School is fascisme. Dat dacht ik gisteravond nog toen ik de film Neds keek. Neds gaat over jongeren in het Schotss shithole Glasgow ergens in de jaren zeventig en de film legt behalve op de beroerde sociale omstandigheden vooral de nadruk op het geperverteerde Britse onderwijssysteem van die tijd. Sadistische leraren, vijftigers met kalende koppen en bierbuiken, gekleed in onberispelijke pakken met daar overheen een zwarte docententoga (“a batmansuit“, zoals een van de scholieren het in de film verwoordt) onderdrukken hun pupillen door middel van klassikale vernedering en lijfstraffen. Met een leren riem delen de docenten klappen uit op uitgestoken platte handen van leerlingen. De rector zelf, een voortdurend rokende vroom katholiek met snor, gedraagt zich als de dictator die je verwacht bij dit soort scholen en deelt aan de lopende band lijfstraffen uit als ware het weesgegroetjes.
De meeste docenten in deze film zijn cynische klootzakken die door hun vrouw worden onderdrukt en de scholieren louter gebruiken om hun frustraties op te botvieren, zonder dat ze ook maar enig heil zien in vak. Het is hun baan, banen waren er in die tijd nauwelijks dus elke dag op school verschijnen en de leerlingen hun kop laten houden is ruim voldoende. Enfin, het is het klassieke beeld van het Britse onderwijssysteem zoals we dat kennen uit Pink Floyd’s hit “Another brick in the wall” (lees vooral de lyrics). Het enige verschil tussen de werkelijkheid en de verbeelding van Pink Floyd is waarschijnlijk dat de werkelijkheid nog erger was.
Egalitarisme
Overigens is er in Neds één docent tussen de onderwijssadisten te vinden die nog wel in vooruitgang gelooft. Het is een docent klassieke talen die, op het moment dat de hoofdpersoon van het verhaal een tien haalt voor zijn proefwerk, op briljante wijze laat zien hoe egalitarisme het onderwijs volkomen heeft uitgehold. Toen al. Hij zet de hoofdpersoon op zijn tafel (“zo voelt het om boven alles uit te steken”) en laat de klas hem uitschelden: dit zal immers zijn deel worden als hij boven de rest blijft uitsteken. Het is een smalende maar wanhopige bejubeling van een getalenteerd leerling die later mede dankzij de fascistoïde onderwijsmethoden en de dodelijke verveling in zijn vervallen grijze Schotse stad de weg van de criminaliteit zal kiezen. Tevens de weg van de minste weerstand.
Toen ik deze scenes had gezien kon ik niet meer stoppen met terugdenken aan mijn eigen schooltijd. Wij liepen weliswaar niet in uniform en hadden geen lijfstraffen te vrezen, maar voor de rest kon ik weinig onderscheid maken tussen de vertoonde scenes en mijn eigen schooltijdherinneringen. Ook wij op de dorpsmavo Vossenvelde te Bennekom (Veluwe) moesten ons de vernederingen door gefrustreerde sadisten laten welgevallen. Ook wij woonden in een grijs dorp waar verveling en religieuze indoctrinatie met het dagelijks leven waren verweven. En ook wij moesten vooral leren gemiddeld te zijn, het streven naar meer dan mavoleerling te zijn zo snel mogelijk opgeven en onze dromen of ambities verdringen. Anderen waren misschien beter, wij zouden nooit beter worden dan we al waren. Op de mavo in Bennekom was iedereen voor een dubbeltje geboren en zou nooit een kwartje worden. Het calvinisme had zich op doeltreffende wijze een weg weten te vreten naar de onbevlekte zieltjes van onschuldige kinderen.
Opel Senator
Waarom het mavodocentenvolk uitsluitend bestond uit ambitieloze cynische zakken die niets maar dan ook niet hadden begrepen van begeestering, motivatie of überhaupt onderwijs heb ik nooit begrepen. Misschien was het omdat vrijwel alle docenten ruim tegen de vijftig liepen en volledig opgebrand waren. Het feit dat het onderwijs op deze mavo zo bar slecht was hing natuurlijk samen met het feit dat veel docenten meerdere vakken doceerden, onze leraar Duits was tevens onze leraar gym, en met het feit dat ziekteverzuim onder de docenten eerder regel dan uitzondering was. Onze lerares Engels had eigenlijk elk jaar tijdens de tentamens van de examenklassen “ernstige migraine”. Maar het belangrijkste was toch wel het feit dat ook deze docenten, waarschijnlijk op hun kweekschool, vooral hadden geleerd dat ambitie en individuele ontwikkeling een Gods gruwel is en zodoende ten alle tijden moet worden bestreden.
