid bezit dan alle Oranjes vanaf Willem IV bij elkaar opgeteld en gekwadrateerd.

Verkeerde focus

Maar die herinneren we ons niet. En die geschiedvervalsing gaat gewoon door. Stel je voor: in een AVRO-televisieserie ‘de Troon’ over de terugkeer van de Oranjes na 1813 (oh zwarte dag) wordt nota bene bij een van dat stel de scheiding van kerk en staat in de schoenen geschoven. Alsof die lui dat hadden kunnen bedenken. Het tekent hoe de waarden van de periode van Oranjevrijheid (1795-1813) door onze historici zijn verkwanseld. Dat was het moment waarop de verlichting ook op de staatkunde betrekking kreeg, waarop een parlementaire democratie werd ingevoerd, met algemeen kiesrecht (voor mannen), met de scheiding der machten. De periode die de blauwdrukken leverde voor onze staatsvorm, ons schoolwezen, onze welvaartsstaat.

Ál die verworvenheden waar we nog trots op mogen zijn, stammen uit een oranjeloze periode. De grondwet van 1798 dát is een symbool om trots op te zijn, niet een of andere onbenul met de juiste achternaam (lees je mee, historicus Rutte?). Maar nee, wat ons moet samenhouden is hossen met een oranje pruik op, verwijzend naar de afstammelingen van de koning die naar verluid met zijn blote versyfiliste sjarrel naar hooggeplaatste buitenlandse diplomaten stond te zwaaien. Weg ermee, weg met die poppenkast. Laat de koning van Zweden onze linten maar doorknippen.

Paleis op de dam weer het stadhuis maken, vrij toegankelijk. De hele reut met alles erop en eraan weer met een bootje de zee injagen vanaf Scheveningen, omdat de Franse methode niet past in deze tijden. Alle domeinen onteigenen en van de opbrengsten een monument van dertig vierkante kilometer oprichten ter ere van de grondwet van 1798.

Vive la république!

Erik Jacobs onderzoekt als historicus aan de UvA de politieke pers in de Bataafse Republiek (1795-1801) en kan nog wel een boekje opentrekken over de ‘verdiensten’ van de Oranjes.