Nee, ik heb op de mavo nooit geleerd mij te ontwikkelen als schrijver. Weliswaar was ik geliefd bij de docenten Nederlands, zeker bij die ene die nog jong was, maar er was niemand die me daar ooit in heeft gestimuleerd. De gedachte dat iemand die taalgevoelig is en goed kan schrijven wellicht schrijver of journalist zou kunnen worden, was geen optie in die tijd in dat durp op zo’n mavo. Schrijvers verdienen nou eenmaal niks. Docent worden, dat levert tenminste een vaste baan op. Of timmerman. Of kledingverkoper bij de C&A. Bovendien: we moesten het ook allemaal niet te gek maken. We hadden niet voor niets mavo-advies gekregen op de basisschool. Een basisschool die werd geleid door een hoofdmeester met snor, gekleed in spencer en in het bezit van een wekelijks op zaterdag te wassen Opel Senator, die zichzelf had opgewerkt van Rotterdamse havenarbeider tot leraar en met het havenwerk was gestopt omdat zijn collega’s de naam des Heeren te vaak ijdel gebruikten. Dat het merendeel van mijn klasgenoten in de zesde klas van de lagere school (tegenwoordig: groep acht van de basisschool) ondanks hoge Cito-toets-scores het advies mavo of havo en maar zelden vwo-advies kreeg, is kennelijk nooit iemand opgevallen in die tijd. Sowieso, veel ouders zagen hun kroost nog het liefste naar de LTS gaan. Daar leerde je tenminste wat.
Guantanamo Bay
Wel heb ik geleerd aan klassikale vernederingen te ontkomen door vooral niets te presteren. Wie niets presteert bestaat immers niet. Jongens die te vaak hoge cijfers haalden, en dus hun kop boven het maaiveld uitstaken, werden geacht zichzelf immer te verantwoorden om vervolgens te worden neergesabeld door een docent die niet zoiets dulde als leerlingen die het beter wisten. Het probleem was wel dat wie onvoldoendes haalde voor proefwerken herkansingen kreeg en wie vervolgens in de herkansing wél hoog scoorde daarmee gelijk weer werd vernederd. Ik zie nog voor me hoe mijn docent Duits, tevens docent gym (hij woonde trouwens in Lunteren en had een “er is hoop”-sticker op zijn voordeur), hardop zei dat ik met mijn cijfer zeven voor de herkansing dus had aangetoond dat ik het “wel kan “en me dus “al die tijd had aangesteld”. Dat was tevens de laatste keer dat ik hoger dan een zes haalde in herkansingen. Ik wilde in geen geval mijn eigen verklaringen voor het doorgaans achterwege blijven van voldoendes onderuithalen door in de herkansing wel hoog te scoren. So much voor motivatie.
Het moge duidelijk zijn: school was de hel. De ultieme onderdrukking. Een Guantanamo Bay avant la lettre, goedgekeurd door de samenleving omdat de onderdrukten, de onschuldige kinderen, nou eenmaal de misdaad hadden begaan om kind te zijn.
Klassiek leed
Ach, een mavo in een dorp op de Veluwe in de jaren tachtig, dat is natuurlijk vragen om klassiek leed waar schrijvers eeuwig op kunnen teren. Daarvoor mag ik het jarenvijftigfascisme van de jaren tachtig en negentig op de Veluwe dankbaar zijn. Het heeft genoeg stof opgeleverd voor talloze stukken over het leed dat christendom, de provincie en onderwijs heet. Maar succes hebben, vooruitkomen in het leven, voor jezelf opkomen, winst maken, talenten ontwikkelen en jezelf ontplooien heb ik toch echt allemaal zelf moeten leren. En ik vrees dat dit nog altijd de gewoonste zaak van de wereld is voor vele onschuldige leerlingen die de pech hebben in Nederland naar school te moeten. Met dank aan het Nederlandse onderwijssysteem dat qua perversiteit niet onder doet voor het Britse onderwijssysteem.